Aan Jeruzalem is een aparte groep kaarten met toelichting gewijd omdat deze stad centraal staat in het kolonisatieproject Israël. Geografisch is Jeruzalem de basis voor de kolonisatie van de Westelijke Jordaanoever en in samenhang daarmee, het verhinderen van de totstandkoming van een Palestijnse staat. In religieus opzicht vormt Jeruzalem de kern van de Israëlisch-zionistische ideologie en Israëlische identiteit die ook wel met de term ‘seculiere religie’ worden aangeduid: de eeuwige band tussen het joodse volk en de grond van het oude Israël.
Deze functies van Jeruzalem zullen in de toekomst sterker worden, vooral als gevolg van de snelle groei van het aandeel ultra-orthodoxen binnen de joods Israëlische bevolking.
-
- 1140: Kruisvaarders
- 1947: Verdelingsplan
- 1949: Bestandslijnen
- 1966: Oude Stad
- 1967: Verovering van Jeruzalem
- 2000: Uitbreiding Grenzen
- Nederzettingen rond Jeruzalem
- Palestijnse Archipel
- Uitbreiding van Jeruzalem
- Busroutes
- Heiligdommen
- Ziekenhuizen
- E1-plan
1140: Kruisvaarders
De zogenaamde Cambrai1Bron: https://en.wikipedia.org/wiki/Cartography_of_Jerusalem#/media/File:Cambrai_map.jpg (ontleend aan: Médiathèque d’agglomération de Cambrai). kaart van Jeruzalem, uit 1140. Deze kaart wordt beschouwd als de meest realistische van de Kruisvaarderskaarten, ongetwijfeld gemaakt door een kaartenmaker die ter plaatse aanwezig was. Te zien zijn onder meer de Heilig Grafkerk (of: Verrijzeniskerk, Kerk van de wederopstanding. Op deze kaart: Anastasis) Het gebouw werd in die periode in gotische stijl gebouwd op een oudere kerk. De Al Aqsa Moskee (‘Domus Militum Templi’) is te zien en enkele andere kerken. De stijl van de kaart en het perspectief zijn kenmerkend voor Europese kaarten uit die tijd.
Archeologisch onderzoek in en rond de Oude Stad toont bewoning aan vanaf 4000 jaar voor Christus. De muren rond de huidige stad dateren voor het grootste deel van 1542 toen zij in opdracht van de Ottomaanse sultan Suleiman werden gebouwd.
1947: Verdelingsplan
Het verdelingsplan zoals de Verenigde Naties dat op 29 november 1947 vaststelde en vastlegde in resolutie AV 181. Hier heeft Jeruzalem een speciale status. Vanaf het einde van de Eerste Wereldoorlog, toen de spanningen in Palestina door de komst van Europese joden begonnen toe te nemen, is alle partijen en betrokkenen duidelijk geweest dat de status van Jeruzalem en de toegang tot de Oude Stad met zijn heiligdommen de hoeksteen is van alle oplossingen. Groen is het gebied dat aan de joden werd toegewezen, geel de gebieden voor de Palestijnen De Arabische landen gingen niet akkoord. De Israëlische leiders waren verdeeld; de rechtervleugel wilde voor de joden ook de linkerkant van de Jordaan (thans: Jordanië). Ben Goerion en medestanders gingen akkoord. De vóórstemmen van de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie gaven de doorslag. Kort daarna brak de oorlog-van-1948 uit.
1949: Bestandslijnen
De uitkomst van de oorlog van 1948 was voor de zionisten gunstig ten opzichte van het VN-verdelingsplan van 1947. De staat Israël werd op 15 mei 1948 opgericht. Officiële grenzen werden daarbij niet vastgelegd. In 1949 werden bestandslijnen vastgesteld, internationaal kon van een wapenstilstand worden gesproken. Een vergelijking van het VN-plan met de bestandslijn in 1949 leidt tot de volgende verschillen:
- Er is geen verbinding meer tussen de Palestijnse gebieden in de Westelijke Jordaanoever (WJO) en de Gazastrook.
- West-Jeruzalem is veroverd.
- Gaza verliest een deel van zijn kustgebied.
- Er is geen verbinding meer tussen de WJO en het vooral door Palestijnen bewoonde gebied in het noord-oosten (Galilea)
Dit is de situatie die tot 1967 zou blijven bestaan.
1966: Oude Stad
Toen het Britse leger in 1917 de macht over Jeruzalem overnam woonden er binnen de muren van de Oude Stad 22.247 mensen. Engelse cijfers geven aan dat in 1944 die bevolking was toegenomen tot 36.000: rond 17.000 christenen, evenveel moslims en 2.400 joden. In 1947 was de bevolking van de westelijke voorsteden bijna verdrievoudigd ten opzichte van 1917. 98% van de Jeruzalemse joden woonden daar tegen het einde van de Tweede wereldoorlog (dus binnen de nieuwe staat Israël). Vrijwel alle onroerend goed en grond in de Oude Stad (99,4%) was eigendom van islamitische of christelijke instellingen of particulieren.
Tijdens de oorlog in 1947/1948 werden 80.000 Palestijnen uit West-Jeruzalem verjaagd. Van hen zochten 30.000 onderdak in de Oude Stad die door de joodse milities niet kon worden ingenomen. De 1.300 joden die er nog woonden werden geëvacueerd op 22 mei 1948.
In juni 1967 veroverde het Israëlische leger alsnog de Oude Stad. Veel Palestijnse inwoners kwamen in de Westelijke Jordaanoever of in Jordanië terecht.
1967: Verovering van Jeruzalem
Onmiddellijk na de verovering van Jeruzalem en de Westelijke Jordaanoever (WJO) in 1967 werden de grenzen van de stad in het zuiden en ten oosten van de Oude Stad zeer aanzienlijk uitgebreid. Sindsdien werd via het beleid van stadsplanning, ruimtelijke ordening, bouwbeleid ten aanzien van joden respectievelijk Palestijnen en de verbindingen met het achterland – later vooral met de joodse nederzettingen daar – Jeruzalem tot een joodse stad gemaakt. Belangrijke (Palestijnse) voorsteden als Bethlehem, Abu Dis en Ramallah raakten geleidelijk afgesneden van hun economische en religieuze centrum.
2000: Uitbreiding Grenzen
De recente geschiedenis van de wijzigingen van de grenzen van Jeruzalem is complex. Daarom deze vereenvoudigde kaart die in grote lijnen een beeld geeft van die geschiedenis van 1947 tot het jaar 2000. Veel zaken zijn op deze kaart dus buiten beschouwing gelaten, zoals de afscheidingsmuur (door critici ook ‘apartheidsmuur’ genoemd), de gescheiden wegen, de checkpoints, etc. Maar ook andere ‘details’ op de grond zijn zeer veel complexer. Daarom volgt hierna een kaart waarmee is geprobeerd die complexiteit in beeld te brengen.
Een belangrijk aspect is de ‘Groene lijn’, die hier als een groene stippellijn door de kaart loopt. Het is de bestandslijn die in 1949 is overeengekomen tussen Egypte, Israël, Jordanië en Syrië na de Arabisch-Israëlische Oorlog van 1948. De Groene Lijn is de basis van de tweestaten oplossing die door de gehele internationale gemeenschap wordt beschouwd als doel van de onderhandelingen tussen Israël en de Palestijnen: de beoogde Palestijnse staat.ligt dus rechts van die lijn. De kaart laat zien (met name de donkerblauwe lijn) dat Israël dus al vanaf een zeer vroeg stadium na de veroveringen van 1967 in een andere richting heeft gewerkt.
Nederzettingen rond Jeruzalem
Deze kaart geeft een indruk van de complexiteit die ontstaat indien men twee volkeren (of: twee groepen inwoners van hetzelfde land, van verschillende etnische herkomst) rigoureus wil scheiden.
Donkerblauw zijn joodse nederzettingen in bezet gebied, oranje Palestijnse dorpen. De zwarte lijn is de Muur met zijn vele checkpoints, zwaarbewaakt en geregeld toneel van dodelijke ‘ongelukken’. De rode lijn is de uitbreiding van de scheidingsmuur die volgens de Israëlische logica noodzakelijk zal zijn bij uitbreiding van de agglomeratie Jeruzalem in oostelijke richting. Niet alle bizarre details van het verloop van de muur zijn op deze kaart zichtbaar. Hoewel op Palestijnse gebied is dit terrein voor de meeste joodse Israëliërs de ‘ondeelbare hoofdstad van Israël’.
Lichtblauw is Palestijns gebied dat ligt tussen de groene lijn en de scheidingsmuur. Lichtgroen is bezet Palestijns gebied.
Uitbreiding van Jeruzalem
Deze kaart uit 2002 geeft de situatie die sindsdien niet principieel is veranderd (het aantal joodse nederzettingen is toegenomen, het aantal kolonisten is sterk toegenomen). De uitbreiding van Jeruzalem in oostelijke richting komt in de praktijk neer op een deling van het gebied in de Westelijke Jordaanoever dat volgens de internationale gemeenschap de kern van de Palestijnse staat zou moeten vormen.
Bovenstaand effect wordt versterkt door het feit dat de gehele strook land aan de oostkant, langs de Dode Zee en verder naar het noorden langs de Jordaan, tot militair gebied is verklaard. Israël heeft steeds aangegeven dat dit gebied niet zal worden ‘afgestaan’. Daarmee zijn de twee resterende Palestijnse gebieden niet alleen van elkaar gescheiden maar hebben zij ook geen grens met een ander land (i.c. Jordanië) en vormen twee eilanden binnen de joodse staat.
Deze twee ‘eilanden’ zijn zoals de kaart laat zien intern opgedeeld in kleinere gebiedjes, tussen welke de bewegingsvrijheid van de drie miljoen Palestijnen die hier wonen zeer beperkt is.
Palestijnse Archipel
Deze kaart geeft de ‘Palestijnse archipel’ – de verzameling kleine stukjes land, waartussen Palestijnse verplaatsingen lopen langs Israëlische militaire controleposten (‘checkpoints’) en etnisch gescheiden wegen – meer in detail weer.
Duidelijk wordt dat door de getrokken grenzen van de agglomeratie Jeruzalem in samenhang met de gehele oostkant van het gebied – voor de Palestijnse staat in feite geen optie meer – voldongen feiten op de grond zijn geschapen. Het ‘eiland’ Jericho, ooit voor Palestijnen een belangrijk regionaal centrum en toegangspoort naar Jordanië, leidt nog slechts een marginaal bestaan. Deze ontwikkeling leidt ertoe dat een toenemend aantal Palestijnen en anderen pleiten voor een staat of voor een bi-nationale staat.
De Palestijnse ‘eilanden’ zijn hier aangeduid met ‘A-gebied’ en ‘B-gebied’ en de rest met ‘C-gebied’. Deze terminologie komt voort uit de Oslo Akkoorden uit 1993/1995 waarin werd afgesproken dat op een termijn van vijf jaar in de A-, B- en C-gebieden een zelfstandige Palestijnse staat zou komen. In de ‘overgangsperiode’ (dus tot ongeveer 2000) zouden deze gebieden als volgt bestuurd worden:
A: Het Palestijnse overgangsbestuur (Palestijnse Autoriteit, PA) zorgt voor zowel civiel bestuur als voor de veiligheid.
B: De PA zorgt voor civiel bestuur, Israël voor de veiligheid.
C: Israël zorgt voor civiel bestuur en voor de veiligheid.
Busroutes
Deze kaart toont in de bekende ‘metrolijnen-stijl’ de busverbindingen tussen de gejudaïseerde delen van Jeruzalem en de joodse nederzettingen in bezet gebied. Deze infrastructuur – evenals de wegenstructuur en ‘lightrail’-voorzieningen – maakt dat de afscheidingsmuur en de checkpoints voor joden volledig doorlaatbaar zijn terwijl zij voor Palestijnen ondoordringbare barrières vormen.
Heiligdommen
Deze kaart van de Nederlandse cartograaf Jan de Jong laat de in Oost-Jeruzalem gelegen Oude Stad zien, met name de drie belangrijkste heiligdommen.
Links de Heilig Grafkerk, gebouwd op de plaats waar volgens de christelijke overlevering Christus werd begraven na de kruisaflegging. Daaronder de Westelijke Muur, voor gelovige joden de Klaagmuur en volgens overlevering een deel van de Tweede Tempel die zou zijn gebouwd door koning Herodes. Rechts het complex Haram Ash-Sharif (de ‘Tempelberg’ voor Israëlische joden en veel christenen). Op dit plateau ligt de Al Aqsa Moskee en de Rotskoepel. Volgens de islamitische overlevering ligt hier de steen waarop Abraham in opdracht van God zijn zoon Ishmael (Isaak volgens christenen) zou moeten offeren.
Ziekenhuizen
Jeruzalem heeft een niet te overschatten betekenis voor de zeven miljoen Palestijnen in Israël en de bezette gebieden en voor de ruim zes miljoen die merendeels als vluchteling in de omliggende landen wonen. Religieus, cultureel, economisch en als centrum voor dienstverlening. Een belangrijke vorm van dienstverlening – ziekenhuiszorg – is hier in beeld gebracht. De zeven ziekenhuizen die op de kaart te zien zijn, vormen de top van de medische hiërarchie, die begint bij eenvoudige buurtzorg en via kleinere klinieken en regioziekenhuizen loopt tot aan de bijzondere specialisaties in de centrumziekenhuizen. Zij namen van oudsher een belangrijke plaats in in het zorgsysteem.
Dit probleem geldt in mindere mate voor de bijna twee miljoen Palestijnen die in Israël zelf wonen en die, hoewel in veel opzichten gediscrimineerd, toegang hebben tot Israëlische ziekenhuizen buiten Oost-Jeruzalem. De drie miljoen Palestijnen die in de Westelijke Jordaanoever wonen hebben echter te maken met de afscheidingsmuur, pasjessystemen en controleposten. Deze problemen gelden in extreme mate voor de twee miljoen Palestijnen die in isolement leven in de Gazastrook.
E1-plan
De kolonisatie van de Westelijke Jordaanoever gaat met politieke rugdekking van de regering Trump in hoog tempo door. Het E1-plan is een voorbeeld van de lange termijnplanning van de opeenvolgende Israëlische regeringen2Het E1-plan werd ontwikkeld in 1995 onder het premierschap van Yitzhak Rabin. Onder druk van de regering Obama werd het in 2009 ‘ingevroren’. en het politiek-tactische element daarin, van het wachten op het goede moment. E1 heeft voor de Palestijnse gemeenschappen rampzalige gevolgen. Voorbeeld Abu Dis: door de afscheidingsmuur al afgesneden van Jeruzalem en de aangrenzende wijk Silwan, door de uitbreiding van de muur in de toekomst verder opgesloten in een klein ‘reservaat’ zonder economische, culturele en andere bronnen waaruit een gemeenschap hoop op een toekomst kan putten.