Tien jaar verschil in Palestijnse en Israëlische levensverwachting

Door: Adri Nieuwhof - Geplaatst op: 28 januari 2015

Volgens een nieuw rapport is de levensverwachting van Palestijnen ongeveer tien jaar lager dan van inwoners van het huidige Israël. Ook zijn de cijfers voor zuigelingen- en moedersterfte vier keer hoger in de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook. De gegevens, die Physicians for Human Rights-Israel (PHR-I) heeft verzameld, onthullen de ongelijkheid in gezondheid en houden volgens de organisatie direct verband met de bezetting door Israël.

Belangrijk is ook dat 2014 niet is opgenomen in de door PHR-I gebruikte gegevens, het jaar van Israël’s massale aanval op Gaza waarbij meer dan 2.200 Palestijnen omkwamen. De vergelijking tussen Israël en de bezette Westelijke Jordaanoever en Gaza is verder ook nog beperkt doordat Oost-Jeruzalem niet is opgenomen, ook al maakt dat deel uit van de Westelijke Jordaanoever.

PHR-I meldt dat er geen specifieke gegevens over Oost-Jeruzalem beschikbaar zijn, omdat het Israëlische Ministerie van Volksgezondheid dit bezette gebied als deel van Israël beschouwd. De Israëlische nationale gezondheidsverzekering geldt ook voor Oost-Jeruzalem; lokale gezondheidsinstellingen verzamelen de gegevens voor het ministerie.

Ongelijkheid in vaccinaties

Het PHR-I rapport “Divide and Conquer: Inequality in Health” meldt dat in de Westelijke Jordaanoever en Gaza gemiddeld negentien babies sterven op duizend geboorten, terwijl in Israël dit gemiddeld vier per duizend zijn. Aan Palestijnse kant zijn infectieziekten die voorkomen kunnen worden de hoofdoorzaak van zuigelingensterfte, maar in Israël is dit zelden de oorzaak.

Achtentwintig op de 100.000 Palestijnse moeders die onder de bezetting leven sterven rondom de geboorte van hun kind, tegen zeven op de 100.000 moeders in Israël.

Besmettelijke ziekten komen vaker voor in de bezette Palestijnse gebieden dan in Israël. Het is zorgwekkend dat sommige vaccinaties tegen levensbedreigende ziekten niet in de Westelijke Jordaanoever en de Gazastook worden gegeven. Dure vaccins tegen Hepatitis A, waterpokken, longonsteking, rotavirus (de belangrijkste oorzaak van ernstige diarree bij zuigelingen en jonge kinderen) en het humaan papillomavirus dat baarmoederhalskanker kan veroorzaken, zijn niet opgenomen in het nationale vaccinatieprogramma van de Palestijnse Autoriteit vanwege onvoldoende beschikbaarheid en de kosten.

Wurggreep op de Palestijnse gezondheidszorg

De Palestijnse gezondheidszorg verkeert in een chronische crisis door een voortdurend tekort aan financiële middelen, medicijnen, medische apparatuur en meer in het algemeen door onvoldoende medisch specialisten en medisch personeel.

Er is minder geld beschikbaar voor de gezondheidszorg in de Westelijke Jordaanoever en Gaza, legt het rapport uit. De uitgaven per hoofd van de bevolking zijn slechts een achtste van de uitgaven voor gezondheidszorg in Israël.

Op de Human Development Index staat Israël op plaats 19 in de wereld, Palestina op 107.

Verder gebruikt Israël de controle over de Palestijnse belastinggelden om, als straf, overmaking van geïnde douanerechten aan de Palestijnse Autoriteit uit te stellen. Dat bemoeilijkt de planning van de jaarlijkse budgetten door het Ministerie van Volksgezondheid. De financiële moeilijkheden leiden tot onregelmatige betaling van medisch personeel. Deze beperkingen leiden soms ook tot stakingen of vermindering van de werkweek van vijf naar drie dagen.

Israël heeft acht keer meer medisch specialisten — 1,76 per 1.000 inwoners — tegen slechts 0,22 per 1.000 inwoners in de Westelijke Jordaanoever en Gaza. Het aantal verpleegkundigen per 1.000 inwoners is significant lager in de bezette gebieden — 1,9 verpleegkundigen per 1.000 inwoners tegen 4,8 per 1.000 in Israël.

Het Palestijnse openbare zorgstelsel kan niet voorzien in specialistische behandelingen voor de “meer complexe medische problemen op het terrein van oncologie, cardiologie en orthopedie” zegt PHR-I. Veel patiënten die zulke zorg nodig hebben worden – tegen hoge kosten – verwezen naar particuliere gezondheidsvoorzieningen in Oost-Jeruzalem en, indien nodig, naar ziekenhuizen in Israël, Egypte of Jordanië. De kosten van zulke verwijzingen besloegen in 2010 ongeveer dertig procent van het budget van het Palestijnse Ministerie van Volksgezondheid.

In 2012 werden meer dan 5.000 patiënten doorverwezen naar Israël waarmee een bedrag van een miljoen shekels (€ 225.000) was gemoeid. De verwijzingen verhogen de afhankelijkheid van Israël en zijn een obstakel voor de ontwikkeling van een onafhankelijk zorgstelsel in de Westelijke Jordaanoever en Gaza. Bovendien worden Palestijnen die voor een noodzakelijke medische behandeling buiten de bezette gebieden moeten reizen onderworpen aan het restrictieve en willekeurige vergunningsysteem van Israël. PHR-I schrijft dat Israël “het vertrek voor medische behandeling van patiënten uit de Gazastrook afhankelijk stelt van een verhoor door de GSS (de inlichtingendienst ook bekend als Shabak)”.

Beperkte toegang tot medicijnen

Het Israëlische Ministerie van Volksgezondheid beheerst ook de import van farmaceutische producten naar de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook. Het staat alleen importen toe van in Israël geregistreerde medicijnen en blokkeert de import van medicijnen uit omringende markten die medicijnen tegen veel lagere prijzen kunnen aanbieden.

Palestijnen kunnen ook niet profiteren van een prijsstelling van de geneesmiddelenindustrie waarbij rekening wordt gehouden met de sociaal-economische status van het land. Door de koppeling aan het Israëlische douanesysteem zijn Palestijnen genoodzaakt medicijnen tegen “eerste wereld” prijzen in te kopen.

Het importeren van grondstoffen voor de lokale productie van medicijnen is bijna onmogelijk door de beperkingen die het Israëlische beleid oplegt aan het transport van deze goederen of grondstoffen naar de Palestijnse gebieden.

Een Palestijnse farmaceutische producent heeft voor elke import toestemming nodig van het Israëlische Ministerie van Volksgezondheid. Vaak verbiedt Israël importen van grondstoffen, omdat deze materialen ook voor militaire doeleinden gebruikt zouden kunnen worden. In het algemeen hebben producenten in Israël niet een dergelijke toestemming nodig, en als dit wel is vereist dan wordt deze op jaarbasis gegeven.

“Verschillende rechten”

Physicians for Human Rights-Israel concludeert in het rapport dat “twee bevolkingsgroepen in hetzelfde gebied leven, geregeerd door dezelfde regering — met verschillende rechten”. De ene groep, de Israëliërs, geniet een overmaat aan privileges.

Maar ieder mens heeft recht op toegang tot de hoogst bereikbare standaard van lichamelijke en geestelijke gezondheid. Het recht op gezondheid omvat niet alleen tijdige en passende medische zorg, maar ook onderliggende factoren die bepalend zijn voor gezondheid, zoals toegang tot schoon drinkwater, voldoende sanitaire voorzieningen, veilige omstandigheden op het werk en in de omgeving.

Israëls voortdurende geweld tegen Palestijnen van alle leeftijden blijft ernstige schade berokkenen en verhoogt de vraag naar gezondheidszorg waarin het Palestijnse stelsel nu al nauwelijks in kan voorzien.

Dit artikel verscheen eerder op de The Electronic Intifada en is door de auteur vertaald voor Jaffadok.
http://electronicintifada.net/blogs/adri-nieuwhof/ten-year-gap-between-palestinian-and-israeli-life-expectancy-report