Brits mandaat

Dit is een uitgebreid achtergrond artikel. Klik hier voor korte versie.
Door: Jan Schnerr - Laatst aangepast op: 16 mei 2012
De Balfour Declaration wordt veelal gezien als de basis van het Israelisch-Palestijns conflict.

De Balfour Declaration wordt veelal gezien als de basis van het Israelisch-Palestijns conflict.

Palestina-mandaat

Begin jaren ’20 van de vorige eeuw werd Palestina een gebied waar traditionele Ottomaanse structuren en Europese koloniale belangen botsten. Volgens een rapport van de Volkenbond woonden toen in het gebied dat correspondeert met het huidige Israël inclusief bezette gebieden, bijna 700.000 mensen waarvan 235.000 in grotere steden. 80 % was moslim en ruim 10 % Arabisch sprekende christenen. Er waren 76.000 joden, grotendeels immigranten uit de periode 1880 -1920. Vanaf 1918 toen het Ottomaanse Rijk had opgehouden te bestaan voerde Engeland het administratief bestuur over Palestina. De procedure voor het verlenen van het formele mandaat voor het uitoefenen van het gezag werd afgerond met een besluit van de Volkenbond in 1922. Het Mandaat maakte Engeland verantwoordelijk voor het creëren van de politieke en bestuurlijke voorwaarden “to secure the establishment of the Jewish national home and the development of self-governing institutions”. Het Handvest van het Mandaat verleende officiële vertegenwoordigende status, namens de joodse gemeenschap in Palestina aan de zionistische organisatie en met name zijn locale afdeling, de Jewish Agency. Tot het mandaatsgebied behoorde ook het huidige Jordanië. Dit werd door de Britten in 1921 afgescheiden en omgezet in het Emiraat van Transjordanië. Langs deze weg werd Palestina, het gebied waarbinnen de strijd rond het ontstaan van de joodse staat Israël zich afspeelde, onder Brits bestuur voor het eerst een aparte politieke eenheid.

Palestijnse anti-britse demonstratie in Jeruzalem (1920). bron: www.eltaher.org

Engelsen versus Arabieren

Het mandaat refereerde aan de Balfour Verklaring van november 1917 van de Engelse regering, waarin deze had vastgelegd dat, “His Majesty’s Government views with favor the establishment in Palestine of a national home for the Jewish people …”. De term “a Jewish state” uit een eerder concept was vervangen door het voorzichtiger “a national home”. Deze verklaring van de Engelsen leidde in Palestina tot een breed protest onder de niet-joden. Het gaf de aanzet tot de oprichting van locale politieke organen zoals de Muslim-Christian Association, waaruit later het Arab Executive Committee zou ontstaan. Dat laatste was de eerste Palestijnse politieke autoriteit op nationaal niveau. In Palestina en elders in de Arabische wereld heerste woede over het niet nakomen van door de Engelsen gedane beloften ten aanzien van een onafhankelijke Arabische staat. De spanningen namen ook toe als gevolg van toenemende joodse immigratie en het met steun van joodse organisaties in het Westen opkopen van land. De verkopers waren vaak rijke grootgrondbezitters die vaak al zeer lang elders leefden. De Palestijnse agrarische bevolking die met het land vergroeid was en het veelal sinds generaties als “hun” land beschouwden werd vervangen door “joodse arbeid”. In 1920 en 1921 braken gevechten uit tussen Palestijnse Arabieren en joden. De Engelsen namen in de jaren ’20 het initiatief tot de instelling van de Supreme Muslim Council om het bestuurlijk vacuum te vullen dat het ineengestorte Ottomaanse rijk had achtergelaten. Het was een stap in een (uiteindelijk mislukt) streven naar een meer evenwichtige benadering van de Palestijns-Arabische versus joodse belangen. In 1928 – 1929 braken ernstige gevechten uit tussen joden en Palestijnse Arabieren rond heilige plaatsen, met name in Jeruzalem. Het Palestijns verzet tegen de Britse overheersing en de voortgaande joodse kolonisatie bereikte zijn hoogtepunt tijdens de “Arabische Opstand” van 1936 tot 1939. Deze opstand werd door de Engelsen zeer hard onderdrukt, met steun van joodse strijdgroepen. De aanjager van het geweld was het verlies van land aan de zionistische immigranten en de gevolgen daarvan: vervanging van niet-joodse door joodse arbeid, lage lonen en werkloosheid voor verdreven arbeidskrachten. Bij de campagne voor “joodse arbeid” speelde de vakbond Histadroet een centrale rol. In de opstand nam aan de andere zijde de Palestijnse arbeidersbeweging een zeer belangrijke plaats in. Een gevolg van de harde onderdrukking door de Engelsen was dat de Palestijnen hun kader verloren en hun politieke organisatie desintegreerde, hetgeen voor hen fataal uitpakte in de cruciale jaren 1947 – 1949 toen zij door de zionisten vernietigend werden verslagen.

Britse soldaat markeert huis van een Palestijnse familie die collectief gestraft moet worden met huisverwoesting (1938). bron: www.eltaher.org

Late beleidswijziging

De Engelsen kwamen in 1939 wederom tot een heroverweging van hun politiek ten aanzien van zionisten en Palestijnen: het McDonald White Paper, dat in principe het einde van de alliantie tussen de Engelsen en de zionisten betekende. De Engelse leiding, ook die in Londen, maakte zich geen illusies meer over de bedoelingen van de zionisten in Palestina. De omslag van de Engelse politiek van pro-joods naar enigszins pro-Arabisch kwam evenwel te laat. Het grotere belang van de komende oorlog met Duitsland begon deze locale overwegingen te overheersen. Er ontstond een “deal” met de zionisten in Palestina waarbij die de Engelse oorlogsinspanning niet zouden tegenwerken (in een zeer beperkte mate zelfs zouden meevechten). Tegelijkertijd bereidden de joodse strijdgroepen zich tijdens de oorlog voor op hun komende strijd tegen de Engelsen. Tot die voorbereidingen behoorden ook wapendiefstallen.

De worsteling van het Engelse gezag met de Palestijns-Arabische respectievelijk joodse belangen duurde de gehele mandaatsperiode en markeert in feite ook de toenemende onmogelijkheid om het imperium in stand te houden. Daarbij valt op dat het inzicht van de locale Engelse functionarissen steeds enkele jaren vooruit liep op dat van de politieke top in Londen (die bovendien meer beïnvloed werd door de zionistische lobby aldaar).

De meest relevante stukken in deze ontwikkeling zijn (van der Heijden, blz. 136):

  • 1915-1916 MacMahon-Hoessein briefwisseling
  • 1916 Sykes-Picot overeenkomst
  • 1917 Balfour-declaratie
  • 1922 Churchill White Paper
  • 1929 Shaw Rapport
  • 1930 Hope Simpson Royal Commission
  • 1930 Passfield White paper
  • 1937 Peel Commission
  • 1938 Woodhead Commission
  • 1939 MacDonald White Paper
  • 1945-1946 Anglo-American Committee of Inquiry
  • 1946 Morrison-Grady Plan
  • 1947 UNSCOP-plan

.

Ansichtkaart met “We are answering your call O Palestine”; de moskee en de kerk symboliseren de gezamenlijke strijd tegen Britten en zionisten (jaren ’30). bron: www.eltaher.org

Engelse “capitulatie”

Engeland was door de oorlog zeer verzwakt en sterk afhankelijk geworden van de Verenigde Staten. De strijd met de joodse milities escaleerde zeer snel en ging gepaard met terreur, ook tegen Engelse civiele doelen. In 1947 kwamen de Engelsen tot de conclusie dat de strijd militair en vooral financieel uitzichtloos was. Zij gaven het mandaat terug aan Verenigde Naties, de opvolger van de Volkenbond. In deze episode ontstond de Engelse afstandelijkheid ten opzichte van de latere joodse staat. De Engelsen waren zich al in een vroeg stadium bewust van het dubbele gezicht van Israël naar de westerse machten.

 

Literatuursuggesties:

1. Van der Heijden, Chr. Israël. Een onherstelbare vergissing. Amsterdam/Antwerpen: Contact, 2008

2. Khalidi, R. Palestinian Identity: The Contraction of Modern National Consciences. New York: Columbia University Press, 1997.

3. Lockman, Zachary. Comrades and Enemies: Arab and Jewish Workers in Palestine. Berkeley, University of California Press, 1996

4. Swedenburg, Ted. Memories of Revolt: The 1936 – 1939 Rebellion and the Palestinian National Past. Minneapolis, University of Minnesota Press, 1995

5. Sternhell, Zeev. The Founding Myths of Israel: Nationalism, Socialism and the Making of the Jewish State. (Eng. vert.) Princeton, Princeton University Press, 1998

Sites en zoektermen:

1. merip british mandate

2. yale edu palestine mandate

3. palestineremembered british mandate

4. encyclopaedia brittannica palestine mandate

Suggesties voor scripties, werkstukken, nader onderzoek:

1. Het McDonald White Paper en de zionistische reacties

2. De bevolkingssamenstelling van Palestina in de jaren ‘20

3. De campagne voor joodse arbeid tussen WO I en WO II

4. (Aspecten van) de Arabische opstand van 1936 – 1939

CITAAT:

“They [His majesty’s Government] would draw attention to the fact that the terms of the [Balfour] Declaration referred to do not contemplate that Palestine as a hole should be converted into a Jewish National Home, but that such a Home should be founded in Palestine.” The Churchill White Paper, 1 juli 1922.