Syrië, de slag om het Midden-Oosten voortgezet

Door: Jan Schnerr - Geplaatst op: 4 november 2015

Europa heeft hooguit een buitenlandpolitiek-in-wording. Niet meer dan dat. Vooral in kwesties van oorlog en vrede is één sterke buitenlandpolitiek niet mogelijk. In Irak in 2003 trok Engeland samen op met de VS. Maar Frankrijk en Duitsland weigerden. Tot woede van Washington. In 2011 vielen Engeland en Frankrijk Libië aan. Duitsland deed niet mee. Grote ergernis in Parijs en Londen. In 2013 stond de VS op het punt om het Syrische regiem vanuit de lucht aan te vallen. De Fransen stonden te trappelen. David Cameron vroeg zijn parlement of hij mee mocht doen. Dat weigerde: een bloedneus voor de premier. Afgelopen maandag liep Cameron, iets voorzichtiger geworden, een blauw oog op: hij polsde of de ‘militaire’ commissie in het parlement positief stond tegenover meebombarderen met de VS in Syrië: neen!

Bernard-Henri Levy in Cannes met Libische en Syrische rebellen, 2011.

Opvallend was dat ook veel Conservatieven tegen zijn. Kennelijk zien zij er te weinig in vanuit Engels belang. In Europa staan de Fransen nu alleen.

Voorop de Parijse ‘filosoof’ Bernard-Henri Levy, die sinds twintig jaar alle Amerikaanse en Israëlische oorlogen in het Midden-Oosten tot beschavingsmissies heeft verklaard. Voor de Fransen is de inzet van het leger de enig overgebleven mogelijkheid om nog mee te tellen op het internationale toneel. Op het slagveld is La France groter dan Duitsland (nog wel).

Duitsland heeft belang bij ‘politieke oplossingen’. Niet alleen in Syrië. In de Oekraïnecrisis heeft het zich, grotendeels achter de schermen, verzet tegen het Amerikaanse wapengekletter (VS-gezant Victoria Nuland: “Fuck the EU”. Lees: ‘Germany’). Al in de jaren ’90 in de Balkanoorlogen waren zij voorzichtiger dan de VS. En nu Syrië: de huidige vluchtelingenstroom weet vooral Duitsland te vinden. Ook in Syrië heeft Duitsland dus meer belang bij een politieke oplossing dan bij militair spektakel. Minister Walter Steinmeier heeft het afgelopen jaar discreet gepraat met Moskou over Syrië. Er zijn geruchten dat president Obama goed op de hoogte werd gehouden en zelfs afwist van Russische voorbereidingen op militaire actie in Syrië.

Cameron zal zich geen derde maal aan Syrië branden.

Wie in grote lijnen de westerse politiek ten aanzien van het Midden-Oosten wil snappen adviseer ik dus om te letten op twee landen: VS en Duitsland. En dan speciaal te letten op hun lange termijn belangen. 1 Het Amerikaans belang om conflicten te militariseren met inzet van superieure militaire macht ofwel die conflicten ‘in te vriezen’ (een sanctieregiem, bijvoorbeeld tegen Iran). Daarnaast is er het Amerikaanse belang om de kosten van militaire inzet in de hand te houden. Analisten wijzen al jarenlang op een geleidelijke verschuiving van militaire inzet van het ‘olieparadijs’ Midden-Oosten naar de wateren rond China. En waar de VS vertrekken, willen zij ‘stadhouders’: landen die hun belangen behartigen bij afwezigheid. In het Midden-Oosten blijft dat Israël. Op de tweede plaats blijven dat misschien de staten op het Arabisch Schiereiland. Maar Turkije is niet afgeschreven als toekomstige stadhouder.

Duitsland heeft belang bij stabiliteit en economische relaties op zijn oost- en zuidoostflank. Dus in principe burgerlijke, niet al te corrupte regeringen. Duitsland heeft verder de rol van leider binnen de EU. Dat betekent voortdurend een midden positie innemen en compromissen sluiten. Maar ook: discreet voorop gaan in het losser maken van de Europese buitenlandpolitiek van de wensen van Washington. De vluchtelingencrisis zal dat laatste proces ongetwijfeld versnellen. Temeer omdat de gigantische massa’s werkloze jongeren in deze landen inmiddels wel op een idee gebracht zijn. Als de EU de huidige crisis doorstaat dan krijgt Israël over enkele jaren te maken met een effectievere Europese buitenlandpolitiek. Het is voor de arme Syriërs te hopen dat zij daar niet op hoeven wachten.