Islam

Door: Jan Schnerr - Laatst aangepast op: 3 oktober 2013

Palestijnen bidden bij de Koepel van de Rots (Al-Quds, Dome of the Rock) op 17 augustus 2012 op de laatste vrijdag van de Ramadan (foto: AFP/Hazem Bader)

Samenvatting

Palestijnen zijn in zeer grote meerderheid moslim: meer dan 90%. Er zijn in Israël en de bezette gebieden daarnaast rond 6% christenen. Verhoudingsgewijs zijn er meer christenen dan moslims sinds het begin van de twintigste eeuw geëmigreerd; het percentage christenen was dus in het traditionele Palestina hoger. Christenen, moslims en joden hadden tot begin twintigste eeuw eeuwenlang in betrekkelijke tolerantie naast elkaar geleefd. In de cultuur van het Midden-Oosten konden religieuze minderheden naast de moslim meerderheid leven. De godsdienstige status van een persoon had en heeft betekenis voor de vraag welke regels van familierecht en eigendomsrecht van toepassing zijn. Ook de Palestijnse maatschappij kent islamitische rechtbanken waarvan men in beroep kan gaan bij het Palestijns Constitutioneel Hof. Overigens zijn er ook door de Palestijnse overheid vastgestelde (seculiere) wetten. Zo heeft Palestina een Grondwet: de Palestinian National Authority Basic Law (die onder meer Jeruzalem tot hoofdstad van de Palestijnse staat verklaard).

Jeruzalem heeft voor de gehele islamitische wereld grote religieuze en symbolische betekenis. Sinds de Israëlische bezetting in 1967 is daarmee ook de politieke betekenis van Jeruzalem zeer sterk toegenomen. Joodse kolonisten hebben al in het begin van de twintigste eeuw gepoogd heiligdommen, met name de Klaagmuur, in bezit te krijgen. Toch had het Palestijnse nationalisme tot rond 1980 vooral een seculier karakter. De Israëlische veroveringen van 1967 hadden tot een grote opleving van het religieuze element in het Israëlische zionisme geleid. Vanaf de jaren ’70 begon mede als gevolg daarvan de actieve kolonisatie van bezet Palestijns gebied vaart te krijgen. Joodse groeperingen, gesteund door de staat legden claims op heiligdommen. In reactie op deze ontwikkelingen werden religieuze stromingen binnen het Palestijnse verzet belangrijker. Hoewel de strijd tegen de bezetting in essentie een gevecht is om het behoud van land en economische hulpbronnen, heeft het Israëlisch-Palestijns conflict ook aan Palestijnse kant een sterk religieuze lading gekregen.

De Palestijnse moslims maken deel uit van de overstijgende islamitische cultuurkring. In het onderstaande uitgebreidere artikel wordt daarom om te beginnen beknopt enkele hoofdpunten uit de islam en de islamitische cultuur behandeld:

  • Ontstaan en verbreiding van de islam
  • De Koran
  • De wetten en de vijf zuilen van de islam
  • De Profeet Mohammed
  • Stromingen: soenniten en shiiten
  • De islam en politiek
  • De sharia
  • De geestelijke, de moskee

 

DE ISLAM

Hieronder volgt een overzicht van de verschillende aspecten van de islam in het algemeen. Het laatste gedeelte van dit artikel gaat in op de Palestijnse natie en de islam.

Skyline in de Oriënt

Ontstaan en verbreiding van de islam

De islam is rond het jaar 630 van de christelijke jaartelling ontstaan in de streek van Mekka en Medina in het huidige Saoedi-Arabië. De stichter was Mohammed, die als De Profeet wordt vereerd. Na zijn dood breidde het rijk van de islam zich razendsnel uit. In 636 werd Jeruzalem bezet. In 641 Alexandrië. In dat jaar werden ook de Perzen verslagen. In 711 staken de moslims de Straat van Gibraltar over. In 732 werd de uitbreiding in Europa gestopt door de nederlaag bij Poitiers. In Azië vonden in die jaren uitbreidingen plaats naar Turkestan en Noord-India.

De bevolking in de nieuwe gebieden werd niet gedwongen moslim te worden. Later, toen steeds meer niet-Arabieren tot de islam overgingen kwam er een besef van een universele godsdienst. Niet-islamitische minderheden bleven bijna overal bestaan. Zij genoten bescherming onder twee voorwaarden: zij gehoorzaamden het staatsgezag en betaalden een aparte belasting. Ook in het latere Palestina was dat voor christenen en joden de situatie toen de Engelsen in 1920 het mandaat over het gebied kregen.

Hierachter schuilt een fundamenteel verschil met het Europese christendom. Het christendom werd (in het Romeinse rijk) pas na eeuwen staatsgodsdienst, waarna de christenen andere godsdiensten begonnen te vervolgen. Behalve de joden werden uiteindelijk alle niet-christelijke minderheden weggezuiverd. L. Brugman: “De islam begon als staat en het christendom heeft zich nooit helemaal met een staat vereenzelvigd.” De christenen behielden hun eigen kerkelijke “staat” en hiërarchie. De verweving van de islam met de staat bleef.

Er zijn (2013) 1,6 tot 1,7 miljard moslims op de wereld. 55 landen in de wereld worden als “moslimlanden” gekenschetst. Zeer grote moslimlanden (met meer dan 150 miljoen moslims) liggen buiten de Arabische wereld: Bangladesh, Pakistan en Indonesië. Ook het voornamelijk hindoeïstische India telt meer dan 150 miljoen moslims. In Europa leven ongeveer 45 miljoen moslims, waarvan 15 miljoen in West- en Midden-Europa.

De Koran

De Koran heeft de omvang van het Nieuwe testament en is verdeeld in hoofdstukken, soera’s. De centrale plaats die Jezus voor veel christenen heeft als goddelijke figuur komt niet overeen met de plaats die Mohammed heeft voor de moslim. Goddelijke status valt in de islam eerder toe aan de Koran. En dan niet in de eerste plaats de inhoud maar de Koran als het heilige boek op zichzelf. Het boek bestaat voor een groot deel uit korte fragmenten zonder veel onderling verband. De Koran is volgens deskundigen enkele jaren na de dood van Mohammed neergeschreven. De huidige tekst is vermoedelijk grotendeels autenthiek. Volgens de traditie in de islam heeft God zijn Profeet de teksten ingefluisterd. Deze openbaring vond plaats tussen 612 tot 632. De Koran zelf geeft weinig informatie over de inhoud van het geloof. L. Brugman: “Uitdrukkingen als ‘het recht van de Koran’ of de ‘leer van de Koran’ zeggen (…) weinig, want de Koran bevat geen samenhangend rechtsstelsel en evenmin een samenhangende dogmatiek, maar een aantal fragmentarische uitspraken, een enkel detail, enkele grondgedachten, niet uitgewerkt tot een systeem.” De Koran bevat verwijzingen naar bijbelse verhalen. Onder andere naar Abraham Ismaël, de “stamvader van de Arabieren”. Een verwarrend aspect is dat de Koran veel toespelingen bevat op actuele gebeurtenissen in de zevende eeuw, waarvan de precieze toedracht bekend werd verondersteld bij de vroege lezers van het boek.

Belangrijker dan de inhoud van de Koran zijn de religieuze wetten. De islam wordt evenals de joodse godsdienst een wettische godsdienst genoemd: er zijn zeer veel gedragsregels. Met andere woorden: hoewel het uiteraard belangrijk is om het juiste te geloven, is het nog belangrijker om het juiste te doen. De kern van de plichten die de wet de moslim oplegt wordt gevormd door de zogenaamde “vijf zuilen van de islam”.

De wetten en de vijf zuilen van de islam

Het is het complexe geheel van verplichtingen dat het centrum vormt van het geloof. Niet, zoals gezegd, het leven en sterven van de Profeet en niet de vragen rond zonde en verlossing die in het christendom centraal staan. Dat geheel, inclusief de onderstaande vijf plichten en het complex van regels betreffende strafrecht, maar ook bepalingen van burgerrechtelijke aard en dat alles tot in detail uitgewerkt, heeft zijn beslag gekregen rond het jaar 1000 (de Koran bevat een weinig consistente verzameling voorschriften, die waarschijnlijk een modernisering vormen van toenmalige primitieve wetten). Het geheel wordt aangeduid met “shari’a”.

De vijf plichten zijn:

  • De geloofsbelijdenis: “Er is geen God dan Allah en Mohammed is zijn Profeet.”
  • Het gebed. Dit is omgeven met enkele rituelen en moet vijf maal per dag worden verricht. Deze dagelijkse cyclus, het eerste gebed is vóór zonsopgang, bepaald deels het levensritme van de gelovige moslim.
  • De Ramadan, het vasten overdag gedurende een maand per jaar. Deze gezamenlijke inspanning, met de rituelen en tradities eromheen, kweekt een groot gevoel van verbondenheid.
  • De bedevaart naar Mekka.
  • De weldadigheid, de verplichte aalmoes. In de moderne tijd van minder belang. Vroeger had het de trekken van een belastingsysteem met ingewikkelde regels.

De Profeet Mohammed

De historische Mohammed was een eenvoudige koopman in Mekka. Hij week uit van Mekka naar Medina en stichtte daar een staatje. Hij veroverde Mekka in 630. Toch wordt hij ook door historici, meer gezien als een staatsman dan als een legeraanvoerder. De uitbreiding van het moslimse rijk buiten het Arabisch schiereiland begon na zijn dood in 632. Mohammed is in de islam nooit vergoddelijkt, zoals Jezus als de Zoon van God. Niet het leven en het sterven van de stichter van de godsdienst staat centraal zoals in een aantal stromingen binnen het christendom, maar het woord van God, dat door Mohammed als boodschapper werd overgebracht.

Stromingen: soenniten en shiiten

Spanningen tussen shiiten (die de ayatollah’s als reflectie van God op aarde zien) en soenniten (die groot belang hechten aan de overleveringen van Mohammed) hebben overal in de moslimwereld plaatsgevonden. In het Midden-Oosten zijn die spanningen de laatste decennia toegenomen als gevolg van politieke spanningen tussen staten. De religieuze tegenstelling soennieten – shiiten wordt deels geïnstrumentaliseerd ten behoeve van belangentegenstellingen. De voornaamste tegenstelling doet zich voor tussen enerzijds de staten op het Arabisch schiereiland en anderzijds de “shiitische as”, IranSyrië – de Libanese Hezbollah. Hoewel er aanzienlijke religieuze verschillen zijn, beschouwt slechts 40% van de soenniten de shiiten niet als goede moslims (2013, Pew Research Center). Het godsdienstfanatisme wordt volgens veel analisten bevorderd en gefinancierd door Saoedi-Arabië, Koeweit en Qatar.

Jonge moslim in moskee

De islam en politiek

In westerse landen is een discussie gaande over de vraag of de islam en democratie verenigbaar zijn. Binnen die discussie is godsdienst en cultuur in bredere zin vaak moeilijk te onderscheiden. (Chantal Mouffe:) “Veel regio’s in de wereld delen bijvoorbeeld niet het diepgaande individualisme dat het Westen [sinds de Verlichting, JS] kenmerkt en dat zijn weerslag vindt in onze omgang met democratie. Als de gemeenschap belangrijker is dan het individu, dan heeft dat uiteraard consequenties voor de democratie. In islamitische culturen bijvoorbeeld is de gemeenschap belangrijker dan het individu. De “vrijheid” van het individu in een democratie staat er dan ook in een andere verhouding tot het belang van de gemeenschap.” Kortom: dat de islam niet kan samengaan met de liberale democratie is een veel gehoorde stelling. Er zijn echter ook deskundigen die menen dat democratische verkiezingen binnen de Islamitische staten wel mogelijk zijn. Politicologe Sonja van Wichelen laat zien dat de moslimpolitiek in Indonesië zich niet tegen democratische principes verweert, maar zich juist op die principes baseert. Voorbeelden van meer of minder democratische staatsvormen met een gekozen parlement zijn: Tunesië, Turkije, Marokko, Pakistan en Bangladesh.

De sharia

De sharia ofwel de islamitische wet, biedt een morele en juridische relevante leidraad voor vrijwel alle aspecten van het persoonlijke en familieleven, zoals huwelijk, scheiding, erfenis, contracten en strafrechtelijke zaken. De meeste andere gebieden van het maatschappelijk leven vallen, zeker in gematigde islamitische landen, onder de regelgevende bevoegdheid van de burgerlijke overheid. In de brede betekenis van het woord sharia heeft het betrekking op de ethische beginselen die zijn neergelegd of worden bedoeld in de koran en de schriftelijk overgeleverde voorbeelden van het (juiste) handelen van de profeet Mohammed (de sunna). Op concreter niveau is er nog de “fiqh”: de jurisprudentie die is voortgekomen uit de toepassing van de koran en de sunna. De meest vergaande opvatting is dat de sharia in zijn volle omvang voor alle burgers in een land van toepassing moeten zijn. In een aantal moslimlanden vindt een meerderheid echter dat de sharia alleen voor moslims moet gelden. Elders gaat een meerderheid nog minder ver en is van mening dat religieuze rechtbanken (alleen) uitspraken mogen doen over familie – en eigendomskwesties. Tenslotte zijn er moslimlanden (Tunesië bijvoorbeeld) waar ook deze religieuze rechtbanken zijn afgeschaft. In het Midden-Oosten, inclusief Palestina, neemt onder de jongere generatie de steun voor de sharia af (Pew, 2013).

De geestelijke, de moskee

Een kerkelijke structuur zoals een hiërarchie van bisschoppen en priesters, een synode of een moderamen ontbreekt in de islam. Imams en moskeepredikers worden aangesteld door verenigingen of hier en daar door de staat. De staat behoort in de visie van veel moslims de hoeder van de godsdienst te zijn.

De Palestijnse natie en de islam

Rond de 93% van de Palestijnen die in Israël en de bezette gebieden wonen behoren tot de islam en wel tot de soennitische stroming daarbinnen (totaal: 5,3 mln.). Ongeveer 6% zijn christen. In Israël ligt het percentage hoger dan het gemiddelde; in de bezette gebieden aanzienlijk lager: 3%. Christelijke Palestijnen zijn in de twintigste eeuw verhoudingsgewijs vaker geëmigreerd dan islamitische. Hun percentage is dus lager dan het was in het begin van de vorige eeuw. In Europa, de Verenigde Staten en Latijns Amerika leven verhoudingsgewijs veel christelijke Palestijnen.

De godsdienstige status van een persoon heeft in de Arabische wereld in het algemeen en ook in Israël en de bezette Palestijnse gebieden belangrijke consequenties. Dat geldt in het algemeen overigens ook voor niet-moslim minderheden, zoals christenen. Deze consequenties liggen in de Palestijnse maatschappij vooral op het gebied van het personenrecht en het eigendoms- en erfrecht. Dat komt bijvoorbeeld tot uiting bij overgang naar een andere godsdienst, iets dat in alle landen in de regio zeer gevoelig ligt. Kwesties op deze gebieden, vaak samenhangend met huwelijk en scheiding, komen in principe voor een islamitische rechtbank, een “sharia court”, met beroepsmogelijkheid. Hoger beroep is mogelijk bij het Palestijns Constitutioneel Hof.

De religieuze betekenis van Palestina en de stad Jeruzalem in de islam wordt alleen overtroffen door de steden Mekka en Medina. Palestina staat in verband met belangrijke episodes en personen uit de koran, zoals de profeten Abraham en Mohammed. Het religieuze centrum is de al-Aqsa moskee in Jeruzalem. Het feit dat de moslimgemeenschap geen zeggenschap meer heeft over dit complex is voor de hele moslimwereld een onverteerbare zaak. Palestina was ook het gebied waar in de loop van de historie de islam telkens weer werd bedreigd door christelijke of joodse veroveraars: de kruistochten, de Britse en Franse kolonisatoren vanaf het eind van de achttiende eeuw, het Britse mandaat en de zionistische kolonisatie.

Gedurende de eerste helft van de twintigste eeuw nam de symbolische betekenis van Jeruzalem toe, voor moslims en voor religieuze joden. Door de joodse kolonistengemeenschap, met steun van joods-zionistische organisaties in het Westen, werden pogingen ondernomen om voor joden heilige plaatsen te kopen van de islamitische stichtingen die eigenaar waren. De Klaagmuur begon een centrale rol te spelen. In Jeruzalem en Hebron vonden in de jaren ’20 bloedige rellen plaats. Volgens het islamitische concept van de “waqf” had God hen met het beheer van de heilige plaatsen belast (enigzins overeenkomend met “rentmeesterschap”). Een organisatie als Hamas beschouwt (officieel) geheel Palestina als een waqf, waarover geen concessies mogen worden gedaan.

Niettemin was het voor de Tweede Wereldoorlog opkomende Palestijnse nationalisme in de eerste plaats seculier. Dat veranderde na de sterke opleving van het religieuze zionisme in Israël in de jaren ’70 en ’80 van de vorige eeuw. De kolonistenbeweging kreeg in die jaren vaart en werd een bedreiging voor de Palestijnen in de bezette gebieden. In reactie daarop ontstonden aan Palestijnse kant krachtige religieus geïnspireerde bewegingen. Hamas en de Islamitische Jihad zijn de bekendste. De verovering in 1967 van Oost-Jeruzalem, het qua religieuze symboliek belangrijkste deel van de stad, heeft het conflict tussen joden en Palestijnen een belangrijke religieuze impuls gegeven. De bijbelse fundering van de kolonisatie van de bezette gebieden door Israël had hetzelfde effect. Als gevolg van het Israëlische geweld tijdens de eerste Palestijnse volksopstand, die begon in 1987 is een deel van Palestijnse bevolking in religieus opzicht geradicaliseerd.

 

Literatuursuggesties:

  1. The Oxford History of Islam
  2. The Oxford Encyclopedia of the Modern Islamic World
  3. De Koran. In de vertaling van prof. dr. J.H. Kramers, bewerkt door drs. A. Jaber en dr. J.J.G Jansen, uitgeverij de Arbeiderspers, 2003
  4. Berkey, Jonathan P. The Formation of Islam: Religion and Society in the Near East, 600-1800. Cambridge: Cambridge University Press, 2002.
  5. Kepel, Gilles. The revenge of God: The resurgence of Islam, Christianity and Judaism in the modern world. Cambridge, Polity, 1994.
  6. Roy, Sara. Between Extremism and Civism: Political Islam in Palestine. Princeton University Press, 2010.
  7. Kennedy, Hugh. The Prophet and the Age of the Caliphates. London: Longman, 1989.
  8. Brugman, J. De zuilen van de islam. Amsterdam, Meulenhof, 1985.
  9. De Islam. P.S. van Koningsveld
  10. Berger, Maurits. Islam onder mijn huid. Contact, 2003
  11. Fares, Ibrahim. Freedom of Religion in Palestine: Converting Religions, JURIST – Dateline, May 1, 2013
  12. Johnson, Nels (red.). Islam and the Politics of Meaning in Palestinian NationalismRoutledge, 2013
  13. Lybarger, Loren. Identity and religion in Palestine: the struggle between Islamism and secularism in the occupied territories. Princeton University Press, 2007.

Sites en zoektermen:

  1. pewforum.org the-worlds-muslims
  2. Leiden islam blog
  3. Helga Baumgarten politieke islam Palestina
  4. Khaled Hroub islamism
  5. Merip islamist ngo’s in Palestine

CITAAT:

1. “In fact, his (Egyptische ex-president Anwar Sadat) assassination at the hands of Muslim militants in 1980 might be attributed to his failure to save Jerusalem from Jewish control, as the Egyptian-Israeli peace treaty did not address the issue of Jerusalem or challenge Israel’s annexation of the city.” Ziad Abu-Amr, “Our Jeruzalem” in: Palestine-Israel Journal, vol. 2, no. 2, 1995.

2. “Ik ben een Palestijn en mijn godsdienst is de Israëlische, maar Joods ben ik niet.” Hoesni Cohen, een voorman van de Samaritanen, TROUW, 29/07/2011