Wat “price tags” onthullen

Door: Jan Schnerr - Geplaatst op: 18 mei 2014

Israël wordt in het algemeen gezien als een sterke staat. Het permanente schandaal rond de “price tags”-terreur wijst in een andere richting.

Brandende Olijfbomen in de buurt van Nablus. 30-04-2013. bron: Reuters/Nir Elias.

De “prijskaartjes”-acties zijn een vorm van vandalisme door joodse, meest jonge kolonisten uit de nederzettingen in de Westelijke Jordaanoever. Vernielingen van eigendommen van Palestijnen, ontheiliging van religieuze plaatsen en het kladden van beledigende leuzen op moskeeën en kerken zijn de gebruikelijke methoden. Op het oog richten zij zich dus tegen het niet-joodse deel van de bevolking.

Dit vandalisme tegen de Palestijnse bevolking komt bovenop de zware repressie die deze mensen al te duchten hebben van het leger. De Palestijnen in de Westelijke Jordaanoever vallen onder militair bestuur. Militaire verordeningen beheersen hun dagelijks leven. Ook de rechtsspraak over de Palestijnen is in handen van Israêlische militaire rechters (officieren). Joden in deze bezette gebieden vallen onder de Israëlische wet. In de praktijk zal een joodse kolonist die een Palestijn aanvalt ongestraft blijven. Er is veel foto- en filmmateriaal waarop zelfs een soort rolverdeling is te zien tussen vandalisten en soldaten. Een rolverdeling die neerkomt op een nauwe samenwerking. Een Palestijn die een steen teruggooit of zelfs in de tegenaanval gaat, wordt gearresteerd en verdwijnt in de molen van de militaire rechtspraak.

De crux van het price tag fenomeen is dat de staat niet optreedt. De politie arresteert vrijwel nooit niemand. Dat is des te opvallender aangezien de Shin Beth, de binnenlandse veiligheidsdienst, een zeer “goede” reputatie heeft als het gaat om het in handen krijgen en ondervragen van personen die zij in het vizier heeft. Het leger is alomtegenwoordig in de Palestijnse gebieden en zou de politie dus zeer effectief kunnen ondersteunen bij het uitvoeren van haar taak: het bestrijden van vandalisme. Ook dat gebeurt niet. Aangiften verdwijnen in het niets. De rechterlijke macht lijkt geen rol te spelen. Toch is er ook binnen het Israëlische establishment kritiek op deze passiviteit. En niet alleen in verband met het komend pausbezoek. Zelfs vanuit de machtige Shin Beth komt kritiek (zoals gebruikelijk via ex-topmannen van deze dienst). Op zijn minst een deel van Israëlische overheid en de veiligheidselite heeft bezwaren tegen de privatisering van de terreur, ook al hebben hun zorgen met het welzijn van de Palestijnen weinig te maken.

Graffiti op een Palestijns huis nabij Ma’ale Levona: “Joden ontwaakt!” “Dood aan de Arabieren” “Wraak!”. bron: en.wikipedia.org

Qua intentie richten de price tagger’s zich tegen de Israëlische regering. Wanneer de regering een besluit neemt of iets nalaat (niet hard genoeg optreedt tegen de bevolking van de Gazastrook, enz.) dan volgt een “prijskaartje”. Brand stichten in een moskee bijvoorbeeld. Het klinkt onlogisch. De logica die er wel degelijk inzit is de volgende. De regering wordt door dit politiek vandalisme in verlegenheid gebracht. Naar buitenlandse media maar ook binnenlands en dat laatste is in Israël belangrijker. Met de price tag strategie laat de georganiseerde kolonistenbevolking (de leiders treden er niet tegen op) zien wie er de baas is, op zijn minst in de bezette gebieden. Zij tonen aan dat leger en politie zodanig zijn geïnfiltreerd door religieuzen en kolonisten dat zij niet meer als gehoorzaam verlengstuk van de regering kunnen worden gezien. In een oorlog tegen Libanezen of Palestijnen misschien wel, maar niet binnenslands. De price tagger’s laten ook zien dat in de Knesseth geen meerderheid is om ze hard aan te pakken; als zij als “terroristen” zouden worden aangemerkt zou het snel gebeurd zijn. En zij tonen aan dat de rechterlijke macht steeds minder in staat is om de fictie van onafhankelijkheid overeind te houden.

De price tagger’s hebben een boodschap voor de gematigder stromingen in joods Israël. De boodschap luidt dat alle grond in Judea en Samaria (de Westelijke Jordaanoever) in joodse handen moet komen. Dat een Palestijnse staat in dat gebied uitgesloten is. En dat een regering die het in zijn hoofd zal halen om kolonisten te verwijderen uit die toekomstige “Palestijnse staat” een zeer zware pijp zal roken.

De laatste tijd zijn de vandalisten ook op en rond het Tempelcomplex in Jeruzalem actief. Het optreden van de staat en zijn organen (zoals de rechtelijke macht) wordt gekenmerkt door passiviteit dan wel plaatsvervangend geweld (in casu tegen Palestijnen). Ook in Israël zelf, binnen de “groene lijn” bijvoorbeeld in het gebied rond Uhm al-Fahm neemt het ongestrafte vandalisme tegen de Palestijnse minderheid toe. De Israëlische staatsmacht, tientallen jaren lang gestuurd door een op het Westen georiënteerde elite, raakt gedecentraliseerd: particuliere bendes en de daarachter schuilende fundamentalistische stromingen creëren hun eigen rechtssysteem.