“Delegitimatie”

Door: Jan Schnerr - Laatst aangepast op: 26 juli 2013

schildering op de door Israël gebouwde muur; circa 2009

Samenvatting

Delegitimeren is een woord dat men tot voor kort in het Nederlands taalgebruik niet of nauwelijks tegenkwam. In het Engels wordt “delegitimization” de laatste jaren vaker gebruikt en dan vooral in verband met Israël. In het algemeen, dus los van Israël staat delegitimeren voor spreken of schrijven over iets of over een groep mensen, alsof zij niet zouden behoren te bestaan of gemarginaliseerd zouden moeten worden. Toegepast op Israël wordt de term “delegitimatie” vrijwel altijd in een zeer negatieve context gebruikt door critici van de Israëlboycot: “De voorstanders van een boycot ontkennen het bestaansrecht van Israël als joodse staat. Israël is met andere woorden, niet legitiem. Dus deze voorstanders ontkennen het recht dat joden hebben op een eigen staat”.

Daarbij gaat het in de kern om de vraag of het juist is dat een recht op zelfbeschikking van joden alleen kan worden gerealiseerd in een eigen staat voor joden. “Zelfbeschikking” houdt in dat een individuele mens of een groep zich kan ontplooien in een omgeving die ruimte laat voor zijn eigen cultureel-godsdienstige identiteit.

Zelfbeschikking staat op gespannen voet met integratie (gedeeltelijke aanpassing aan de meerderheidscultuur) en staat haaks op assimilatie (volledige aanpassing aan de meerderheidscultuur). In de discussie over delegitimatie van Israël wordt er meestal impliciet vanuit gegaan dat joden collectief zo’n sterke eigen cultureel-godsdienstige identiteit hebben, dat het samenleven in een multiculturele staat met gelijke rechten voor iedereen, voor hen een existentiële bedreiging zou zijn.

De stelling die vanuit sommige zionistische kringen naar voren wordt gebracht luidt (samengevat): “De boycot van Israël delegitimeert de joodse staat, ontkent dus het recht van joden om te leven in een land waarin zij tot zelfontplooiing kunnen komen, discrimineert daarom joden en is dus antisemitisch of in elk geval racistisch.”

Om deze stelling overeind te houden zijn verschillende aannamen nodig. Onder andere: Het verdwijnen van de joodse staat Israël zou, nog los van het aspect van zelfbestemming/zelfontplooiing, bovendien gevaarlijk zijn voor joden. Zij hebben met het oog op potentiële bedreigingen (toekomstige vervolgingen als gevolg van het “eeuwige” antisemitisme) een veilige thuishaven nodig, een staat waartoe alleen joden automatisch toegang hebben.

In progressieve joodse kring, vooral in de VS vindt een heftige discussie plaats over de boycot. Het conservatieve standpunt luidt ongeveer als volgt:
De boycot is een strategische bedreiging van de joodse staat en dus kwalijker dan bezetting of niet gelijke rechten voor joden en Palestijnen.

Een minderheid vindt:
De politiek van bezetting en de kwestie van het ontbreken van gelijke rechten zijn op den duur bedreigender voor de joodse staat dan een boycot, die een nuttig drukmiddel kan zijn om de (voor joden) gevaarlijke regeringspolitiek te doen veranderen.

 

BOYCOTTEN = DELEGITIMEREN? DELEGITIMEREN = ANTISEMITISCH?

  1. Wat is “delegitimeren”?
  2. Het “recht op zelfbeschikking”
  3. Het verband tussen “zelfbeschikking” en “eigen staat”
  4. Delegitimering en antisemitisme
  5. BDS en delegitimering
  6. Liberale zionisten en de boycot
  7. “Boycot = vernietiging van Israël”

Het Reut Instituut ziet Londen als de centrale “hub” van de campagne gericht op “delegitimization of Israel”. Bron: site Electronic Intifada.

1. Wat is “delegitimeren”?

Delegitimeren is een woord dat men tot voor kort in het Nederlands taalgebruik niet of nauwelijks tegenkwam. In het Engels wordt “delegitimization” de laatste jaren vaker gebruikt en dan vooral in verband met Israël. In het algemeen, dus los van Israël staat delegitimeren voor spreken of schrijven over iets of over een groep mensen, alsof zij niet zouden behoren te bestaan of gemarginaliseerd zouden moeten worden. Alsof zij “niet legitiem” zijn. Alsof iets, een entiteit, een staat bijvoorbeeld, op grond van juridische of zelfs morele argumenten geen bestaansrecht heeft.

In het bijzonder toegepast op Israël wordt de term “delegitimatie” vrijwel altijd in een zeer negatieve context gebruikt door critici van de Israëlboycot: “De voorstanders van een boycot ontkennen het bestaansrecht van Israël als joodse staat. Israël is met andere woorden, niet legitiem. Dus deze voorstanders ontkennen het recht dat joden hebben op een eigen staat“.

Het ontkennen van legitimiteit zou in principe ook in neutrale (juridische) zin bedoeld kunnen zijn: “Uitgaande van het internationaal recht kan de vraag worden gesteld of een joodse staat, indien het principe van gelijke rechten voor zijn joodse en niet-joodse burgers zich niet verdraagt met het joodse karakter van die staat, legitiem is”. In dit artikel wordt het woord “delegitimeren” gebruikt met de negatieve connotatie.

Daarbij gaat het in de kern om de vraag of het juist is dat een recht op zelfbeschikking van joden alleen kan worden gerealiseerd in een eigen staat voor joden. Het zionisme beantwoort die vraag positief: joden hebben recht op zelfbeschikking en dus het recht op een eigen staat. In die visie komt het niet legitiem verklaren van de joodse staat neer op het ontnemen aan joden van een existentieel recht: het recht op zelfbeschikking. In de zionistische opvatting moet zo’n joodse staat een staat zijn met een grote joodse meerderheid en een politiek systeem dat het joodse volksdeel blijvende zeggenschap garandeert over regering, wetgeving en de belangrijkste staatsinstellingen. Maar ook over cultuur en identiteit, voorzover de staat daar invloed op heeft; bijvoorbeeld via onderwijs en wetten op religieus gebied en taalgebied.

2. Het “recht op zelfbeschikking”

“Zelfbeschikking” houdt in dat een individuele mens of een groep zich kan ontplooien in een omgeving die ruimte laat voor zijn eigen cultureel-godsdienstige identiteit. In dit artikel gaat het om zelfbeschikking niet van individuen maar van groepen mensen. Vooral gaat het om etnische groepen, dat wil zeggen groepen die een sterke eigen groepsidentiteit hebben. Die komt tot uiting in taal, godsdienst, leefgewoonten en tradities en gezamenlijke historische ervaringen. Men zegt bijvoorbeeld: de Tibetanen hebben recht op zelfbeschikking (omdat zij anders verloren raken in het grote Chinese geheel). Sommigen bedoelen daarmee: de Tibetanen hebben dus recht op een eigen zelfstandige staat. Anderen zeggen: binnen de Chinese staat moeten de Tibetanen eigen politieke instituties krijgen, zoals een deelparlement en een eigen taalwet. Zelfbeschikking staat op gespannen voet met integratie (gedeeltelijke aanpassing aan de meerderheidscultuur) en staat haaks op assimilatie (volledige aanpassing aan de meerderheidscultuur).

3. Het verband tussen “zelfbeschikking” en “eigen staat”

In de discussie over delegitimatie van Israël wordt er meestal impliciet vanuit gegaan dat joden collectief zo’n sterke eigen cultureel-godsdienstige identiteit hebben, dat het samenleven in een multiculturele staat met gelijke rechten voor iedereen, voor hen een existentiële bedreiging zou zijn. Dat is binnen de zionistische beweging niet altijd vanzelfsprekend geweest. De beweging is rond 1895 ontstaan. In de eerste decennia van de twintigste eeuw is binnen het zionisme pas geleidelijk de consensus ontstaan dat de joodse vestiging in Palestina tot een eigen joodse staat moest leiden. Sommigen hebben om die reden afgehaakt (Hannah Arendt), in enkele gevallen heeft die discussie tot onderlinge terreur geleid (de moord op Jacob Israël de Haan). Ook vandaag de dag verschijnen er in de discussies over de één-staat oplossing meningen die neerkomen op één staat voor joden en niet-joden, met gelijke rechten. Eventueel met gescheiden instituties binnen zo’n multiculturele staat. Deelparlementen bijvoorbeeld.

Als men een eigen staat een noodzakelijke voorwaarde acht voor zelfbeschikking van joden, dan kan overigens nog onderscheid gemaakt worden tussen enerzijds het recht van de in Israël wonende joden op zelfbeschikking in Israël/Palestina. En anderzijds de aanspraak die alle joden elders in de wereld ook op dat recht zouden moeten kunnen maken. Daarbij is een relevant aspect dat joden, als zij al in Israël wonen, daar in de recente geschiedenis zijn gearriveerd. Terwijl vrijwel alle andere etnische groepen die een eigen staat of gedeeltelijke autonomie claimen al sinds onheugelijke tijden in “hun” gebied leven.

De discussie over autonomie of een eigen staat voor een etnische groep speelt niet alleen ten aanzien van joden. Soortgelijke discussies doen zich voor rond Koerden, Tibetanen, Zuid-Soedanezen, Tjetchenen en ook in Baskenland, in Bosnië, in Macedonië, in Noord-Ierland en elders. Soms werkt de internationale gemeenschap mee aan het ontstaan van een staat langs etnische scheidslijnen, om erger te voorkomen. De scheiding tussen Pakistan en India na de Tweede Wereldoorlog is daar een voorbeeld van. Europese regeringen stellen zich in principe op het standpunt dat de etnische meerderheid in een eventueel nieuw te vormen staat, de rechten van de “nieuwe minderheid” respecteert. In de meeste gevallen gaat het overigens om etnische groepen die al sinds onheugelijke tijden in het conflictgebied wonen. Wat betreft blank Zuid-Afrika was dat minder het geval en is de situatie enigzins vergelijkbaar met die van de joodse immigranten in Palestina.

4. Delegitimering en antisemitisme

De stelling die vanuit sommige zionistische kringen naar voren wordt gebracht luidt (samengevat): “De boycot van Israël delegitimeert de joodse staat, ontkent dus het recht van joden om te leven in een land waarin zij tot zelfontplooiing kunnen komen en veilig kunnen leven, discrimineert daarom joden en is dus antisemitisch of racistisch.”

Wie deze stelling overeind wil houden zou van verschillende vooronderstellingen uit moeten gaan, die hieronder worden genoemd. Deze vooronderstellingen worden in de delegitimatiediscussie meestal niet expliciet genoemd.

Zelfontplooiing: joden hebben voor hun zelfontplooiing een joodse staat nodig. Vanuit deze vooronderstelling is een multiculturele staat bijvoorbeeld, voor joden en Palestijnen op basis van gelijkwaardigheid, geen optie.

Veilige haven tegen antisemitisme: het verdwijnen van de joodse staat Israël zou, nog los van het aspect van zelfontplooiing/zelfbestemming, gevaarlijk zijn voor joden. Joden hebben met het oog op toekomstige bedreigingen als gevolg van het “eeuwige antisemitisme”, een veilige thuishaven nodig waartoe alleen joden automatisch toegang hebben.

Een boycot bedreigd het joodse karakter van de staat. De boycot bedreigt namelijk, ook al zou hij het bestaansrecht van Israël niet aantasten, het joodse kasrakter van die staat.

Uit het bovenstaande wordt dan de conclusie getrokken dat de boycotbeweging antisemitisch is. De boycotbeweging neemt namelijk het risico voor lief (of beoogt dat zelfs) dat de joodse staat verdwijnt dan wel dat de bestaande staat Israël zijn joodse karakter verliest.

5. BDS en delegitimering

De kern van het verwijt van delegitimeren zit hem dus in de bedreiging die er van een boycot uitgaat voor het joodse karakter van Israël. Als men de wereldwijde BDS-beweging wil toetsen aan dit punt van de dreiging die ervan uit zou gaan voor het joodse karakter van de staat Israël, dan is het nuttig om binnen de boycotbeweging onderscheid te maken tussen meer en minder vergaande vormen van boycot.

Totale boycot van de joodse staat. In zijn doelstelling gericht tegen het karakter van Israël als joodse staat, waarbinnen niet-joden niet gelijke rechten hebben. Zo’n boycot zou zich richten op zowel de bezette gebieden als op Israël-binnen-de-groene-lijn en zowel op de economische relaties als de relaties op de gebieden onderwijs, cultuur en sport. In zijn doelstelling en methode is dit een zeer vergaande boycot, die lijkt op de boycot van Zuid-Afrika in de jaren ’80. Om dit als antisemitisch te kunnen kwalificeren zal men om te beginnen de vooronderstellingen hierboven moeten onderschrijven.

Totale boycot gericht tegen de bezetting. Het doel is druk uitoegenen. Dit type boycot kan moeilijk als antisemitisch worden gekwalificeerd, omdat hij gericht is op een politiek doel, dat haalbaar is en steun vindt in het internationaal recht: het einde van de bezetting.

Beperkte boycot gericht tegen bedrijven en/of personen die actief meewerken of profiteren van de bezetting. Dit richt zich op een politiek doel als hierboven en is in de afweging van doel en middel “politieker” (of: pragmatischer) dan een totale boycot. Bij deze methode wordt nevenschade of “collateral damage”, dat wil zeggen het ook treffen van onschuldigen wellicht geaccepteerd, maar in mindere mate dan bij A en B.

Boycot van bezettingsproducten en/of direct gerelateerde investeringen. Als hierboven maar met beperkte reikwijdte.

De boycottypen die zich richten op de bezetting zijn niet logisch te koppelen aan antisemitisme. Bij de totale boycot van de joodse staat is dat alleen mogelijk door uit te gaan van aannamen die het recht van joden op een joodse staat stellen boven het belang van rechten van anderen, in casu Palestijnen. Met andere woorden: een existentieel belang (dreiging vanwege het eeuwige antisemitisme) boven mensenrechten.

6. Liberale zionisten en de boycot

De aanname “een boycot bedreigd het joodse karakter van de staat Israël” wordt door sommige boycotcritici, anders geformuleerd:

“Een boycot van Israël, ook al richt die zich alleen tegen de bezetting, zal onherroepelijk uitdraaien op het ter discussie stellen van het joodse karakter van de staat Israël. Sterker nog: van sommige boycotters is dat de bedoeling; laten zij dat dan eerlijk zeggen. Zodat progressieve zionisten zich van hen kunnen distantiëren.”

In Amerika hebben publicaties van bijvoorbeeld de liberale zionist Peter Beinart recent (2011/2012) tot zo’n reactie geleid. Beinart bepleit het boycotten van de nederzettingen, omdat hij de bezetting en de kolonisatie van de Palestijnse gebieden op termijn als gevaar ziet voor een joods Israël. Hij is voorstander van een joodse staat maar op voorwaarde dat dat een democratisch staat is. Om die reden zijn veel zionisten, evenals Beinart, ook voorstander van een Palestijnse staat. Wellicht ook omdat Palestijnen binnen Israël dan een keuze hebben: een mindere positie accepteren in een joodse staat of emigreren naar de Palestijnse staat. De stelling zou dan beter verdedigbaar worden dat Israël joods en democratische is.

Een kritisch-zionistische organisatie als J Street deelt niet Beinarts standpunt. De kritiek op “boycotzionisten” zoals Beinart is gebaseerd op een redenering die meestal niet duidelijk naar voren komt. Geparafraseerd: “De staat Israël kan en/of wil geen einde maken aan de bezetting. Een boycotbeweging die zich niettemin de beëindiging van deze bezetting tot doel stelt, zal dus vroeg of laat fundamentele vragen gaan stellen bij de aard van de joodse staat en dus bij het joodse karakter daarvan. Daarom moeten ook progressieve zionisten zich distantiëren van de boycotbeweging.” Deze discussie is in de Verenigde Staten zeer levendig, vooral tussen liberale en “rechtse” zionisten binnen de joodse gemeenschap. De discussie zal scherper worden naarmate de kans op realisatie van de tweestaten oplossing kleiner wordt. Het is in wezen een discussie over loyaliteit die joden buiten Israël wel of niet zouden moeten hebben met Israël.

7. “Boycot = vernietiging van Isrl”

De felheid van de discussie rond de boycot van Israël heeft te maken met het afnemende geloof in de tweestaten oplossing. Tegelijkertijd is er het toenemende besef dat Israël dus in feite op weg is een eenzijdige éénstaat oplossing te realiseren. Dan is het echter (zonder Palestijnse staat) één land met vrijwel evenveel joden als Palestijnen. Dat betekent dat de helft van de bevolking tweederangs inwoners zijn. De conservatieve Israëllobby, onder leiding van de Amerikaanse AIPEC, zal tegen die achtergrond wat betreft het toekomstige Israël kiezen voor “joods” en accepteren dat “joods en democratisch” niet meer aan de orde is. Dit is in lijn met het Israëlische regeringsbeleid.

Vanuit deze gedachtengang – dat de vestiging van joden in de bezette gebieden een blijvende zaak is en dat niet-joden nimmer een gelijke positie zullen kunnen krijgen in de joodse staat – is de boycotbeweging een strategisch gevaar. Deze campagne eist namelijk gelijke rechten voor Palestijnen in de bezette gebieden (en logischerwijs in geheel Israël). En die eis kan in het Israël zoals het zich de laatste jaren ontwikkelt, niet worden gerealiseerd. Althans niet zonder een einde te maken aan het joodse karakter van de staat. Voor de Israëlische regering en de aan haar gelieerde lobby organisaties staat het verdwijnen van het joodse karakter gelijk aan de vernietiging van Israël en dat vormt (zie boven) een existentieel gevaar voor joden. Daarmee is de cirkel van de redenering gesloten: boycot = vernietiging van de joodse staat of zijn joodse karakter = vernietiging van Israël = het begin van het einde van het jodendom.

 

Literatuursuggesties:

  1. Beinart, Peter. The Crisis of Zionism. New York, NY: Times Book, 2012.
  2. Beinart’s Boycott. Merip-site, door Joel Beinin, gepubliceerd 19 maart 2012.
  3. The Delegitimization Challenge: Creating a Political Firewall“, Reut Institute, 14 februari 2010.

Sites en zoektermen:

  1. Peter Beinart boycott
  2. Norman Finkelstein boycott
  3. Podhoretz boycott
  4. J Street boycott
  5. Ali Abunimah boycott
  6. Marwan Barghouti boycott movement
  7. Neve Gordon boycott
  8. Judith Butler boycott
  9. Alan Dershowitz boycott

Citaten:

  1. “The concept of delegitimization has been used as a weapon against Israel’s critics at least as far back as 1975, when then-U.S. Ambassador to the United Nations Daniel Patrick Moynihan accused the international body of delegitimizing Israel by passing a “Zionism is racism ” resolution. That may have been the last time the term was used accurately.” M.J. Rosenberg, Los Angelos Times, 17 juli 2011.
  2. “The transformative change taking place stems from an unholy alliance with some European elites. The radical, brutal, sometimes-fascist Islamic states and organizations that reject Israel share aims with Europeans that deny the right of Jews to self-determination.” Gidi Grinstein, Haaretz, 14/10/2010.
  3. “Beinart altogether ignores the second of the BDS movement’s demands — for full equality for Palestinian citizens of Israel. For someone who believes that Israeli democracy is salvageable, this is a critical omission.” Joel Beinin, Merip, 19 maart 2012.
  4. “The deployment of the several principles and a rich understanding of the structural roots of the trend of delegitimization against Israel may help stem the tide against what is increasingly becoming a strategic threat against the state.” Eran Shayshon, The Jewish Journal, 27 april 2010.