Wat gebeurde er op: 8 mei 1980

Uitwijzing Palestijnse Burgemesteers

De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties doet een dringend beroep op Israël om de uitwijzing van drie Palestijnse functionarissen ongedaan te maken. Het gaat om drie prominente functionarissen die Israël op 3 mei 1980 naar Libanon had uitgewezen.

De aanleiding van de uitzetting was een lange reeks van gewelddaden aan joods-Israëlische en Palestijnse zijde. Op 1 mei werd een 17-jarige Palestijnse scholier gedood door een officier. Op 2 mei werden zes joodse kolonisten in de stad Hebron door guerrillastrijders van de PLO gedood, waarop de uitzetting en andere maatregelen volgden.
Het gaat om twee Palestijnse burgemeesters van de Westelijke Jordaanoever, die van Hebron (Fahd Kawasmeh) en die van Haloel (Mohammmes Milhem). De derde persoon is een religieuze rechter (sjeik Rajab Tamini van Hebron). Israël beschuldigde de burgemeesters ervan dat zij opruiende redevoeringen hadden gehouden, met de aanslag tot gevolg.
Op 2 januari had de burgemeester van Hebron geprotesteerd tegen een nieuwe joodse wijk (bij Kiryat Arba) omdat daarvoor grond van Palestijnse boeren werd onteigend. Een maand later nam het Israëlische kabinet het besluit om in de toekomst joden in de Arabische stad Hebron te vestigen. Dit was de aanleiding voor stakingen, rellen, die uitmondde in vernielingen en geweld van beide partijen. Het besluit werd door de Amerikaanse en Egyptische regering veroordeeld.
Op 6 mei noemde het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse Zaken de uitwijzing van de drie Palestijnse autoriteiten een schending van het internationale recht. Op 8 mei nam de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties een resolutie aan. Het was een dringende oproep aan Israël om de uitwijzing ongedaan te maken. Verder werd Israël verzocht democratisch gekozen Palestijnse leiders onmiddellijk terug te laten keren.