Behandeling Palestijnse gevangenen

Door: Jan Schnerr - Laatst aangepast op: 5 november 2020

met commentaar en advies van Jan Vosters

  1. Samenvatting
  2. Het achterliggend doel van het systeem
  3. Wetten in bezet gebied en het internationaal recht
  4. Verbod op marteling
  5. De ‘afwezigheid’ van het rechtssysteem
  6. Gevangenissen in Israël en bezette gebieden
  7. Omvang van het probleem
  8. Israëlische artsen in internationale context
  9. Artsen en gevangenissen in Israël
  10. Zorgverwaarlozing
  11. Kinderen
  12. Het probleem van contact met ‘buiten’
  13. Politieke gevangenen, “security detainees”
  14. Bewijsvoering en bekentenissen
  15. Hongerstakingen
  16. Educatie/cultuur
  17. Literatuur
  18. Verdere informatie

Samenvatting

Het Israëlische gevangenissysteem in de bezette gebieden is gestoeld op etnische basis: aparte systemen voor Palestijnen en joden. Voor joden wordt recht gesproken door Israëlische rechters, voor Palestijnen door militaire rechtbanken. Gearresteerde of veroordeelde Palestijnen worden gevangen gehouden in bezet gebied dan wel in Israël zelf (in strijd met internationaal recht).

Het gevangenissysteem voor de vijf miljoen Palestijnen1De bijna twee miljoen Palestijnen binnen Israël zelf vallen onder Israëlische recht in bezet gebied valt op door de volgende kenmerken:

  • De rechtsgang voldoet niet aan zelfs de minimale normen.
  • Mishandeling of marteling vindt in het merendeel van de gevallen plaats.
  • De toepassing van het systeem van administratieve hechtenis is een ernstige misstand.
  • De behandeling van vrouwen en kinderen is ver beneden het niveau van een rechtstaat.
  • De strafmaat is extreem, evenals het aantal arrestaties en veroordelingen.
  • Het merendeel van de gevangenen is te beschouwen als politieke gevangene.
  • Individuele en collectieve bestraffing vinden vaak in samenhang plaats.
  • Het gevangenisregiem is wreed; de medische zorg bijvoorbeeld, moet worden gekwalificeerd als doelbewuste verwaarlozing.

Het bovenstaande, in combinatie met huisarresten, huisuitzettingsbevelen, nachtelijke razzia’s en vele vormen van collectieve bestraffing lijken erop gericht om de Palestijnse gemeenschap te breken, kinderen en jongeren te traumatiseren en families ertoe te bewegen plaats te maken voor joodse kolonisten. Als voorbeeld bezet Oost-Jeruzalem, dat een cruciale rol speelt in het door de internationale gemeenschap aanvaardde tweestaten concept. Van 2015 tot augustus 2020 zijn in Oost-Jeruzalem 11.000 Palestijnen opgepakt, waaronder 3.500 kinderen en 475 vrouwen. De arrestaties lijken erop gericht de Palestijnen in Jeruzalem het leven onmogelijk te maken en hen ertoe te bewegen de stad te verlaten en zo plaats te maken voor kolonisten.
Verontrustende aspecten rond het systeem zijn voorts: a) de medewerking vanuit de Israëlische medische stand aan het systeem, b) de context van vrijwel totale afwezigheid van empathie met Palestijnen onder de overgrote meerderheid van de joodse bevolking van Israël en c) een zekere medeplichtigheid van de (veiligheidsdiensten van de) Palestijnse Autoriteit.

2 Het achterliggend doel van het systeem2Hier is mede gebruik gemaakt van: Stephanie Latte Abdallah. Denial of Borders: The Prison Web and the Management of PalestinianPolitical Prisoners after the Oslo Accords (1993-2013). Stéphanie Latte Abdallah; Cédric Parizot.Palestinians and Israelis in the Shadows of the Wall. Spaces of Separation and Occupation, Routledge,2015, 9781472448880. halshs-02190055

In de Israëlische visie zijn Palestijnen in beginsel vijanden van de joodse staat Israël. De veiligheidsdiensten – leger, politie, inlichtingendiensten – hebben vergaande bevoegdheden om Palestijnen, van wie de joodse Israëliërs in het algemeen gescheiden leven, te beschuldigen van aan veiligheid gerelateerde vergrijpen en daarvoor de bewijzen zo nodig te construeren. Palestijnse arrestanten en gevangenen worden beschouwd als terroristen dan wel potentiële terroristen. Ruimte voor discussie met ‘vijanden van de joodse staat’, bijvoorbeeld voor de rechter, is non-existent. Het gevangenissysteem, als verlengstuk van het militair-juridische systeem waaronder de Palestijnen in de bezette gebieden leven, negeert aldus de politieke aard van het verzet van de Palestijnen ongeacht of dat de vorm heeft van demonstraties, het beschermen van boomgaarden, kunstzinnige uitingen of het gooien van stenen door kinderen. Onder de categorie ‘security prisoners’ kunnen zowel Palestijnen uit de bezette gebieden als uit Israël zelf vallen maar joodse Israëliërs niet.

Een doel van het systeem is ook het voorkomen van de ontwikkeling van effectief leiderschap binnen de Palestijnse gemeenschap. Dit verklaart de vervolging van politici, wetenschappers, kunstenaars, etc. die zich door charisma of andere eigenschappen ontwikkelen tot leiders.

Een voorbeeld van dit laatste is de vervolging van de Palestijns-Israëlische dichteres Dareen Tatour uit het Israëlische Nazareth. In 2010 verscheen haar eerste poëziebundel. Vervolgd vanwege de inhoud van haar gedichten werd zij in 2015 drie jaar onder huisarrest gesteld en zat in 2018 vijf maanden gevangen. Haar tweede dichtbundel en een roman (maart 2018) staan op een laptop die door de Israëlische autoriteiten in beslag werd genomen.

Behalve de bevestiging van ‘de Palestijn’ als eeuwige vijand heeft het systeem ook een functie in de bevestiging van een belangrijke component in de Israëlische veiligheidsideologie: de ‘Arabier’ (in casu Palestijn) als iemand die alleen respect heeft voor geweld. In deze ook wel als ‘Iron Wall’ aangeduide ideologie – ontstaan in de jaren ’20 en ’30 van de vorige eeuw – is er voor joods Israël geen middenweg tussen ten onder gaan en zeer hard en zo nodig wreed optreden.

Het gevangenissysteem draagt ook bij aan twee algemene strategieën ten aanzien van de Palestijnse bevolking. In de eerste plaats het scheiden van de Palestijnse bevolking in categorieën door middel van administratieve statusverschillen, muren en andere fysieke barrières als controleposten. In de tweede plaats door voor joodse inwoners en overheidsinstanties de internationaal erkende grenzen van Israël (met name de Groene lijn) te doen vervagen. Dat komt in het gevangenissysteem tot uiting in de organisatie van het systeem (zie 6 hierna) en het fundamentele verschil in status tussen joden en (alle) Palestijnen binnen het gevangenissysteem (zie 14 hierna).

3 Wetten in bezet gebied en het internationaal recht

In de bezette gebieden is na 1967 voor Palestijnen een wirwar ontstaan van wettelijke regelingen uit de Ottomaanse, de Britse en de Jordaanse periode, met daaroverheen Israëlisch militair recht. Bovendien is er voor hen het verschil in de rechtssystemen in bezet Oost-Jeruzalem en de overige bezette gebieden. Daarnaast hebben joodse kolonisten op de Westelijke Jordaanoever een fundamenteel andere rechtspositie. In dit artikel is belangrijk het internationaal recht met betrekking tot mensenrechten, in het bijzonder de behandeling van arrestanten en gevangenen. Bijvoorbeeld artikel 5 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens: ‘No one shall be subjected to torture or to cruel, inhuman, or degrading treatment or punishment’, de Derde Conventie van Genève die ‘violence of life and person, in particular murder of all kinds, mutilation, cruel treatment, and torture’ verbiedt en de Vierde Conventie van Genève: ‘No physical or moral coercion shall be exercised against protected persons, in particular to obtain information from them or from third parties.’ De stelling van Israël, dat het daaraan niet is gebonden omdat bezet gebied geen soeverein Israëlisch gebied is, wordt weersproken door onder meer het Internationaal Hof van Justitie (International Court of Justice, ICJ) en alle VN-commissies die zijn belast met toezicht op deze verdragen. Argument: Israël heeft de volledige controle over deze gebieden.

4 Verbod op marteling

Veel landen hebben een verbod op marteling in hun wetgeving opgenomen. Binnen die groep zijn er landen die zich daar vervolgens niet aan houden. Israël heeft geen wettelijk verbod op marteling, hoewel de Conventie tegen Marteling (Convention against Torture, CAT; 1991) wel door het land is geratificeerd. Rechterlijke uitspraken in Israël staan in de praktijk marteling toe in geval van ‘noodzaak’ (‘necessity’). Vage termen in rechterlijke uitspraken, zoals ‘moderate measure of physical pressure’ (1987), ‘tikkende tijdbom’ en ‘verdediging van de staat’ (1999) geven de veiligheidsdiensten veel ruimte.3De arrestatie van de 16-jarige Mohammed Halabiyeh in 2010 en zijn verblijf in het Hadassah ziekenhuis geeft aan dat die grenzen er praktisch gesproken niet zijn. (http://www.addameer.org/prisoner/mohammed-mahmoud-dawoud-halabiyeh) In 2017 bevestigde het Israëlische Hooggerechtshof deze lijn in een zaak tegen de Shin Beth. Kritische organisaties stellen dat marteling hierdoor bestanddeel kon worden (‘embedded in’) van het gevangeniswezen en gelegitimeerd is door de rechterlijke macht.

De praktijk is dat artsen, soms ook artsen niet in dienst van de Israëlische gevangenisdienst, verklaringen ondertekenen die erop neer komen dat een arrestant of gevangene aan hard verhoor mag worden onderworpen, dan wel dat het verhoor kan worden voortgezet ook als de arrestant na eerste verhoor in het ziekenhuis is opgenomen of op de spoedeisende hulp terecht komt. De Palestinian Prisoners’ Society (PPS) stelt dat 95 procent van de Palestijnse gedetineerden mishandeling of marteling ondergaan. Uit Israëlische medische kring komen (zie hierboven) al jaren signalen over deze medewerking van artsen.4How Israeli doctors enable the Shin Bet’s torture industry. Ruchama Marton, 07/10/2019 (https://www.972mag.com/shin-bet-torture-israel-doctors/143835/#:~:targetText=The%20white%20robe%20passes%20through,to%20his%20or%20her%20murder)

Uit publicaties van onder andere Addameer en Al-Shabaka is bekend welke ondervragingsmethoden veel worden toegepast:

  • Iemand langdurig in pijnlijke houding vastzetten
  • Slaan
  • Eenzame opsluiting
  • Langdurige slaaponthouding
  • Iemand in een kleine ruimte opsluiten
  • Vormen van seksuele mishandeling
  • Bedreigingen in de richting van familieleden

Alle hierboven genoemde vormen van mishandeling richten in het algemeen blijvende lichamelijke en geestelijke schade aan.

Isolatie en afzondering

Eenzame opsluiting, dag en nacht, in een kleine cel zonder licht of geluid en vaak met een zeer lage temperatuur, is een veel voorkomende methode. De effecten van deze vorm van marteling kunnen zeer ernstig zijn en worden zelfs wanneer toegepast gedurende betrekkelijk korte perioden, onderschat.

 5 De ‘afwezigheid’ van het rechtssysteem

Marteling en mishandeling van arrestanten en het onthouden van adequate medische zorg aan gevangenen kon uitgroeien tot een vrij algemene gang van zaken, mede als gevolg van bijkomende factoren:

  • Palestijnen in bezet gebied vallen onder militair recht; berechting vindt plaats voor militaire rechtbanken.
  • In de politiek en de publieke opinie is mishandeling door veiligheidsdiensten en het harde regiem in gevangenissen een ‘veiligheidsprobleem’ in plaats van een morele kwestie.
  • Een arrestant kan 75 dagen worden vastgehouden zonder aanklacht (langer bij administratieve hechtenis) en 60 dagen zonder contact met een advocaat.
  • Er is geen vastlegging van de gang van zaken tijdens verhoren.
  • De gebruikte verhoormethoden leiden in het algemeen niet tot blijvend zichtbare verwondingen/littekens.
  • Tegen die achtergrond beschouwen rechters het verhaal van het slachtoffer als niet relevant: van de 1.200 klachten tegen de Shin Beth (de binnenlandse veiligheidsdienst) sinds 2001 leidde er geen enkele tot veroordeling (Public Committee Against Torture in Israel in 2019).5In Medisch Contact, 67, nr. 05, 3 februari 2012 schreef A. (André) den Exter een kritisch artikel naar aanleiding van dit PCATI-rapport. De toenmalige voorzitter van de KNMG-federatie A.C. Nieuwenhuijzen Kruseman, schreef daarop het volgende commentaar: In 1975 aanvaardde de Wereldartsenorganisatie (WMA) de verklaring van Tokio waarin wordt gesteld dat artsen op geen enkele wijze betrokken mogen zijn bij martelingen, daaraan geen bijdrage mogen leveren noch daarbij aanwezig mogen zijn. Evenals de KNMG is de Israëlische Medische Associatie (IMA) lid van de WMA en als zodanig is zij gehouden aan de Tokio-declaratie van de WMA. Om die reden zal de KNMG de IMA om toelichting vragen op het gestelde in het artikel van Den Exter. Wanneer de beantwoording daartoe aanleiding geeft, zal de KNMG dit ter discussie stellen tijdens een van de komende vergaderingen van de WMA.
  • Behandeling van een klacht tegen de Shin Beth duurt gemiddeld 39 maanden.
  • Harde feiten over marteling kunnen worden getroffen door een publicatieverbod op veiligheidsgronden.
  • Vaak worden gevangenen ‘aangeleverd’ door de Palestijnse veiligheidsdiensten.

Conclusie wat betreft marteling: in de praktijk spelen juridische grenzen zoals ‘ticking bomb situation’, etc. geen rol meer.

6 Gevangenissen in Israël en bezette gebieden

De detentiecentra en gevangenissen liggen zowel in de bezette gebieden als in Israël zelf. Dat laatste geeft extra problemen voor het thuisfront van de gevangene gelet op reisbeperkingen voor Palestijnen. Het is ook in strijd met de Vierde Conventie van Genève. Een berucht ondervragingscentrum is ‘The Russian Compound’ in Jeruzalem. Er zijn daarnaast nog drie ondervragingscentra in Israël en één of meer ondervragingscentra waarvan de locatie niet bekend is.

Sinds de tweede Palestijnse volksopstand (2e intifada, 2000-2005) is het aanvankelijk door de militaire autoriteiten geleide gevangenissysteem geleidelijk geïntegreerd in het algemene Israeli Prison System (ook genoemd: Shabas). Vanaf 2009 vielen alle gevangenen – dus vanaf toen ook uit de bezette gebieden – onder de IPS.6De Palestijnen in de bezette gebieden overigens nog wel onder het militaire rechtssysteem

7 Omvang van het probleem

Aantal arrestaties/gevangenen

Jaarlijks worden duizenden Palestijnen gearresteerd en komen in detentiecentra of gevangenissen terecht. Tussen 1967 en 2019 ging het om ruim 800.000 mensen. In overgrote meerderheid betreft het Palestijnen uit de in 1967 bezette gebieden. Het aantal Palestijnse gevangenen schommelt al jaren tussen de 5.000 en 7.000. Van bijna alle Palestijnse families heeft een familielid in de gevangenis gezeten. Zie hier en hier en hier.

Extreem zware straffen

Per mei 2020 zaten 26 mensen al van voor 1993 gevangen, 26 anderen langer dan 25 jaar en nog eens 47 zaten al langer dan twintig jaar in de cel. 479 gevangenen, de meesten veroordeeld in 2000 of later, zaten op dat moment straffen uit langer dan twintig jaar terwijl 541 tot levenslang zijn veroordeeld.

Administratieve hechtenis

De Israëlische wet maakt het mogelijk iemand tot zes maanden zonder aanklacht in hechtenis te nemen. Die periode, inclusief geheime tenlastelegging kan telkens worden verlengd. De beslissing daartoe wordt op de laatste dag van de zesmaands periode meegedeeld. Administratieve hechtenis is zeer ingrijpend voor de betrokkene.7Administrative Detention in the Occupied Palestinian Territory. A Legal Analysis Report. Addameer. Fourth Edition 2016 (http://www.addameer.org/sites/default/files/publications/administrative_detention_analysis_report_2016.pdf) Het aantal Palestijnen in administratieve hechtenis schommelt al jaren rond de 400.

Vrouwen

In de periode 1967-2017 zijn naar schatting 10.000 vrouwen in de bezette gebieden gearresteerd en/of gevangengezet onder Israëlisch militair recht.

Kinderen (onder 18)

Per jaar worden in de Westelijke Jordaanoever ongeveer 700 Palestijnse kinderen gearresteerd, ondervraagd, en voor militaire rechtbanken geleid. Sinds 2000 (cijfers mei 2020) hebben ruim 12.000 kinderen vastgezeten. De meest voorkomende tenlastelegging is het gooien van stenen. Onder militair recht is 20 jaar daarvoor de maximumstraf. In mei 2020 zaten 170 kinderen in hechtenis, van wie twintig jonger dan zestien jaar.

8 Israëlische artsen in internationale verband

Voor systematische marteling wordt medewerking gevraagd van medisch personeel, zoals artsen. Deze medewerking wordt in Israël gegeven ondanks internationale codes voor gedrag door artsen, die dat verbieden. Zoals de Verklaring van Tokio (1975)8Miles S, Freedman A. Medical ethics and torture: revising the Declaration of Tokyo. Lancet 2009: 373:344-48. van de Wereld Medische Associatie (WMA) en het Protocol van Istanboel (1999, officieel VN-document).

Tijdens de jaarlijkse algemene vergadering van de WMA in 2007 werd uitgesproken dat passiviteit geen optie was en dat, ‘this is the first time the WMA has explicitly obliged doctors to document cases of torture of which they become aware. The absence of documenting and denouncing such acts might be considered as a form of tolerance and of non-assistance to the victims’.9World Medical Association. Doctors urged to document cases of torture. Press Release 8 Oct 2007. Daarmee was de onvrede niet uit de lucht.10De Nederlandse KNMG stapte in januari 2019 uit de WMA wegens gebrek aan vertrouwen (plagiaat) in de Israëlische voorzitter tevens voorzitter van de IMA. Echter: (…) gevoel dat er méér speelt (…) ‘De Israeli Medical Association ligt al jaren onder vuur, omdat deze volgens binnen- en buitenlandse critici te weinig doet om het lot van Palestijnen te verbeteren, bijvoorbeeld door zich uit te spreken tegen marteling van Palestijnse gevangenen.’ Ook het standpunt van de WMA ten aanzien van Euthanasie, “onethisch”, speelde vermoedelijk een rol. https://www.medischcontact.nl/nieuws/laatste-nieuws/artikel/knmg-verlaat-world-medical-association-een-stap-met-gevolgen.htm, 16 jan. 2019

9 Artsen en gevangenissen in Israël

Alle gevangenisartsen in Israël vallen onder Chief Medical Officer (CMO) van de Dienst Gevangenissen (Israel Prison Service, IPS) en langs die lijn onder het ministerie van Gezondheidszorg.

Op gespannen voet met deze internationale afspraken staat de ethische code van de Israel Medical Association (IMA) die artsen de optie biedt om de belangen van de staat prioriteit te geven boven die van de patiënt: ‘The physician shall be entitled to aid security authorities, at their request, even if this may harm the rights of the patient, only in cases in which there is a high probability that if he does not do so harm will be caused to society by the said patient.

Pogingen van Physicians for Human Rights Israel om via de Israel Medical Association de medewerking van Israëlische artsen aan marteling te doen beeïndigen liepen op niets uit: ‘But it is not only doctors in the Shin Bet and the Israel Prison Service that collaborate with torture. Doctors in emergency rooms across Israel write false medical opinions in accordance with the demands of the Shin Bet.’ Artsen van de Israëlische gevangenisdienst dragen medeverantwoordelijkheid voor het op grote schaal onthouden van medische zorg aan gevangenen.

10 Zorgverwaarlozing

De gevangenispopulatie in zijn geheel

Er is sprake van vergaande en permanente verwaarlozing van Palestijnse gevangenen. Serieus onderzoek en behandeling van ook ernstige aandoeningen vindt niet plaats. Dit leidt, terwijl de meeste nieuw binnen gekomen gevangenen relatief jong en gezond zijn, bij 25 procent van de gedetineerden tot een of meer chronische ziekten met vaak bijkomende psychologische problemen. Inschakeling van specialisten van buiten de gevangenisdienst vindt hooguit plaats als genezing geen optie meer is.

De Israëlische gevangenisdienst wordt ervan beschuldigd dat dit bewust en consequent beleid is. Deze systematische verwaarlozing strekt zich uit tot:

  • De voeding: (…) of poor quality, and in insufficient quantity. It only covers half the prisoners’ needs.
  • Bescherming tegen kou en hitte: Prisoners, who sleep on a thin mattress placed directly on the floor, suffer from the cold in winter and the heat in summer, particularly when the “buildings” are metal containers or tents.
  • Hygiëne; verwaarlozing van de ruimtes waarin de gevangenen leven: Prisons are overpopulated, dirty, and infected with insects; hygiene products are very rare, including for female prisoners.
  • Sanitaire voorzieningen: Toilets often consist of a hole in the ground or a bucket in the cell, leading to infections and contagious illnesses.
  • Contact: Families are prohibited from providing clothing, blankets, and hygiene products to remedy this situation.

Ook is er al tientallen jaren de klacht dat gedetineerden systematisch het recht op dagbesteding en onderwijs wordt ontzegd.

Vrouwen

Blijvende schade ondervinden veel vrouwelijke gevangenen door het negeren van de noodzaak van sekse-specifieke medische behandeling. Bijna veertig procent van de vrouwelijke gevangenen lijden aan aandoeningen die wel behandelbaar zijn: The poor quality of food and lack of essential nutrients cause women detainees to suffer from weight loss, general weakness, anaemia and iron deficiency. They are also exposed to harsh treatment (such as routine practices of physical and psychological punishment and humiliation) from both male and female prison guards, … Palestinian women prisoners suffering from treatable diseases such as asthma, diabetes, kidney and eye diseases, sickle cell anaemia, cancer, and seizures have little to no access to medical services. Long delays in providing substandard medical treatment are typical.

Covid-19

De corona pandemie heeft tot grote zorgen aanleiding gegeven over de besmettingsrisico’s in de gevangenissen. De lichamelijke conditie van Palestijnse gevangenen is reeds slecht als gevolg van het extreme regiem waaronder zij leven. De gevangenissen zijn bovendien overbevolkt en de hygiënische omstandigheden zijn erbarmelijk. Oproepen van organisaties als Al Mezan en Palestinian Prisoners’ Society werden niet adequaat beantwoord. Op 23 juli 2020 oordeelde het Hooggerechtshof op een eis van Adalah en The Legal Center for Arab Minority Rights in Israel, dat Palestijnse gevangenen geen recht hebben op social distancing in verband met Covid-19.

11 Kinderen

Een ernstig verschijnsel is dat de vele arrestaties van Palestijnse kinderen geregeld plaatsvinden in het kader van collectief straffen (van een dorp, een wijk of een familie). De schadelijke behandeling van kinderen die volgt op arrestatie is onder meer beschreven door Unicef.11Children in Israeli Military Detention. Unicef rapport, blz. 9/13. Februari 2013 https://www.unicef.org/oPt/UNICEF_oPt_Children_in_Israeli_Military_Detention_Observations_and_Recommendations_-_6_March_2013.pdf De arrestaties en het vervolg daarop hebben veelal zeer negatieve gevolgen voor de mentale gezondheid van de slachtoffers.

Defense for Children International Palestine (DCI-P) deed onderzoek onder 739 kinderen die tussen 2013 en 2018 werden gearresteerd:

  • 73 procent ondervonden psychologisch geweld na arrestatie
  • 95 procent werd geboeid
  • 86 procent werd geblinddoekt
  • 49 procent werd thuis gearresteerd, midden in de nacht
  • 64 procent werd verbaal geïntimideerd en/of vernederd
  • 74 procent werd niet goed geïnformeerd over hun rechten
  • 96 procent werd ondervraagd zonder aanwezigheid van een familielid
  • 20 procent werd in pijnlijke houding gefixeerd
  • 49 procent ondertekende een in het Hebreeuws gestelde verklaring (die de meeste kinderen niet kunnen lezen)

Save the Children publiceerde op 29 oktober 2020 een onderzoek waarvoor 470 kinderen uit de Westelijke Jordaanoever werden geïnterviewd die de afgelopen tien jaar in een Israëlische gevangenis hebben gezeten. Uit dit onderzoek blijkt dat van de ondervraagde kinderen:

  • 81% fysiek werd mishandeld en 89% te maken kreeg met verbale mishandeling
  • 52% werd bedreigd met mishandeling van hun familieleden
  • 86% te maken kreeg met een vernederend lichamelijk onderzoek (zogeheten visitaties)
  • 88% geen goede gezondheidszorg kreeg, ook niet wanneer daar specifiek om werd gevraagd
  • 47% mocht geen contact hebben met een advocaat.

12 Het probleem van contact met ‘buiten’

Meer informatie over het contact tussen Palestijnse gevangenen en hun families is hier te vinden. De procedure voor het aanvragen van toegangspasje duurt lang en kan een tot drie maanden in beslag nemen, terwijl het pasje zelf slechts voor een jaar geldig is. (The application process for entry permits is lengthy and can take between one and three months, while the permit itself is valid for only one year). Alleen directe familieleden kunnen een vergunning krijgen om een gevangene te bezoeken. Geregeld wordt hen toestemming om Israël binnen te komen zonder opgaaf van redenen geweigerd. Mannen tussen de zestien en vijfendertig jaar, wordt vrijwel standaard toegang tot Israël geweigerd, maar weigering treft vaak ook anderen. In de praktijk krijgen honderden families nooit een vergunning. Gevangenen uit de Gazastrook leven in dit opzicht in een nog zwaarder regiem.

Het gevangenzetten van Palestijnen van buiten Israël zelf, dus wonend in bezet gebied, in Israël is overigens in strijd met artikel 76 van de Vierde Conventie van Genève.

13 Politieke gevangenen, “security detainees”12Stephanie Latte Abdallah ibid, blz. 10-11 en 39-55

Sinds 1967 heeft volgens verschillende bronnen ongeveer 40% van de mannelijke Palestijnse bevolking uit de bezette gebieden gevangen gezeten; het percentage vrouwen is aanzienlijk lager. Deze gevangenen worden door Palestijnen meestal ‘politieke gevangenen’ genoemd; in het systeem van de Israeli Prison Service heten zij ‘security detainees’ of ‘security prisoners’. Het toedelen van dit ‘etiket’ is niet gebaseerd op een wet maar is een zaak van het leger op moment van arrestatie of door de veiligheidsdiensten tijdens ondervraging of in later stadium door de gevangenisadministratie. Het etiket ‘security detainee’ wordt niet toegepast of joodse inwoners maar alleen op Palestijnen (meer algemeen: ‘Arabs’, ook als zij een andere nationaliteit hebben zoals Syrische Palestijnen van de Golan), ongeacht of zij uit de bezette gebieden komen, inclusief Oost-Jeruzalem, dan wel inwoner zijn van Israël. ‘Security detainee’ is dus een kwalificatie op etnische basis. Zij zijn ‘Israëliër buiten de gevangenis, Palestijn daarbinnen’.

Deze kwalificatie brengt een enorme verslechtering van de status van de gevangenen met zich mee. Dat heeft ernstige gevolgen voor de praktijk van hun ondervraging, eventuele administratieve detentie, de toegang tot advocaten en betekent ook gevangenhouding onder aanzienlijk slechtere omstandigheden met aanzienlijk langere straffen. Met andere woorden: de grens tussen een Palestijn met of zonder een Israëlisch paspoort verdwijnt in principe zodra de betrokkene ‘security prisoner’ is.

14 Bewijsvoering en bekentenissen

‘Bewijsvoering’ is gebaseerd, niet op politioneel of strafrechtelijk onderzoek en de weging van de resultaten daarvan in een proces voor de rechter, maar op bekentenissen van de beschuldigde en/of verklaringen van derden. Dit systeem staat in Israël bekend als de ‘Tamir-praktijk’.13Stephanie Latte Abdallah ibid In een zeer hoog percentage van de zaken komt het niet tot een proces maar wordt de zaak afgehandeld via een ‘overeenstemming’ (plea bargaining) tussen de advocaat en de rechter. In dat systeem hebben de ondervragers dus een centrale rol omdat er een bekentenis van de beschuldigde moet liggen. Dat op zich leidt al tot harde ondervragingen. Daar komt bij dat in het systeem de grens tussen ‘illegale organisaties’ en ‘militaire, gewapende groepen’ vergaand is vervaagd. Een voorbeeld: Maher Akhras, op 4 november 2020 honderd dagen in hongerstaking, was na een verhoor van tien minuten gearresteerd op grond van: ‘verdenking op het lidmaatschap van een niet nader genoemde organisatie samen met anderen’.

Bovendien speelt in dit systeem de binnenlandse veiligheidsdienst een grote rol. Voor de Shin Beth is het grote aantal verdachten dat aan verhoor wordt onderworpen een belangrijke bron van informatie. In de aanloop naar arrestaties werkt deze dienst samen met de politie en het leger en heeft de leiding bij verhoren. De Shin Beth kan oordelen dat de aanklacht geheim moet blijven, ook naar de advocaat toe. Deze omstandigheden leiden ertoe dat ondervragers ver (mogen) gaan om bekentenissen los te krijgen.

15 Hongerstakingen

In de jaren kort voor en tijdens de tweede Palestijnse volksopstand (2e ‘intifada’) groeide hongerstaking in gevangenissen uit tot een belangrijk politiek drukmiddel. Deze acties hadden naast het bereiken van directe resultaten ook tot doel onderlinge solidariteit te tonen. Dat speelde bijvoorbeeld bij acties ten behoeve van medegevangenen die extra hard getroffen werden door het regiem. Zoals gevangenen uit de Gazastrook die geen familiebezoek mochten ontvangen of die in administratieve hechtenis zaten (zie 7: administratieve hechtenis).

Bekende episodes in de lange geschiedenis van hongerstakingen zijn die van 1998, 2000 en 2016. Stakingen richtten zich voor directe resultaten onder meer op hygiënische omstandigheden, familiebezoek, eenzame opsluiting, medische zorg en het zich niet houden door Israël aan de vrijlatingsovereenkomsten voor gevangenen met de PLO. Herhaaldelijk zijn er onderhandelingen gevoerd over een gevangenenruil, ook recent.

Aandacht in de internationale media is een voorwaarde gebleken voor het via een hongerstaking verkrijgen van concessies aan de Israëlische autoriteiten.

16 Educatie/cultuur

Het mogen lezen en opleidingen of studies kunnen volgen is voor politieke gevangenen, vaak mensen met een vooropleiding en zeer vaak politiek gemotiveerd, belangrijk. Deze activiteiten zijn ook een middel om psychologisch (voor een deel) te ontsnappen aan harde realiteit van gevangenschap. Latte Abdallah: (…) witness the five-fold increase followed by university studies in prison in the post-Oslo period. Het recht op onderwijs voor gevangenen is een in het internationaal recht vastgelegde norm. Zie: Addameer, december 2015.
Dit recht onthouden aan Palestijnse gevangenen, tot en met het onthouden van pen en papier, is in Israël al decennialang bewust beleid. Generaties van gevangenen hebben dit recht telkens weer moeten opeisen met hongerstakingen en andere vormen van verzet. Zie Addameer, januari 2020.

Literatuur

  1. Michael Peel and Noam Lubell with Jonathon Beynon, Medical Investigation and Documentation of Torture: A Handbook for Health Professionals, (Essex University Publications, 2005)
  2. Rapport PCATI, okt. 2011 (Doctoring the Evidence, Abandoning the Victim, The Involvement of Medical Professionals in Torture and Ill-Treatment in Israel): http://www.stoptorture.org.il/files/Doctoring%20the%20Evidence%20Abandoning%20the%20Victim_November2011.pdf
  3. Neve Gordon, Ruchama Marton. Torture: Human Rights, Medical Ethics and the Case of Israel. Zed Books, mei 1995 (ASIN: 1856493148)
  4. Abeer Baker, Anat Matar (ed.), 2011, Threat. Palestinian Political Prisoners in Israel, London: Pluto Press https://www.plutobooks.com/9780745330204/threat/.
  5. Stephanie Latte Abdallah. Denial of Borders: The Prison Web and the Management of Palestinian. Political Prisoners after the Oslo Accords (1993-2013). (https://halshs.archives-ouvertes.fr/halshs-02190055/document )
  6. Stéphanie Latte Abdallah; Cédric Parizot. Palestinians and Israelis in the Shadows of the Wall. Spaces of Separation and Occupation. Routledge,2015, 9781472448880. halshs-02190055 (https://halshs.archives-ouvertes.fr/halshs-02190055/document )

Verdere informatie

  1. Addameer, http://www.addameer.org/resources/Bibliography
  2. Physicians for Human Rights Israel, https://www.phr.org.il/en/
  3. PCATI, Public Committee against Torture in Israël
    1. PCATI, Doctoring the evidence, abandoning the victim; the involvement of medical professionals in torture and ill treatment in Israel. Periodic Report, okt. 2011
    2. Med. Cont. Nr. 05 – 03 februari 2012, André den Exter nav PCATI rapport
  4. DCI Palestine, Defense for Children International Palestine
  5. B’Tselem, B’Tselem
  6. Palestinian Prisoner Solidarity Network, Samidoun
  7. WOFPP Women’s Organization for Political Prisoners
  8. Amnesty International, https://www.amnesty.org/en/latest/news/2019/09/israel-opt-legally-sanctioned-torture-of-palestinian-detainee-left-him-in-critical-condition/
    1. Amnesty International, Ethical codes and declarations relevant to health professionals
  9. https://en.wikipedia.org/wiki/Palestinian_Prisoners%27_Document
  10. Palestinian Prisoners Club