Libanon 1978

Door: Jan Schnerr - Laatst aangepast op: 9 mei 2013
Maart 1978: Israëlische pantservoertuigen op de grens met Libanon.

Maart 1978: Israëlische pantservoertuigen op de grens met Libanon.

Samenvatting: De “Operatie Litani” in 1978

In de nacht van 14 en 15 maart 1978 viel het Israëlische leger Zuid-Libanon binnen. Het was het begin van een periode van zo’n dertig jaar om via grote militaire operaties Zuid-Libanon onder controle te krijgen. Aan het eind van de jaren ’70 was Israël met hulp van de VS vergevorderd met het politiek en militair neutraliseren zowel Egypte als Jordanië. Het waren semi-dictatoriale staten waarvan de politieke en militaire elites bereid waren zich te voegen in het Amerikaanse concept voor “vrede met Israël”. Tussen Syrië en Israël bestond een gewapende vrede aan de gezamenlijke grens. Het Palestijnse verzet concentreerde zich nu in Libanon. De PLO had daar na 1970 in het zuiden politiek en militair een staat-in-de-staat gecreëerd en voerde van daaruit aanvallen uit op Israël. In Libanon leefden op dat moment 400.000 Palestijnse slachtoffers van de verdrijvingen uit Israël in 1948/1949 en 1956. In de vluchtelingenkampen in Beiroet en Zuid-Libanon bestonden onhoudbare toestanden. In Libanon was mede door deze situatie in 1975 een burgeroorlog ontstaan. Tussen 1973 en 1978 voerde Israël geregeld militaire operaties uit in Libanon, afgewisseld door kleine maar soms spectaculaire acties van de Palestijnen.

De Amerikaanse regering (president Carter) wilde een veelomvattend vredesakkoord tussen Egypte en Israël (waarin ook de toen officieel nog “terroristische” PLO zou worden meegenomen). Dat zou tevens concreet uitzicht bieden op een aanvaardbare oplossing voor de in 1967 bezette gebieden. De kolonisatie van de Westelijke Jordaanoever was echter al begonnen. Ook de PLO die de situatie op-de-grond kende en geen vertrouwen had in de plannen van de VS was tegen het Amerikaanse plan.

In maart 1978 viel het Israëlische leger met 25.000 manschappen Zuid-Libanon binnen en creëerde in eerste instantie een “veiligheidszone” van tien kilometer. Daarna rukte het leger verder op en bezette het gehele gebied tot aan de rivier de Litani. Intense Israëlische bombardementen troffen vooral burgerdoelen met de bedoeling de niet-christelijke bevolking naar het noorden te drijven en hun kampen te vernietigen. Dat directe doel werd bereikt. De schattingen zijn over het algemeen dat er 2000 doden vielen aan Libanese kant. Veel doden vielen door het gebruik van Amerikaanse clusterbommen (zonder toestemming van de VS). Als directe aanleiding voor de Israëlische aanval was genomen, een actie door Fatah-commando’s vier dagen daarvoor vanuit zee, via Haifa, op Israëlisch grondgebied. Daarbij kwamen 34 Israëliërs en zes Palestijnen om het leven. Het tweede doel van Israël was het versterken van de positie van de christelijke Maronieten en van militieleider Haddad en om daarmee de positie van Syrië in Libanon te verzwakken. Het strategisch doel van Israël was iedere vorm van centraal Libanees gezag te ondergraven in het gebied tussen zijn noordgrens en de rivier de Litani, zodat daar een maximale handelingsvrijheid zou bestaan. De doelstelling van het vernietigen van de militaire structuur van de PLO werd niet bereikt. Medio 1978 gaf de regering Carter het plan op om ook de “Westbank” bij het vredesplan te betrekken. Daarmee werd de deur open gezet voor de latere grootscheepse kolonisatie. Naar aanleiding van deze beperkte oorlog werd door de VN de UN Interim Force in Lebanon (UNIFIL) in het leven geroepen, die tot op vandaag aanwezig is in Zuid-Libanon met circa 15.000 manschappen (2013).

 

Libanon Oorlog 1978

Neutralisering van Egypte en Jordanië

Aan het eind van de jaren ’70 was Israël met behulp van de VS vergevorderd met het politiek en militair neutraliseren zowel Egypte als Jordanië. Het waren semi-dictatoriale staten waarvan de politieke en militaire elites bereid waren zich te voegen in het Amerikaanse concept voor “vrede met Israël” en bereid waren zich te houden aan overeenkomsten en afspraken binnen dat kader. Tot de (al dan niet geformaliseerde) afspraken behoorden het inbinden van het Palestijnse verzet in die landen en het bewaken van de rust aan de grenzen met Israël. In ruil daarvoor ontvingen deze landen financiële hulp en wapens. Bij de levering van wapens zorgde de VS ervoor dat die technologisch van een lager niveau waren dan de wapens die Israël ontving (de “qualitative edge”). Tussen Syrië en Israël bestond een gewapende vrede aan de gezamenlijke grens. Syrië had in de tweede helft van de jaren ‘70 conclusies getrokken uit het wegvallen van Egypte uit het anti-Israëlische kamp. Het Palestijnse verzet concentreerde zich nu in Libanon.

De Amerikaanse regering (president Carter) wilde een veelomvattend vredesakkoord tussen Egypte en Israël (waarin ook de toen nog “terroristische” PLO zou worden meegenomen).

Conflictverschuiving naar Libanon

Met name de PLO had na 1970 in Zuid-Libanon politiek en militair een staat-in-de-staat gecreëerd. Voorzieningen als scholen en ziekenhuizen werden door de PLO gerund, evenals andere overheidstaken. In Libanon leefden op dat moment 400.000 Palestijnse ontheemden. Dat waren in de eerste plaats de slachtoffers van de verdrijvingen uit Israël in 1948/1949 en 1956. In 1970 (“zwarte september”) waren militanten en leiders van het verzet vanuit Jordanië naar Libanon gevlucht en hadden daar hun hoofdkwartier ingericht. Een groot aantal Palestijnse burgers volgden, wat onder andere in de vluchtelingenkampen in Beiroet en Zuid-Libanon tot onhoudbare situaties leidde. In Libanon was mede door deze situatie in 1975 een burgeroorlog ontstaan die tot 1976 duurde (volgens sommige waarnemers feitelijk tot 1990).

Tussen 1973 en 1978 voerde Israël geregeld militaire operaties uit in Libanon, afgewisseld door kleine maar soms spectaculaire acties van de Palestijnen. De “Operatie Litani” door het Israëlische leger in de nacht van 14 op 15 maart 1978 luidde een periode in van tenminste 28 jaar (in elk geval tot de invasie van 2006) om dit verzet te breken.

Amerikaanse versus Israëlische plannen

In 1978 waren er spanningen ontstaan tussen de Amerikaanse regering en Israël. De regering Carter wilde een veelomvattend vredesakkoord tussen Egypte en Israël (waarin ook de toen officieel nog “terroristische” PLO zou worden meegenomen). Dat zou tevens concreet uitzicht bieden op een aanvaardbare oplossing voor de in 1967 bezette gebieden die voor de Arabische staten, in de eerste plaats Egypte aanvaardbaar was. De voorlopige basis daarvan was het Sinaï II Akkoord van 1975. De Begin-regering maakte in 1977/1978 een strategische keuze door de koers van de regering Carter te dwarsbomen. De kolonisatie van de Westelijke Jordaanoever en de militaire voorbereidingen voor verdergaande kolonisatie waren reeds begonnen. De PLO die de situatie op-de-grond kende en geen vertrouwen had in de plannen van de VS en Egypte met betrekking tot de Westelijke Jordaanoever was eveneens tegen het Amerikaans-Egyptisch idee en nam deel aan het “Rejection Front”.

Israël valt aan

Op 14/15 maart 1978 viel het Israëlische leger met 25.000 manschappen Zuid-Libanon binnen op basis van een al langer voorbereid plan en creërde in eerste instantie een “veiligheidszone” van tien kilometer. Daarna rukte het leger verder op en bezette het gehele gebied tot aan de rivier de Litani. Bij deze actie vielen duizenden doden en gewonden onder de bevolking. De militaire verliezen van de PLO waren beperkt. De intense Israëlische bombardementen troffen vooral burgerdoelen met de bedoeling de niet-christelijke bevolking naar het noorden te drijven en hun kampen te vernietigen. Dat directe doel werd bereikt, in elk geval tijdelijk: 100.000 mensen raakten op drift. Als directe aanleiding voor de Israëlische aanval werd genomen, een actie door Fatah-commando’s vier dagen daarvoor vanuit zee, via Haifa, op Israëlisch grondgebied. Daarbij kwamen 34 Israëliërs en zes Palestijnen om. Die aanval vond plaats drie dagen vóór een gepland bezoek van Begin aan Washington. Bij de PLO speelde (volgens Smith) de overweging om hiermee het “dreigende” akkoord met Egypte te saboteren. Een tweede doel van Israël was het versterken van de positie van de christelijke Maronieten en van de nieuwe bondgenoot: het South Lebanon Army (SLA) van de christelijke militieleider Haddad. En daarmee de positie van Syrië in Libanon te verzwakken. Strategisch doel van Israël was iedere vorm van centraal Libanees gezag te ondergraven in het gebied tussen zijn noordgrens en de rivier de Litani, zodat daar in de toekomst een maximale handelingsvrijheid voor het Israëlische leger zou bestaan. Medio 1978 gaf de regering Carter het plan op om ook de “Westbank” bij het vredesplan te betrekken. Daarmee werd de deur open gezet voor de latere grootscheepse kolonisatie.

De VN, UNIFIL

De VN namen twee resoluties aan (425 en 426) waarin Israël werd opgeroepen om zijn leger onmiddellijk en onvoorwaardelijk terug te trekken. Naar aanleiding van deze beperkte oorlog werd door de VN de UN Interim Force in Lebanon (UNIFIL) in het leven geroepen die reeds op 23 maart 1978 arriveerde. UNIFIL had het mandaat de vrede te bewaken en de soevereiniteit van Libanon over zijn grondgebied te herstellen. Israël wachtte echter met het uitvoering geven aan de resoluties. Er zijn in deze situatie en ook later veel spanningen geweest tussen Israël en UNIFIL ter plaatse. Vooral het Ierse contingent werd vrijwel vanaf het begin vanuit Israël beschuldigd van een pro-PLO houding, hetgeen de publieke opinie in Ierland lange tijd negatief heeft beïnvloed ten aanzien van Israël. UNIFIL is tot op vandaag aanwezig in Zuid-Libanon, met circa 15.000 manschappen (2013) en een jaarbudget van ruim $ 500 miljoen. Nederland leverde in de loop der jaren 9000 soldaten.

De volledige terugtrekking van het Israëlische leger vond pas later in 1978 plaats, nadat het zijn militaire posities in Zuid-Libanon had kunnen overdragen aan de SLA-militie. Israël droeg ook bij aan de bewapening, training en financiering van deze militie. Daarmee begon de voorbereiding van de beter geplande en veel ingrijpender aanval op Libanon door Israël in 1982.

Het resultaat

De schattingen zijn over het algemeen dat er 2000 doden vielen aan Libanese kant voor het moment waarop de hoofdmacht van het Israëlische leger zich had teruggetrokken. Veel doden vielen door het gebruik van Amerikaanse clusterbommen (zonder toestemming van de VS). Het militaire doel van de operatie was de vernietiging of op zijn minst het ernstig verzwakken van de PLO. Met name in die zin dat de feitelijke staat-in-de-staat die de PLO in Zuid-Libanon had gecreëerd ophield te bestaan en de PLO niet meer in staat zou zijn tot verzets- en aanvalsacties in of vanuit Libanon. Israël bereikte dat doel niet. Ook de komst van de VN-vredesmacht UNIFIL in Zuid-Libanon leidde niet tot het stoppen van de Palestijnse guerrillastrijd. Hetzelfde gold voor de “veiligheidszone” onder beheer van een door Israël gesteunde christelijke militieleider.

 

Literatuursuggesties:

1. Fisk, Robert. Pity the Nation: The Abduction of Lebanon. Nation Books, 2002.

2. Avi Shlaim, Avi. The Iron Wall. Israel and the Arab World. W. W. Norton & Company, 2001.

3. Soffer, Arnon. The Litani River: Fact and Fiction. Middle Eastern Studies, Vol. 30, No. 4, October 1994, 963-74.

4. Hirst, David. Beware of Small States: Lebanon, Battleground of the Middle East. New York, Nation Books, 2010.

5. El Khazen, Farid. The Breakdown of the State in Lebanon, 1967-1976. Cambridge, Mass., Harvard University Press, 2000.

6. Yaniv, Avner. Dilemmas of Security: Politics, Strategy, and the Israeli Experience in Lebanon. New York, Oxford University Press, 1987.

7. Evron, Yair. Lebanon: The Israeli-Syrian Deterrence Dialogue. London, Croom Helm, 1987.

8. Hollis, Rosemary and Nadim Shehadi, eds. Lebanon on Hold: Implications for Middle East Peace. London, The Royal Institute of International Affairs and the Centre for Lebanese Studies, 1996.

Sites en zoektermen:

1. Carter South Lebanon conflict

2. Noam Chomsky, Israel Lebanon Peace Process

3. Lebanon links, American intervention

4. Eisenhower doctrine, Lebanon

5. Nixon doctrine, Lebanon

6. Israel, South Lebanon army

7. Global Security, Lebanon civil war 1975-1991

8. zionists Lebanon Litani

9. un peacekeeping missions unifil

CITAAT:

I considered this major invasion to be an overreaction to the PLO attack (…) and perhaps part of a plan to establish a permanent Israeli presence in Southern Lebanon.” Jimmy Carter, oud-president van de Verenigde Staten in “Palestine, Peace not Apartheid”, 2006, blz. 44.