Schulz en Merkel bezoeken Israël

Door: Jan Schnerr - Geplaatst op: 19 februari 2014

Toen de Duitser Martin Schulz, voorzitter van het Europees Parlement zeer onlangs de Knesseth mocht toespreken ontstond een rel. In een overigens pro-Israëlische toespraak kwam heel even, heel voorzichtig het waterprobleem voor de Palestijnen aan de orde (zie: jaffadok.nl/nieuws-van-13-februari-2014). Dat kwam zo.

De “tapfere Junge” (FAZ) in Ramallah. Links Schulz, rechts tolk. Foto: mink (Nils Minkmar)

De hooggeplaatste Europese bezoeker moest natuurlijk ook bezet gebied aandoen. Het meest voor de hand ligt de Palestijnse stad Ramallah. Daar zitten alle VIP’s van de Palestijnse Autoriteit. Schulz wil iets meer zien dan vergaderzaaltjes. Hij stommelt wat rond op een stukje onbebouwd terrein. Er komt een jongetje aan. Nieuwsgierig, hij hoort dat deze belangrijke man uit Europa komt. “Messi”, roept hij naar Schulz. Die voetbalt zoals wij weten niet in Duitsland maar het is blijkbaar de eerste naam die hem te binnen schiet (trouwens: Schulz gaat over heel Europa). Schulz heeft zojuist emotionele, maar strak georganiseerde ontmoetingen in Israël achter de rug: het Holocaust centrum, een ontmoeting met een overlevende van de naziterreur, een academische plechtigheid waar tranen vloeien. Schulz vraagt het jongetje waar zijn huis is. Hij wijst een ruïne aan verderop. Toen hij op een dag van school kwam was zijn huis omver gebulldozerd – geen bouwvergunning. Schulz is ontroerd, vraagt de camera om even naar de horizon te draaien en omarmd de jongen. Die vat blijkbaar moed en stelt de vraag die Schulz later in de Knesseth tot zijn “vergissing” brengt: “Waarom mogen Israëliërs 70 liter water per dag gebruiken en Palestijnen maar 17?”.

In een Duitse krant foetert een professor uit Berlijn dat Schulz toch moet snappen dat het herhalen van zo’n vraag in de Knesseth provocerend werkt. Men moet toch niet afgaan op het “Straßengerede eines Kindes” (het gebabbel van een kind). De professor vindt Schulz incompetent, beïnvloedbaar door “de straat”. Zelf vraag ik mij af wat ik moet denken van dit merkwaardige incident. De carrière van Schulz wijst erop dat hij zeer goed met de media kan omgaan en goed kan inschatten wat het effect van zijn openbare toespraken kan zijn. Zoals alle Duitse politici die de top hebben bereikt houdt hij zich aan de fictie van de collectieve Duitse schuld ten aanzien van joden en de daarvan afgeleide “speciale Duitse verantwoordelijkheid voor de veiligheid en het bestaansrecht van Israël”. Vandaar zijn standaard pro-Israëlische rede in het parlement in Jeruzalem.

Ik geloof dus niet in de naïviteit van Schulz. Laat staan zijn incompetentie. Schulz is op campagne. Er komen Europese verkiezingen aan. En daarna wordt de Europese Commissie samengesteld. Het Europees Parlement is de afgelopen jaren minder pro-Israëlisch geworden. Misschien wordt die Israël-kritische tendens in het nieuwe EP na mei 2014 getalsmatig wel gecorrigeerd door een overwinning van de extreem rechtse en racistische partijen. Die schurken tegen Israël en de Europese Israëllobby’s aan om salonfähig te worden. Maar iemand als Schulz heeft die partijen zowiezo tegen zich. Politiek loont het wellicht om voorzichtig iets meer naar de Palestijnse kant over te hellen terwijl straks extreem rechts zijn steun voor Israël uitschreeuwt.

En bondskanselier Angela Merkel? Die komt volgende week naar Israël. In pro-Israël formuleringen kan zij zichzelf niet meer overtreffen na haar vorige bezoek. Dat zal zij ook wel niet doen, alleen al omdat haar positie in de Duitse politiek minder overheersend is dan in haar vorige kabinet. Bovendien is er wel wat gaande in de Duitse publieke opinie. Daar moet in elk geval coalitiepartner SPD een beetje rekening mee gaan houden. Het slechtste wat Merkel voor Duitsland en Europa kan doen is John Kerry steunen in de eis dat de Palestijnen Israël erkennen als joodse staat.

Komende week op Jaffadok een analyse van de Duitse Israëlpolitiek.