Nieuws van 27 februari 2015

Door: Jan Schnerr - Laatst aangepast op: 27 februari 2015

Conflict over levering gas aan Palestijnen

Palestijnen oneens over 20-jaars contract; energievoorziening afhankelijk van Israël. Religieuze extremisten gaan door met acties. Ook school Nabloes weer doelwit.

Verkiezingen

Volgens het laatste verkiezingsonderzoek (Haaretz, 27/02) staan Likoed en Zionist Camp (centrum) beide op 24 zetels. De partij van Naftali Bennett, Joods Huis, komt op 12 zetels evenals de gezamenlijke Palestijns-Arabische partijen. Dit betekent, andere omstandigheden in aanmerking genomen dat de huidige premier Netanyahoe nog steeds de beste kansen heeft om de nieuwe regeringsleider te worden. Dat laatste betekent overigens niet automatisch dat er geen brede coalitie kan komen waaraan de twee grootste partijen deelnemen.

Spanning rond gasovereenkomst Israël-PA

Tussen de Palestijnse Autoriteit (PA) en Israëlische en Amerikaanse energiemaatschappijen is een discussie uitgebroken over de status van een overeenkomst tot het leveren van gas. Het gaat om een contract dat de verkoop van Israëlisch gas aan de Palestijnen in de Westelijke Jordaanoever regelt. Het heeft een looptijd van twintig jaar. De onderhandelingen daarover lopen al een aantal jaren, maar zeer onlangs is er binnen de PA een conflict over uitgebroken (zie http://jaffadok.nl/nieuws-van-18-februari-2015/). De Israëlische Delek Group en het Amerikaanse Noble Energy staan kennelijk op het standpunt dat zij een geldig contract hebben met de Palestinian Power Generation Company (PPGC). De PA heeft dit nu blijkbaar onder de interne druk ontkend omdat ‘such deals require government approval and PPGC never submitted a request to the Palestinian Authority‘. Omar Kettani, directeur van de Palestinian Energy Authority bracht dit standpunt naar buiten naar aanleiding van opmerkingen van Mohammed Mustafa.

PIF: geeft agrarische leningen, microfinanciering; maar ook ‘Supporting the Steadfastness of Palestinians in Jerusalem’

Mohammed Mustafa, de vice-premier en minister van Economie van de PA, tevens voorzitter van het Palestinian Investment Fund (PIF) vreest dat er bij Jenin als gevolg van de overeenkomst een industriële gasinstallatie wordt gebouwd die Israëlisch eigendom wordt. ‘The government can never accept this, nor approve of it‘ verklaarde Mustafa, die via de PIF 10% van de aandelen van de Palestijnse contractpartner PPGC beheert. De energiecentrale bij Jenin, die volgens de PPGC ‘alleen op Palestijns gas draait’ wordt de enige Palestijnse centrale in de Westoever. Een tweede centrale staat in de Gazastrook. Die is echter in de zomer van 2014 verwoest door het Israëlische leger.

NB: Directe achtergrond van de strijd is waarschijnlijk een zekere machtsverschuiving binnen de PA waarbij de economische elite (die de afgelopen jaren ongestoord heeft kunnen onderhandelen) onder kritiek komt van politieke stromingen. Deze Palestijnse economische elite functioneert op het grensvlak van de Israëlische en de Palestijnse economie en is sterk afhankelijk van een ongestoorde voortzetting van het vredesproces. Volgens verschillende publicaties hebben Palestijnse zakenlieden veel geïnvesteerd in de Israëlische economie. Over de gasdeal tussen PA en Israël kwam protest van verschillende vooraanstaande Palestijnen, zoals Khalida Jarrar. Jarrar, lid van het Palestijnse parlement (PLC) sprak afgelopen week op een persconferentie van de Boycott, Divestment and Sanctions beweging in Ramallah. Hij wees er ook op dat de ‘Palestijnse gasdeal’ veel grotere betekenis heeft: het legitimeert Egypte om zijn eigen gasdeal met Israël te sluiten ‘omdat de Palestijnen daarin zijn voorgegaan’. Sinds kort stagneren ook de afrondende onderhandelingen tussen Israël en respectievelijk Egypte en Jordanië. In het Jordaanse parlement is een protestbeweging gaande tegen aankoop van Israëlisch gas. Op de verdere achtergrond speelt de vraag of een economie op etnische (in casu zionistische) basis op den duur zou kunnen integreren met de omliggende economieën.

Moskee: terreurdaad veroordeeld

‘Kolonisten’ demonstreren hun macht op het Al-Aqsa complex, terwijl politie Palestijnse identiteitskaarten controleert

De regeringen van Israël en Jordanië hebben de brandstichting in een Grieks-Orthodox religieus gebouw (gisteren) veroordeeld. Het gebouw ligt tegen de muur van de oude stad van Jeruzalem aan. Op muren van het gebouw werden graffiti aangetroffen die Jezus beledigden. De Patriarch Theophilos III eist onderzoek door de politie en arrestatie van de daders. Ook de Israëlische president Rivlin deed dat. Verdachten zijn nog niet gearresteerd. De aanslag droeg de kenmerken van een zogenaamde ‘price tag’ (prijskaartje) van radicale joodse religieuzen. Woensdag j.l. was bij Bethlehem een moskee door brand beschadigd. De speciale betrokkenheid van Jordanië heeft te maken met de rol van de Jordaanse vorst bij het garanderen van de veiligheid van de voor moslims heilige plaatsen in Jeruzalem. Deze rol is bevestigd in het Israëlisch-Jordaanse vredesverdrag van 1994.

Kolonistenterreur

Naast religieuze gebouwen zijn ook scholen doelwit van de joodse terreur. Bij Nabloes waar een grote Palestijnse bevolking leeft, werd een school beklad met racistische leuzen (‘Death to Arabs’). Deze school was al vaker doelwit. Daarbij speelt ook het Israëlische leger een rol. Zie ook A. Nieuwhof: http://jaffadok.nl/columns/school-bij-nablus-herhaaldelijk-aangevallen-door-israel/.

Joodse religieuzen (‘settlers’ genoemd) gaan door met pogingen om de moslimbezoekers van het Al-Aqsa complex in de Oude Stad te intimideren. Gisteren bestormde weer een groep extremisten onder bescherming van de politie het centrale plein.

bronnen:

Haaretz, 27/02

Jerusalem Post, 27/02

Palestine Information Center, 26/02

Bureau Economische & Handelszaken, Ambassade van Israël, 13/01

achtergrond:

http://www.middleeasteye.net/news/majority-jordans-parliament-reject-israeli-gas-deal-1981701776 – sthash.nO2uXmiM.dpuf