VS contra China: als de olifanten gaan dansen

Door: Jan Schnerr - Geplaatst op: 23 oktober 2020

De nabije toekomst hangt af van het Grote Geopolitieke Gevecht. Wordt ‘Israël-Palestina’ een detail bij dit stampvoeten van de twee giganten? Niet voor Europa, dat gaat meer te stellen krijgen met dit kleine kruidvat.

Er ontstaat een Europese buitenlandpolitiek

De vraag hoe de Europese Unie – de junior in het spel ondanks zijn bevolking van bijna vijfhonderd miljoen – zijn evenwicht kan bewaren tussen de twee dansende olifanten krijgt steeds meer aandacht in de Europese politiek en media. Dat leidt ook tot meer nieuws over de Europese buitenlandpolitiek, die vroeger nauwelijks bestond. Dat nieuws gaat over landen waarvan wij de laatste tijd ontdekken dat het onze buren zijn of dat zij net als Europa aan de Middellandse Zee liggen. Witrusland, Oekraïne, Turkije, Libanon, Lybië. Tegelijk willen beide olifanten hun invloed in deze gebieden behouden dan wel vestigen.

Israël als blinde vlek

Luuk van Middelaar schrijft een column (NRC, 14/10/2020) onder de kop ‘Erdogan tart Europese grens, roep hem een halt toe’. Vijf jaar geleden ondenkbaar, zo’n beroep op Europese buitenlandpolitieke daadkracht. En Israël-Palestina? Ook Israël heeft te maken met dat conflict rond de exploitatie van gasvelden onder Middellandse Zee dat voor Frankrijk deze maand zelfs aanleiding was om oorlogsschepen te sturen naar de oostelijke Middellandse Zee. En toch, Israël-Palestina vormt merkwaardig genoeg geen object van Europese buitenlandpolitiek. Of men zou de zoveelste obligate verklaring waarin ‘verontrusting’ wordt uitgesproken over de voortgaande joodse kolonisatie van Palestijns gebied als een vorm van buitenlandpolitiek moeten beschouwen. Die passiviteit heeft iets geriefelijks, geen spanning met de VS over de Joodse staat, geen gedoe met de eigen joodse bevolking, geen veto’s van de autoritaire regeringen in Oost-Europa. Maar het is onwaarschijnlijk dat het zo kan blijven.

As VS-Israël heeft andere belangen

Een supermacht-op-afstand heeft een instrumentele relatie met een land als Israël: Israël is nuttig voor de eigen machtspositie of is dat niet. Washington profiteert van de agressiviteit van Israël: ‘ongehoorzame’ landen worden militair onder druk gehouden door de Israëlische luchtmacht en marine. Tot voor kort dacht Israël van beide grootmachten te kunnen profiteren maar dat loopt waarschijnlijk tegen grenzen aan. Een voor Israëls innovatieve sector zeer interessante deal met China betreffende een ontziltingsinstallatie (een Israëlische specialiteit) is recent onder zware druk van Washington afgeblazen. Deze episode staat in een langere rij ergernissen sinds 1992 waarbij Israël werd teruggefloten als het een rode lijn overschreed, zoals bij de wapenovereenkomst Israël-China in 2006. De kwestie met de ontziltingsinstallatie geeft aan dat de rode lijn niet meer alleen militair-strategische goederen betreft. Conclusie: Israël profiteert van de VS maar opereert niet meer vrij richting China.

Europese passiviteit een probleem

De Europese softe benadering van de joodse staat heeft machtspolitiek gesproken één merkwaardig kenmerk: Israël wordt nimmer onder druk gezet. Dat is niet eindeloos vol te houden om twee redenen. Als de Europese Unie het vacuüm dat de VS in het Midden-Oosten achterlaten opvult met buitenlandpolitiek die die naam verdient, dan gaat de EU problemen tegenkomen waarin ook Israël partij is. Bijvoorbeeld de gaskwestie in de Middellandse Zee of de stabiliteit van Libanon. Dan is het allerminst vanzelfsprekend dat de belangen parallel lopen. Het door Brussel permanent uit de wind houden van het land dat zich bij monde van premier Netanyahoe tegenwoordig presenteert als ‘grootmacht in het Midden-Oosten’ maakt die buitenlandpolitiek kwetsbaar. De tweede reden is dat de radicalisering van de Israëlische binnenlandse politiek regelrecht leidt naar een apartheidsstaat met fundamentalistisch-religieuze trekken.

Landen hebben geen vrienden maar belangen. Dat geldt voor de VS, voor China en zelfs voor een Europese Unie die in de nieuwe wereld die aan het ontstaan is gedwongen wordt om uit de startblokken te komen.

‘Machteloosheid’ van Europa

In Israël inclusief de (bezette) gebieden waarover het de volledige zeggenschap uitoefent wonen veertien miljoen mensen: de helft Joden en de helft Palestijnen. Hun economie is afhankelijk van de reusachtige en geïntegreerde Europese economie. Dat gaat ook zo blijven, ondanks alle bezoeken van premier Netanyahoe aan India en Arabische emiraten. Israël is een kleine markt die zich uit lijfsbehoud zelfs tegen bevriende Amerikaanse bedrijven moet beschermen. De economische winst van de recente normalisatie van de betrekkingen met de meest reactionaire Arabische landen is twijfelachtig evenals de stabiliteit van die regiems in een wereld die van de olie af gaat. Om tegen deze achtergrond te stellen dat Europa geen drukmiddelen heeft in het kader van een zelfstandige Midden-Oostenpolitiek is niet reëel.

Ethiek en ‘Realpolitik’

Er zijn ethische overwegingen en argumenten op het gebied van internationaal recht en democratie om Israël onder druk te willen zetten. De Israël kritische bewegingen in Europa (en elders) laten zich op dat vlak horen. Dat is terecht. Helaas maakt de geopolitieke context rond dit conflict waarmee wij de afgelopen zestig jaar hebben geleefd, overtuigen tot een stroperige bezigheid. En wil men niet afglijden naar het eenvoudigweg getuigen van een eigen waarheid dan is het noodzakelijk om de discussie ook op het niveau van politieke belangen en analyse te voeren. Het is noodzakelijk om het ‘Israëlische probleem’ ook te plaatsen in het geopolitieke schaakspel. En, als overtuigde Europeaan is het niet prettig om aan te zien hoe lomp Europese strategische belangen opzij worden geschoven, zoals in het geval van Iran.

Nu de olifanten op globaal niveau echt gaan dansen komt ook het Midden-Oosten in beweging. Aanvankelijk zal dat geen fraaie beelden opleveren. De desastreuze situatie waarin het Midden-Oosten na anderhalve eeuw kolonialisme, Koude Oorlog en Amerikaanse met-ons-of-tegen-ons-politiek zijn verzeild geraakt belooft niet een spoedig opgaande zon boven een democratisch landschap. Ook Europa gaat daar zijn handen vuil maken.

De benadering van Israël als ook een Europees probleem van buitenlandse politiek is een benadering die niet uitsluitend blijft hangen in morele categorieën. Dat neemt niet weg dat grondige kennis van het thema Israël/Palestina en betrouwbare informatie over de feiten ‘op de grond’ de basis is. Het doet ook niets af aan het gegeven dat morele opvattingen onontbeerlijk zijn om uiteindelijk de grenzen aan te geven van Realpolitik.