Nieuws van 4 september 2014

Door: Jan Schnerr - Laatst aangepast op: 4 september 2014

Israël’s kernwapen: oude geheimen op tafel

Gedeclassificeerde documenten laten nu concreet zien hoe in de jaren ’60 de VS achter de schermen langzaam door de knieën ging.

Philip Giraldi, directeur van ‘Council for the National Interest’ en voormalig CIA-medewerker.

Onderzoek van Philip Giraldi, directeur van de denktank ‘Council for the National Interest’ en voormalig CIA-medewerker, toont hoe na de dood van Kennedy de presidenten Johnson en Nixon zich geleidelijk neerlegden bij het feit dat de Amerikanen om de tuin waren geleid door Israël.

Giraldi baseert zich op documenten van de Amerikaanse overheid die onlangs ‘gedeclassificeerd’ werden, zoals dat met veel geheime stukken na enkele tientallen jaren gebeurt. Giraldi heeft de documenten enkele maanden geleden al onder de aandacht gebracht. Nu volgt zijn analyse op Al Jazeera.

Onder Kennedy was de lijn: een Israëlische atoombom is niet in het strategisch belang van de VS en moet worden tegengegaan.

De VS kwamen eind jaren ’60 tot de conclusie dat Israël, mede door spionage en diefstal in de VS, al te ver was om het land te doen stoppen met atoombewapening. De VS zetten toen in op drie eisen: 1 De ontwikkeling stoppen vóór de feitelijke productie van atoombommen. 2 Ondertekenen van het Nonproliferatie Verdrag. 3 Openstellen van de productiefaciliteit in Dimona voor effectieve Amerikaanse inspecties. Onder Johnson en Nixon (president vanaf begin 1969) verloren de VS deze strijd. Amerika moest genoegen nemen met een scherm van diplomatieke formuleringen (waaronder het officiële zwijgen over de Israëlische atoombom).

Lyndon B. Johnson werd na de moord op Kennedy in 1963 president. Hij stond als pro-zionist positiever ten opzichte van Israël. De geleidelijke verschuiving van het oorspronkelijk zeer negatieve Amerikaanse standpunt over de Israëlische nucleaire vorderingen had daar echter weinig mee te maken.

Jonathan Pollard. Ook tijdens de recente Kerry-ronde was zijn vrijlating een issue.

Israël had in de jaren ’50 in het geheim nauw samengewerkt met Frankrijk in de eerste fase van onderzoek en ontwikkeling van een atoombom. Veel meningen daarover zijn gebaseerd op vermoedens en op memoires van oud-politici. Vast staat dat de Franse president De Gaulle tot de conclusie kwam dat deze samenwerking niet in het strategisch belang van Frankrijk was.

De activiteiten van Israël (dat veel benodigdheden niet zelf kon produceren) verlegden zich naar de VS. Een netwerk van voor Israël werkende Amerikanen zorgde in de jaren ’60 voor de beslissende technologische doorbraak. Een belangrijke lijn was die van (de latere generaal) Rafael Eitan van de Mossad naar de joodse Amerikaan Jonathan Pollard. Deze zit inmiddels enkele decennia gevangen wegens hoogverraad. Het verzet tegen de door Israël gevraagde vrijlating van Pollard komt vooral uit de Amerikaanse geheime diensten en heeft met deze voorgeschiedenis te maken.

Wat de analyse van Giraldi bevestigd, is dat binnen het Amerikaanse overheidsapparaat veel kritiek was (en is) tegen de onvoorwaardelijke steun voor Israël maar dat op het niveau van Congres en president uiteindelijk telkens voor een pro-Israël koers wordt gekozen.

 

bron:

Philip Giraldi in Al Jazeera, 03/09/2014