Naoorlogse wereld

Door: Jan Schnerr - Laatst aangepast op: 13 juni 2012
Na 1945 raakten miljoenen mensen in Europa, onder wie joden, op drift: geen huis, geen familie, geen papieren: "displaced persons"

Na 1945 raakten miljoenen mensen in Europa, onder wie joden, op drift: geen huis, geen familie, geen papieren: “displaced persons”

Einde van het Engelse imperium

Na de Duitse capitulatie in 1945 waren de Europese koloniale machten verzwakt. De macht over het Suezkanaal was nog in handen van de Engelsen en Fransen gezamenlijk. De Fransen hadden nog koloniale posities in Noord-Afrika, Libanon en Syrië. In de twee laatstgenoemde landen was de onafhankelijkheid al in 1946 niet meer tegen te houden. De Engelsen waren present in Egypte (van 1880 tot 1952), Palestina, Jordanië, Cyprus en tot op zekere hoogte ook in Libanon en Syrië. De nieuwe opkomende macht, de Verenigde Staten nam de rol van grootmacht in de regio over in de tien jaar tussen 1945 en 1956 (de Suezcrisis). De Suezoorlog was het definitieve keerpunt. In de jaren ‘60 kwam een toenadering tussen de VS en Israël op gang die in de oorlog van 1967 definitief werd bezegeld. Egypte, een cruciaal land voor de internationale verhoudingen rond Israël had zich in de jaren ’50 strategisch georiënteerd op de communistische Sovjet-Unie maar maakte zich daar vanaf 1970 geleidelijk van los. Het kwam in de tweede helft van de jaren ’70 onder “patronage” van de VS. Zijn invloed in de Arabische wereld nam daarna af. Turkije, Iran (Perzië) en Saoedie-Arabië hadden nog niet hun huidige economische kracht en politieke invloed.

De staat Israël is van meet af aan in het Midden-Oosten gezien als een restant van het Europese kolonialisme.

Engels vertrek uit Palestina

In Palestina waren de gevechten van de Engelsen met de zionistische strijdgroepen al in oktober 1945 begonnen en de Engeland had reeds in december 1945 een troepenmacht van 80.000 manschappen op de been in Palestina. De spanningen liepen extra hoog op door de toenemende stroom van joden uit Europa, merendeels “displaced persons”, die de vervolgingen hadden overleefd. Dit leidde tot zeer ernstige incidenten met veel slachtoffers tussen Engelsen en zionisten en tot terreur van joodse zijde. Hoewel veel Europese joden de voorkeur hadden voor de VS als einddoel, gold daar een stringent toelatingsbeleid. Tezamen met andere koloniale engagementen ging dat de krachten van het door de oorlog uitgeputte Engeland te boven. De Engelse Labourregering besloot in 1947 en 1948 na overleg met de regering van de VS het koloniale bestuur over India en Palestina te beëindigen evenals de militaire steun aan Griekenland en Turkije. Het Britse Mandaat over Palestina (het huidige Israël en de bezette gebieden plus Jordanië) werd teruggegeven aan de Verenigde Naties. Daar werd verder op politiek vlak de strijd tussen joden en Palestijnen gevoerd. Na het ontstaan van de staat Israël was tot 1955 de meeste spanning in het grensgebied tussen de joodse staat en Jordanië. Daarna verplaatste de belangrijkste spanningshaard zich naar de grens tussen Israël en Egypte.

VS: nieuwe macht in Midden-Oosten

De naweeën van de koloniale verhoudingen kwamen op verschillende plaatsen tot uiting. Mede omdat de Verenigde Staten na de oorlog tot in de jaren ‘70 behoedzaam opereerden verdween de erfenis van de uit de koloniale tijd stammende relaties en coalities tussen Europese machten en oude Arabische elites en etnische groepen niet direct. De Fransen hadden nauwe banden met de christenen in Libanon, een band die wederzijds nog tientallen jaren is gebruikt voor beider politieke doeleinden. In Jordanië is de Engelse invloed maar zeer geleidelijk “vervangen” door de Amerikaanse. De massale instroom van Palestijnse vluchtelingen in Jordanië vanaf 1948, dwong de elite rond het koningshuis tot evenwichtspolitiek. Egypte wendde zich begin jaren ’50 af van het Westen, zocht steun bij de Sovjet-Unie en werkte aan coalities in de Arabische wereld. Na de overwinning van de zionisten in 1948 was de relatie tussen hen en de Engelsen bekoeld. De veel betere relatie met de Amerikanen zette zich nog niet om in een politiek-strategische of militaire alliantie. Het nieuwe Israël werkte tot begin jaren ’60 in het geheim nauw samen met de Fransen op een cruciaal terrein: de ontwikkeling van een atoomwapen.

Het eerste strategische belang van de VS werd het indammen van de Sovjet-Unie: de Koude oorlog. Het Britse imperium werd tegen die achtergrond gezien als negatieve factor, het wekte anti-Westerse gevoelens op en paste niet in de Amerikaanse visie op vrijhandel. Het breekpunt was de interventie van de VS tegen de Engels-Frans-Israëlische aanval op Egypte in 1956 die de controle over het Suezkanaal als voornaamste doel had. Na deze mislukte oorlog trokken de Engelsen zich terug op het eigen land. De onevenredig grote militaire macht die zij daarna in stand hielden verhoogde hun nuttigheidsfunctie binnen het “Amerikaanse systeem”. De Amerikaanse opstelling tijdens de Suezcrisis bezorgde de VS in het Midden-Oosten gedurende een decennium de naam een min of meer onpartijdige macht te zijn. Onder het presidentsschap van Lyndon Johnston werd de Amerikaanse politiek uitgesproken pro-Israëlisch met de juni-oorlog van 1967 als keerpunt en werd de VS uiteindelijk het meest gehate land in het Midden-oosten.

Brandhaarden elders; communisme

De “Koude Oorlog” tussen Europa en de VS enerzijds en Rusland (later: het Sovjet-blok) anderzijds begon vrijwel onmiddellijk na de oorlog. Deze spanning rond het Europese “theater” breidde zich uit tot een wereldwijde concurrentiestrijd, gepaard gaande met revoluties en regionale oorlogen, tussen het communistische model en het vrije markt-model. De Communistische partij nam in China in 1949 de macht over. De Koreaanse oorlog kostte vier tot vijf miljoen mensen het leven en leidde tot een Noord- en een Zuid-Korea. De oorlog in de Franse kolonie Indochina van 1946 tot 1954 resulteerde ondanks uitgebreide Amerikaanse steun voor Frankrijk, in een onafhankelijk, communistisch Noord-Vietnam. De onafhankelijkheidsstrijd in Algerije kostte 350.000 tot 1,5 miljoen (afhankelijk van de bron) Algerijnen het leven. De enorme behoefte aan olie maakte het Midden-Oosten tot en met Iran tot een strategisch gebied. Het installeren van het Shah-regiem in 1953 door de Amerikanen bracht een van de eerste strategische operaties waarbij Israël, met name zijn geheime dienst, de Amerikanen behulpzaam kon zijn. De VS concentreerden zich op de bronnen rond de Perzische Golf en op het Arabisch schiereiland en de vrije doorvaart in het Suezkanaal en de Perzische Golf. Palestina en zijn havens speelden hierin geen rol meer.

De jonge staat Israël had de sympathie van het Amerikaanse publiek en de steun van een geleidelijk in kracht toenemende pro-Israëllobby. De politiek-strategische prioriteiten van Washington lagen echter in Europa en Azië.

Duitse behoedzaamheid

Duitsland werd opgedeeld in vier zones: De Amerikaanse, Franse, Britse en Russische zone. Dit werd geregeld tijdens de twee conferenties van de overwinnaars: de Yalta Conferentie en de Potsdam Conferentie. Beide in 1945. Al snel werd de “Duitse deling”, in Oost-Duitsland (de DDR) en West-Duitsland het kristallisatiepunt van de Koude Oorlog. In Potsdam werd bepaald dat Duitsland te zijner tijd weer herenigd zou worden als het daar in de ogen van de overwinnaars klaar voor was. Deze hereniging werd het centrale doel van de Duitse politiek, met passieve steun van de westerse machten. Dit gegeven was er de oorzaak van dat de samenwerking met de joodse staat, inclusief de (financiële) “Wiedergutmachung” in de jaren ’50 traag op gang kwam en aanvankelijk in het geheim plaatsvond. Het onafhankelijke Egypte (dat in die jaren ideologisch een leidende rol had in de Arabische wereld) speelde in de jaren ’50 Oost- en West-Duitsland tegen elkaar uit, in verband waarmee West-Duitsland tot midden jaren ’60 zeer voorzichtig opereerde in zijn betrekkingen met Israël.

 

Literatuursuggesties:

1. Judt, Tony. “Na de oorlog. Een geschiedenis van Europa sinds 1945”. 6e druk, 2010, Ned. vert., Amsterdam (?), uitg. Contact.

2. Khalidi, Rashid. “Sowing Crisis: The Cold War and American Dominance in the Middle East”. Boston, Beacon Press, 2009.

3. Yezid Sayigh, Yezid en Shlaim, Avi, ed. “The Cold War and the Middle East”. Oxford, Clarendon Press, 1997.

4. Lenczowski, George. American Presidents and the Middle East. Duke University Press, 1990.

5. Smith, Charles D. Palestine and the Arab-Israeli Conflict. A History with Documents. Boston/NY, Bedford/St. Martin’s, 7e ed., 2010.

6. Takeyh, Ray. The Origins of the Eisenhower Doctrine: The US, Britain and Nasser’s Egypt, 1953-57. New York, St. Martin’s Press, 2001.

Sites en zoektermen:

1. policyalmanac israel united states relations

2. american diplomacy foster dulles israel

3. eisenhower doctrine

4. teaching history US Egypt in the 1950s

5. cold war middle east

Suggesties voor scripties, werkstukken, nader onderzoek:

1. De Amerikaans-Engelse spanningen tijdens de Suezcrisis

2. De oorlog van 1967 als confrontatie tussen Amerikaanse en Russische militaire technologie

CITATEN:

1. “World War II, the second round of the German war, broke Britain’s power. Britain lost the war not to Germany but to the United States. (…) Though it retained its empire, its ability to hold it depended on the United States.” Stratfor weekly, George Friedman, 07/05/2012,

2. “Bijna vier jaren, nadat Wereldoorlog II officieel tot een einde kwam, bevinden zich nog millioenen burgers ver van eigen haard. Aan dit leger van vluchtelingen werden zelfs tengevolge van politieke strijd en oorlogsgeweld in Europa en in het Midden- en Verre Oosten wederom millioenen toegevoegd.” Keesings Historisch Archief, nr. 928, 27 maart – 2 april 1949.