Wat gebeurde er op: 24 juni 1981

Bombardementen op Libanon. PLO vecht terug

Op 10 juni 1981 beginnen de Israëlische luchtmacht en marine een vijf dagen durend bombardement op posities van de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie PLO in Libanon. Tien dagen lang vuurde de PLO in reactie raketten af op Noord-Galilea, in Israël.

Kinderarts Barbara Zind (Colorado, VS) in Palestijnse vluchtelingenkamp in Libanon, voor Palestine Children’s Relief Fund

De “Two-Week War”; Galilea blijkt kwetsbaar

De PLO bouwde rond 1980 in Libanon een naar de maatstaven van dat land aanzienlijke militaire macht op. Al sinds 1970 was Libanon het centrum van PLO-activiteiten. Zowel politiek, sociaal (zorg voor de Palestijnse vluchtelingen) als militair. In 1970 was de organisatie naar Libanon verjaagd door Jordanië waar zij in 1967 naartoe was gevlucht na de Israëlische verovering van de Westelijke Jordaanoever. De bewapening van de PLO was Israël een doorn in het oog: het betrof jeeps, mortieren, moderne lichte wapens, tanks. Verontrustend vond Israël vooral het netwerk van luchtafweergeschut en verplaatsbare raketlanceerinstallaties waarmee de PLO zich verdedigde tegen luchtaanvallen. Israël was verontrust vanwege de kwetsbaarheid voor granaatbeschietingen vanuit Zuid-Libanon waardoor joden uit Galilea wegtrokken naar andere Israëlische gebieden.

De Israëlische luchtmacht en marine voerde zware bombardementen uit op Zuid-Libanon waar de meeste Palestijnse vluchtelingen en met de PLO samenwerkende Libanese groepen woonden. Daarnaast werden ook het gedeelte van Beiroet gebombardeerd waar het PLO-hoofdkwartier was gevestigd en een wijk waar veel Palestijnen woonden. Daarbij vielen 100 doden en 600 gewonden. Israël verantwoorde zich met de bewering dat onder de slachtoffers 30 terroristen zaten. Na twee weken werd door diplomatieke interventie van de VS en Saoedie-Arabië een wapenstilstand bereikt op 24 juni.