Palestijnse kinderen doen gevaarlijk werk op boerderijen van kolonisten

Door: Adri Nieuwhof - Geplaatst op: 18 april 2015

Ongeveer duizend Palestijnse kinderen worden uitgebuit op Israëlische boerderijen van kolonisten op de bezette Westelijke Jordaanoever, volgens een nieuw rapport van Human Rights Watch (HRW). Zij moeten zwaar tillen en zonder geschikte bescherming pesticides spuiten. Hiervoor krijgen ze ongeveer de helft van het wettelijk minimumloon betaald.

Als zij hun familie willen helpen te overleven hebben deze kinderen bijna geen andere keuze dan een baan op de boerderijen van kolonisten te accepteren. Israëls beleid heeft talloze Palestijnse families in de armoede gestort. Soms zijn de Israëlische boerderijen gebouwd op land dat is gestolen van de dorpen waar de kinderen vandaan komen.

Volgens de Vierde Conventie van Genève zijn alle Israëlische nederzettingen op de bezette Westelijke Jordaanoever illegaal. Bovendien is kinderarbeid in strijd met verschillende internationale verdragen. Maar hoewel de Verenigde Staten en de Europese Unie zeggen het internationaal recht te onderschrijven, stellen zij toch geen beperkingen aan de import van producten die met hulp van kinderarbeid zijn verbouwd in Israëlische nederzettingen.

HRW interviewde 38 Palestijnse kinderen en 12 volwassenen die op kolonistenboerderijen in de Jordaanvallei hebben gewerkt.

Veel kinderen begonnen op dertien- of veertienjarige leeftijd te werken, terwijl in Israël vijftien de minimumleeftijd is waarop je mag werken. Zelfs nog jongere kinderen werken part-time. Israëlische werkgevers gebruiken Palestijnse tussenpersonen om hun verantwoordlijkheid te ontduiken rond werkvergunningen en het verstrekken van salarisstroken. De inzet van tussenpersonen voor het inhuren en de betaling van arbeiders maakt dat arbeiders geen juridische stappen kunnen nemen tegen hun werkomstandigheden.

Sommige kinderen vertelden HRW hoe zij onder druk werden gezet om zonder pauze door te werken. Een vijtienjarige schoolverlater zei dat opzichters altijd schreeuwden “werk sneller, je bent te langzaam.” Hij zei ook dat arbeiders niet mochten zitten als zij paprika’s of druiven plukten.

De Palestijnse kinderen die HRW interviewde verdienden ongeveer 10 shekels (Euro 2,37) per uur, ongeveer eenderde onder het wettelijk minimumloon. Tussenpersonen houden per dag een bedrag ter waarde van ongeveer twee uur werken in als vergoeding voor vervoer en andere uitgaven.

Gevaarlijke stoffen

De meerderheid van de geïnterviewden vertelde HRW dat zij tot twee keer per week gewassen met chemische stoffen moesten besproeien. Slechts twee van hen kregen hierbij maskers, oogbescherming en handschoenen.

Minderjarigen die dit werk deden hadden last van duizeligheid, misselijkheid, geïrriteerde ogen en huiduitslag. Zelfs de kinderen die geen pesticiden sproeiden hadden last van schadelijke bijwerkingen doordat zij er aan blootgesteld werden. Een 14-jarige jongen zei dat andere arbeiders soms “paprika’s met pesticiden besproeiden terwijl ik ze aan het plukken was. Wij kregen handschoenen maar geen masker.”

Op de agrarische kolonistenbedrijven worden veel pesticiden gebruikt. Sommige pesticiden die in de Jordaanvallei worden gebruikt zijn neurotoxines die volgens HRW het zenuwstelsel kunnen beschadigen. Een van de pesticiden die voor druiven wordt gebruikt is Alzodef dat in de Europese Unie verboden is vanwege de gezondheidsrisico’s.

Een 16-jarige Palestijnse jongen die in een kas werkte moest twee keer per week gewassen besproeien met chemicaliën die in een 30-litertank zaten die hij op zijn rug droeg. De jongen zei dat hij het insecticide Decathlon en de onkruidbestrijder Basta moest gebruiken. HRW zegt dat de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen vergelijkbaar met die zoals vastgesteld door het Environmental Protection Agency (EPA) in de VS niet in acht werden genomen. EPA stelt dat na het sproeien met Decathlon in een kas arbeiders twaalf uur niet zonder beschermende uitrusting de kas in mogen.

Op de verpakking van Basta staat dat men bij de toepassing van het product katoenen overalls moet dragen die bij de nek en polsen zijn dichtgeknoopt, en verder wasbare hoofdbedekking, ellebooglange beschermende handschoenen en een gezichtsmasker of stofbril.

Gedwongen om zwaar te tillen

Op de boerderijen moeten kinderen ook zware gewichten tillen, bijvoorbeeld dozen met paprika’s die rond de 20 kilo kunnen wegen. Een 13-jarige jongen vertelde Human Rights Watch dat hij paprika’s los snijdt, ze in dozen legt en deze dan moet wegzetten. De dozen zijn zwaar waardoor hij pijn krijgt in zijn armen en rug. “Eerst versleepte ik de dozen met paprika’s maar de opzichter zei me dat ik ze moest dragen”, zei de jongen.

De 18-jarige Yusef vertelde dat hij door het dragen van een zware tank last had van aanhoudende pijn in zijn rug. En Saleh van 15 zei dat zijn schouders doof werden van het op zijn rug dragen van een 15-litertank als hij pesticiden moet sproeien. Hij sproeit elke keer een half uur, dan vult hij de tank weer. “Op de dagen dat ik sproei, moet ik dit vijftien keer doen voor ik klaar ben”, zei hij.

De arbeidsregelgeving in Israël voor jongeren bepaalt dat zij onder de achttien geen werk mogen doen waarbij zij zwaar moeten tillen, voor jongens ligt de grens bij 12,5 kilo en voor meisjes bij acht.

Op de Israëlische boerderijen in de nederzettingen moeten Palestijnse minderjarigen ook gevaarlijk werk verrichten. Een 15-jarige jongen moest met een ladder op twee tot drie meter hoogte dadelpalmen snoeien en dadels plukken. “De dadelpalmen hebben veel stekels en op een keer sneed ik mijzelf en kon ik een maand lang niet werken” vertelde hij HRW. Hij ontving geen enkele compensatie, “want als je niet werkt dan krijg je niets betaald. Als je naar de dokter moet, dan betaal je dat zelf”.

In de nederzetting Niran sneed een 13-jarige zich toen hij zijn moeder hielp bij het plukken van uien. “We gebruiken scheermesjes die je terug kunt schuiven. Zij zeiden alleen maar dat ik door moest gaan met werken”, vertelde hij. Een andere Palestijnse minderjarige vertelde dat nadat hij zich had gesneden, zijn vrienden hem naar het ziekenhuis brachten. Hij draaide zelf voor de kosten op.

Volgens HRW vermengen Israëlische exporteurs in hun ladingen naar de Europese Unie producten uit de nederzettingen met producten uit het huidige Israël.

Alle belangrijke Palestijnse landbouworganisaties hebben opgeroepen om een einde te maken aan de handel met illegale Israëlische nederzettinen en Israëlische voedsel exporteurs. Deze oproep zou gevolgd moeten worden door bedrijven, overheden en burgers over de hele wereld.

Dit artikel verscheen eerder op de Electronic Intifada en is door de auteur vertaald voor Jaffadok.