Wat gebeurde er op: 1 juli 2006

Operatie “Zomerregen”

Op 28 juni 2006 liep een ultimatum van de Israëlische regering af. De regering eiste de teruggave van een Israëlische soldaat die in de Gazastrook gevangen was genomen door Palestijnse strijders.

Israelische soldaten aan de noordrand van de Gazastrook 8 juli 2006. Bron Electronic Intifada

Onder de naam “Summer Rain” begon Israël een grondoffensief, ondersteund door bombardementen en raketaanvallen. Deze aanval duurde negen dagen.

Israël “niet hard genoeg”

De aanleiding voor de Zomerregen was een Palestijnse aanval op een Israëlische tank en de gevangenneming van een Israëlische soldaat. De zomerse regen van Israël leidde tot veel Palestijnse doden en gewonden, maar ook tot een massale verwoesting van de infrastructuur van de Gazastrook. Verder werd schaarse landbouwgrond door Israëlische bulldozers vernietigd en tot verboden gebied verklaard. Er vielen onder de Palestijnse bevolking 202 doden onder wie 44 kinderen.

Meer dan 80 % van de joods-Israëlische bevolking steunde de aanvallen op Gaza. In de Israëlische media leidde de aanval nauwelijks tot kritiek, met uitzondering van de krant Haaretz. “De staat Israël weet niet genadeloos genoeg op te treden om een echte afschrikking te creëren”, zei de commentator van de, destijds de grootste, krant Yedioth Ahronot. De nieuwe minister van Defensie Peretz zou “te slap en te onzeker” zijn. Internationaal leidde de Zomerregen tot een discussie over collectieve straffen en intimidatie. Volgens artikel 33 van de Vierde Conventie van Genève is dat verboden.