Over apartheid, BDS en antisemitisme

Door: Jan Schnerr - Geplaatst op: 21 augustus 2015

Dinsdag j.l. schreef Bradley Burston in de Israëlische krant Haaretz een artikel onder de kop, It’s Time to Admit It. Israeli policy Is What It Is: Apartheid. Het artikel wordt in Israëlkritische kringen opvallend genoemd. Terecht, want Bradley is een zionist. In Israël gaat hij door voor politiek vrij links, in de VS zou hij “liberal” genoemd worden en in Europa gematigd rechts.

“Inside Every Liberal Is A Totalitarian Screaming To Get Out”, Frontpage Mag

Als zo iemand zegt dat Israël een apartheidsstaat is dan is dat opvallend. Ik ben het met die stelling over “apartheid” overigens eens maar ik ben niet ondersteboven van zijn argumenten. Bradley noemt een paar incidenten in de laatste weken. Die zijn afschuwelijk. Tegelijk zijn zij deel van een trend die al vanaf 1967 inzette en na 2000 snel is geëscaleerd: de bezetting en de degradatie van de bevolking in die gebieden tot een inferieure mensensoort. Toch blijft het een opvallend opiniestuk. En wel vanwege de positie van de schrijver. Wie is Bradley? Hij is een bekende publicist in Israël, hij is columnist bij Haaretz en is bij die krant “senior editor”, lid van de kernredactie. Bradley staat voor een minderheid in joods Israël die zijn ideaal – een joodse staat – ziet uitlopen op een religieus-nationalistisch anachronisme. In breder verband staat hij voor een stroming in joodse gemeenschappen – vooral in Amerika steeds duidelijker zichtbaar – die zich distantieert van Israël.

Deze ontwikkeling onder joodse “liberals” leidt tot verhevigde inspanning onder de “zaakwaarnemers” van Israël in de westerse landen: de AIPAC’s en de ADL’s. Deze clubs raken in de verdediging omdat het oude, sympathieke Israëlverhaal (de kibboets, de veilige haven voor joden) steeds moeilijker te verkopen is. Waar argumentatie niet meer helpt wordt gegrepen naar de knuppel: Kritiek op Israël is een uiting van antisemitisme. In meer deftige taal: Als kritiek op Israël ontaardt in delegitimatie van de joodse staat, dan is dat antisemitisme en dient dat in principe strafbaar gesteld te worden. In dit kader is men bijvoorbeeld aan de Universiteit van Californië bezig om tot een aanscherping te komen van de definitie van het begrip “antisemitisme”.

Concreet: “De stelling dat Israël een apartheidsstaat is komt neer op delegitimatie van de bestaande joodse staat en is antisemitisch”. Als men die stelling aanhangt dan is zo’n artikel van Burston natuurlijk zeer hinderlijk. Toch sluit ik niet uit dat Burston zich zou kunnen vinden in de volgende stelling: “Een joodse staat is nog altijd een prachtig idee, maar dan moet er alsnog voor gezorgd worden dat het een echte democratie wordt met gelijke rechten voor alle inwoners”. Er zijn mensen die verder gaan dan Burston en zich afvragen of het überhaupt mogelijk is om een staat op etnische basis te stichten zonder de rechten van anderen te schenden. Is een joodse en democratische staat eigenlijk ooit mogelijk geweest?

Die laatste discussie komt naderbij. En die discussie mag niet doodgeslagen worden met de knuppel van het antisemitisme. Liberals als Burston kunnen dan laten zien hoe liberaal zij zijn op het punt van vrijheid van meningsuiting. Op dit moment heb ik bewondering voor zijn stellingname, gelet op het vrij extreme klimaat in Israël. Burston geeft daar zelf onrustbarende voorbeelden van.

BDS als schietschijf

De wereldwijde boycotcampagne (BDS) die is gericht op gelijke rechten voor alle inwoners van de door Israël beheerste gebieden inclusief degenen die daaruit in recente tijden zijn weggejaagd, fungeert steeds meer als schietschijf aan het “delegitimatie = antisemitisme”-front. Ik lees dat de nieuwe directeur van het Nederlandse CIDI “een zuivere discussie over Israël” wil. Het wordt interessant om te zien waar de piketpaaltjes worden geslagen die de grens aangeven tussen “zuiver” en “onzuiver”.