Nieuws van 25 juni 2015
Spookstraten in Hebron zullen niet snel tot leven komen. Palestijnen staan weer voor de drempel van het ICC
Palestijnen naar ICC
De Palestijnse minister van Buitenlandse zaken Riad al-Malki staat op het punt om het Internationaal Strafhof in Den Haag (ICC) bewijzen voor te leggen van 1.856 door Israël begane misdaden in de periode april 2014 tot april 2015. Het gaat om zaken die zich hebben voorgedaan tijdens de Gaza oorlog vorige zomer. Maar het gaat ook om geweld van kolonisten onder bescherming van het leger. Ghassan Khatib, de vice-president van de Palestijnse Birzeit Universiteit en voorzitter van de commissie die de ICC-procedure voorbereid, zei: “We offered information on Israeli violations to international law which could amount to war crimes, and the aim is to convince the chief prosecutor [aanklager van het ICC] to open an investigation that could lead to her making charges”.
Deze ontwikkeling komt enkele dagen nadat de VN Onderzoekscommissie haar rapport over oorlogsmisdaden tijdens de Gaza oorlog presenteerde (waarin ook Hamas wordt beschuldigd). De aanklager bij het ICC mw. Bensouda, doet momenteel vooronderzoek. Voor een officieel onderzoek en een formele aanklacht moeten nog andere stappen worden ondernomen. Israël is daar zeer op tegen. De VS verklaarden eerder dat “it is unhelpful for the Palestinians to make “unilateral” moves”. Europese landen komen in geval van een eventuele aanklacht te zijner tijd, in een delicate positie terecht. Zij hebben het ICC altijd krachtig gesteund, inclusief de arrestatie van verdachten. De NYT zegt hierover: “Should any Israelis face indictment (aanklacht), every country that is a member of the International Criminal Court, including Israeli allies like Germany, France and Britain, would be legally obliged to arrest them if they stepped onto members’ territory.” (het artikel verschijnt vandaag in de gedrukte NYT)
Vertrouwenwekkende maatregelen I: met mate
De opening van 70 Palestijnse winkels in het oude centrum van Hebron – sinds 1994 een spookstad – die het Israëlische leger zou hebben toegestaan, verloopt langzaam. De 300 winkels in de al-Sahla straat werden 21 jaar geleden gesloten nadat een joodse terrorist tientallen moslim gelovigen had doodgeschoten (soortgelijke maatregelen troffen de Shuhada straat). Nu blijkt dat er slechts toestemming is voor de opening van zeven winkels. Door controleposten van het leger en andere belemmeringen (aanvoer van winkelvoorrden) verwachten organisaties die zich hiermee bezig houden hooguit op langere termijn enige verandering in de al-Sahla straat. NYT: “New blue street signs, in Hebrew and English but not Arabic, call it Emek Hebron Street”. De toestemming om winkels te openen is in de internationale media gebracht als ‘vertrouwenwekkende maatregel’ in de richting van de Palestijnen.
Vertrouwenwekkende maatregelen II en III: object van straf
Een andere ‘vertrouwenwekkende maatregel’ was de toestemming voor enkele honderden Palestijnen uit de Gazastrook om tijdens de ramadan te komen bidden in de al-Aqsa moskee in Jeruzalem. De toestemming is nu op het laatste moment weer ingetrokken nadat een (door Hamas bestreden) strijdgroep één of meer raketten had afgeschoten vanuit de Strook. Ook andere ‘vertrouwenwekkende maatregelen’ die in de internationale media verschenen blijken in de praktijk meer deel uit te maken van een politiek van collectieve straffen. De NYT van vandaag: “But Israeli officials reversed several other measures related to Ramadan this week, including moves that would have allowed Palestinians from the village of Sair, in the West Bank, to enter Jerusalem to worship, and let 500 Palestinians fly out of Israel’s main airport. Palestinians in the West Bank must ordinarily cross into Jordan to fly from an international airport.”
Achtergrond:
https://www.maannews.com/Content.aspx?id=765965