Op 26 november 2004 haalt een politieke rel in Antwerpen de Nederlandse kranten. Ramsey Nasr, voor het aankomende jaar verkozen tot stadsdichter van Antwerpen, had op 16 oktober een opiniestuk gepubliceerd waarin hij het Israëlische beleid en de Europese steun aan Israël kritiseert.
Nasr, zoon van een Palestijnse vader en een Nederlandse moeder, maakt zich in de eerste plaats boos over de bouw van de afscheidingsmuur.
Mijn vader komt uit een klein stadje in het hart van de Westelijke Jordaanoever. Het stadje ligt er pal middenin en is gelegen aan een prachtige, vruchtbare vallei. Het leven was er eenvoudig, maar paradijselijk. Zo paradijselijk dat 26 jaar geleden tien soldaten met twee tenten en één kolonist de heuvel ernaast kwamen opgemarcheerd. Ze kwamen er een nieuwe realiteit stichten: Ariel. De nederzetting werd op onze landerijen gebouwd, telt inmiddels 45.000 inwoners, en door ons stadje loopt binnenkort een muur. Om hen tegen ons te beschermen.
(…) Waarom scheidt de muur consequent Palestijnse huizen van hun akkers, boomgaarden en waterbassins? Omdat het beleid van Israël niet erop gericht is Palestijnen van Israëli’s, maar Palestijnen van Palestijnen te scheiden. Ze worden van het leven gescheiden. Dit is geen stijlfiguur of hyperbool. Palestijnen moeten sterven of verdwijnen. Die keuze heeft Israël hun gelaten. Daarom en daarom alleen loopt de muur dóór, niet langs, de Westelijke Jordaanoever.
Ook vraagt hij Jan Peter Balkenende, de toenmalige voorzitter van de EU, om Israël te dwingen zich aan het internationaal recht te houden.
Het beleid van Israël wordt impliciet door de EU gesteund. Dat wil zeggen: men vindt het contraproductief en wijst Israël op de illegaliteit van deze acties – en dat is het dan. Tel de hoeveelheid concrete politieke, economische of militaire sancties die tegen Israël werden ondernomen en u bent snel uitgeteld. Zelfs die schaarse acties zijn lachertjes.
Antwerpse politici van de Vlaamse Liberale Partij en het Vlaams Blok vinden dat Nasr zich als aankomende stadsdichter van dit soort politieke uitspraken heeft te onthouden. Ook zou zijn betoog eenzijdig zijn en de terreurdaden van Palestijnen tegen Joden negeren. In de eerste plaats wilden de twee partijen hem daarom niet langer in dienst nemen als stadsdichter. Dit bleek later in strijd met de vrijheid van meningsuiting, een onhoudbare eis. Nasr werd door een reeks bekende Nederlanders en Belgen bijgevallen. Zoals afgesproken schreef hij in 2005 zes gedichten voor de stad Antwerpen.
Opvallend is dat de positie van Nasr, zijn eis voor terugtrekking van Israël uit de bezette gebieden, sloop van de muur en het recht op terugkeer voor de vluchtelingen wordt gedekt door verschillende VN-resoluties. Alsnog ontstond er grote politieke opschudding omdat hij van Jan Pieter Balkenende eiste in de EU op te treden voor een politiek in lijn met deze VN-besluiten. Het Belgisch Israëlitisch Weekblad noemde zijn opiniestuk een “ware Hetze tegen de Joodse staat”.
Nasr’s positionering in het Palestina-vraagstuk heeft zijn carrière in ieder geval geen schade berokkend. In 2006 werd Ramsey Nasr de ereprijs ‘Journalist van de Vrede’ toegekend door het Humanistisch Vredesberaad (HVB). Het juryrapport vermeldde onder meer:
“Ramsey Nasr heeft met zijn talenten bijgedragen aan begripsvorming tussen oosterse en westerse culturen door starre vooroordelen kritisch te toetsen. Hij draagt daardoor bij aan een cultuur van vrede, geweldloosheid en rechtvaardigheid.”
In 2009 werd hij verkozen als Dichter des Vaderlands. Hij vervulde deze functie tot begin 2013.
Levin Zühlke – van Hulzen, 24-10-2014