Binnen de Verenigde Arbeiderspartij woedt een politieke strijd over omstreden grondverkoop van bezet gebied. Een grote meerderheid van de Israëlische bevolking staat volgens een opiniepeiling achter Moshe Dayan. Deze voormalige generaal, nu minister van defensie en een invloedrijk lid van de Verenigde Arbeiderspartij, leidde in 1967 de zesdaagse oorlog tot een spectaculaire overwinning voor Israël.
Moshe Dayan en de minister van religieuze zaken wilden in april 1973 Israëlische staatsburgers toestaan om land te kopen in de in 1967 bezette gebieden. De verkoop is zeer omstreden, zowel binnen als buiten Israël. Het in gang zetten van aankoop van grond door Israëlische joden zou een grote stimulans zijn voor kolonisatie door joden van deze Palestijnse gebieden.
De top van de Verenigde Arbeiderspartij (de grootste partij) had er juist voor gekozen om besluiten over de verkoop van grond in de bezette gebieden uit te stellen tot na de landelijke verkiezingen over zes maanden (oktober 1973). Abba Eban, minister van buitenlandse zaken en lid van de Verenigde Arbeiderspartij, was van mening dat door de lijn-Dayan een vredesregeling met de Palestijnen onmogelijk zou worden. Hij vond dat de Arbeiderspartij zich moest daarom moest verzetten tegen een politiek van kolonisatie. Hoewel er onder de bevolking veel steun bestond voor het standpunt van Moshe Dayan, werd hij in de Arbeiderspartij tijdelijk op een zijspoor gezet. (In augustus 1973 deed de partij alsnog concessies aan Dayan en werd de aankoop van Arabische grond in gang gezet.)
bron: Keesings Historisch Archief, jaargang 1973