De EU – differentiatiepolitiek. Achterhaald nog vóór implementatie.

EU boycot, aarzelend, nederzettingen

De Europese Unie maakt sinds 2009 bij het toekennen van geld in toenemende mate onderscheid tussen Israël zelf en de bezette gebieden. Het duidelijkste voorbeeld van deze “differentiatiepolitiek” zijn de richtlijnen van de Europese Commissie van juli 2013, waarin de nederzettingen in de Westelijke Jordaanoever feitelijk worden uitgesloten van deelname aan het R&D programma van de EU, Horizon 2020.

Etikettering van producten is een ander voorbeeld. De werkelijke implementatie van deze richtlijnen is overigens een minder duidelijk verhaal. Maar laten wij een andere vraag stellen. De hamvraag.

Nu het “vredesoverleg” al meer dan een jaar stil ligt, nu de kolonisatiepolitiek op de Westoever krachtig wordt voortgezet en nu het terroristisch geweld van de kolonisten, gesteund door leger en politie verder toeneemt en de EU daarop lijkt te reageren met het (eindelijk) echt implementeren van zijn differentiatiepolitiek: is die politiek eigenlijk wel realistisch en is hij niet te laat?

De basisgedachte achter de differentiatiepolitiek is het streven van de EU naar de tweestaten oplossing. Een aparte Palestijnse staat figureert al sinds 1980 in de politieke uitspraken op Europees politiek niveau. Met het concept van de differentiatie probeert de EU vanuit die basisgedachte twee doelen tegelijk te realiseren. Ten eerste handelen op basis van het internationaal recht, waaronder de resoluties van de VN: de nederzettingen zijn immers illegaal. Ten tweede willen de lidstaten van de EU de traditioneel nauwe banden met Israël behouden.

Is het praktisch uitvoerbaar?

Vermoedelijk is de differentiatiepolitiek niet praktisch uitvoerbaar. Men kan natuurlijk alles en iedereen van samenwerking met de EU gaan uitsluiten die economisch verbonden is met de “settlements”, maar die 500.000 á 600.000 mensen (inclusief de kolonisten in Oost-Jeruzalem) zijn al vergaand geïntegreerd in de Israëlische economie. Een eerste testcase zit er volgens Israëlische media aan te komen: de Europese Raad (voor buitenlandse zaken) zou overwegen, “that transactions between European states and Israeli financial institutions are obligated to adhere to EU policies based on international law when providing loans and financing to Israeli businesses, institutions and individuals in transaction with the illegal Israeli settlements enterprise“. Voor wie groot vertrouwen heeft in de doorzettingsmacht van de 28 ministers van Buitenlandse Zaken van de EU is dat een goed bericht. Wat de EU met banken doet zal volgens dat optimisme ook gaan gebeuren met openbaar vervoer- en waterleidingbedrijven, met de broodhandel en nog een paar honderd sectoren. Waarschijnlijker is dat hier eerst politieke botsingen uit gaan voortkomen binnen de EU zelf. Denk daarbij eerder in jaren dan in maanden.

Is het niet te laat?

Dat brengt ons op punt twee: Is de EU niet te laat? Dat lijkt mij wel! Vorige week stond op Jaffadok een bespreking van een artikel van de enigszins progressieve zionist Bradley Burston in de Israëlische krant Haaretz (http://jaffadok.nl/columns/over-apartheid-bds-en-antisemitisme/). Zijn punt is dat Israël door de bezetting al een apartheidsstaat is geworden. In feite heeft hij de moed opgegeven: Israël moet als één geheel worden gezien, de bezetting is blijvend. Burston voegt zich in een lange rij analisten, Israëlisch en niet-Israëlisch die stellen dat het te laat is voor een levensvatbare Palestijnse staat. De EU heeft iets van een schutter die met zwaar kaliber een doel (de Palestijnse staat) wil beschermen, maar iemand heeft zojuist het doel weggehaald.

Veel Europese politici zijn uitgesproken tegenstanders van de boycotbeweging BDS, “omdat die gericht is op het isoleren van Israël” (wat niet het doel is van BDS). Terwijl de EU Israël, exclusief de bezette gebieden, juist wil integreren in de Europese economie. Het probleem van deze politici gaat worden dat bij iedere ruzie over de uitvoering van de differentiatiepolitiek zal blijken dat de economie van Israël en die van Oost-Jeruzalem, de Westoever en de Golanhoogte geïntegreerd is tot één economische ruimte.