Bijna alle joodse buurten in oostelijk Jeruzalem en bijna alle blokken van joodse nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever worden deel van Israël. Dit valt te lezen in geheimdocumenten die zijn gepubliceerd door Al Jazeera en Guardian. In 2008 zouden Abbas en de Palestijnse leider van de onderhandelingen met Israël, Saeb Erekat, een compromis hierover hebben gesloten.
Orient House in Oost-Jeruzalem. Hoofdkwartier van de PLO in Jeruzalem, gesloten door Israel in 2001.
De Palestijnse bevolking toont zich uitermate verontwaardigd over deze zeer vergaande toezeggingen zonder enig zichtbaar voordeel voor de Palestijnen. Vooralsnog bleef het op de straten van Ramallah rustig, maar de veiligheidsdiensten zijn in verhoogde staat van paraatheid gebracht.
De annexatie van Oost-Jeruzalem in 1967 is nooit door de Palestijnen of de internationale gemeenschap herkend. Als behalve Har Homa en Maale Adumim alle andere joodse wijken bij Israël gevoegd zouden worden, zouden de “feiten op de grond” dus ook politieke realiteit worden. Het zelfde geldt voor de nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever. Alle grote blokken van nederzettingen zouden volgens de gelekte plannen bij Israël worden gevoegd. De Palestijnen eisen enkel vertrek van de nederzetting Ariël.
Daarnaast namen de Palestijnen blijkbaar ook afstand van het recht op terugkeer voor de Palestijnse vluchtelingen, die bij de oprichting van de staat Israël en tijdens de oorlog in 1967 zijn verdreven. Enkel 10.000 mensen zouden als “humanitair gebaar” mogen terugkeren naar Israël. De resterende Arabische wijken in oostelijk Jeruzalem zouden volgens de plannen de hoofdstad worden van de te vormen onafhankelijke Palestijnse staat. De Israëlische onderhandelaar Tsipi Livni lijkt in de verdere verloop van de onderhandelingen zelfs dit kleine aantal joodse nederzettingen op Palestijns grondgebied niet te willen ontruimen.
De nu gepubliceerde onderhandelingsinhoud is wellicht om deze reden nooit openbaar gemaakt. Alsnog is de vergaande bereidheid tot toegevingen van Palestijnse zijde ongekend. Brisant is ook dat de onderhandelingsdelegatie blijkbaar werd geïnformeerd over het militair offensief tegen Gaza in 2008.
Abbas ontkent, dit soort toegevingen te hebben gedaan. Uitspraken zouden uit hun context zijn getrokken. “Wij verbergen niets waarover wij onderhandelen. Wij hebben alle informatie met de Arabische staten gedeeld.” De informatie werd blijkbaar direct vanuit de PLO of de PA doorgespeeld. Daarom wordt een politieke tegenstander van Abbas, Mohammed Dahlan verdacht. Tegen hem wordt al een procedure gevoerd door de Palestijnse autoriteiten. Het is ook mogelijk dat leden van de Palestijnse onderhandelingsdelegatie, die gefrustreerd zijn over het uitblijven van resultaat, verantwoordelijk zijn voor het lek.
Levin Zühlke – van Hulzen, 24-01-2015