Nieuws van 18 februari 2015

Door: Jan Schnerr - Laatst aangepast op: 18 februari 2015

Israëlische economie verweven met politiek

Israël oriënteert zich meer op Azië, wat minder op Europa. Palestijnse economie afhankelijk van Israël. Zonder gas en water geen soevereiniteit.

India klant van Israëls militaire technologie

India staat op het punt om een overeenkomst voor de levering van wapens door Israël te tekenen. De overeenkomst zou een waarde vertegenwoordigen van $1,1 miljard. Minister van Defensie Moshe Yalon is vandaag in India aangekomen ter gelegenheid van een grote wapenbeurs in Bangalore. India is de grootste wapenimporteur ter wereld. Het land heeft in 1992 volledige diplomatieke banden aangeknoopt met Israël. Sindsdien zijn de economische en politieke betrekkingen geleidelijk op een hoger plan gekomen. Vooral sinds het aantreden van de nieuwe Indiase premier Modi wordt wederzijds hoog opgegeven van de goede relatie.

India is inmiddels de grootste afnemer van Israëlische wapens. Voor India is Israël de tweede leverancier, na Rusland. In de afgelopen twee decennia werd door India de relatie met Israël ‘low profile’ gehouden. Sinds het aantreden van premier Modi laat men die terughoudendheid varen. De export van wapens door Israël naar India ligt nu op een gemiddelde van $1 miljard per jaar. In Israël wordt ook hoog opgegeven van de samenwerking op strategisch en op veiligheidsgebied. In dit verband wordt erop gewezen dat de samenwerking met Japan en Zuid-Korea verbetert. In de Israëlische media zijn recent herhaaldelijk berichten verschenen over een verschuiving in de strategische oriëntatie van Europa naar Azië. De reden is dat Europa als een minder betrouwbare bondgenoot wordt gezien door de blijvende en toenemende kritiek op de bezettingspolitiek van Israël.

Palestijnen willen boycot van Israëlische gas

Gasvelden: behoudt Israël zijn voorsprong bij de exploratie?

Een aantal officiële en maatschappelijke instanties en activisten in Palestina verwerpen de koop van Israëlische gas door de Palestijnse Autoriteit (PA). Vorig jaar mei hebben de PA en enkele private partijen een overeenkomst getekend voor de levering van gas door Israël aan de Palestijnse gebieden. De overeenkomst heeft een looptijd van twintig jaar en heeft een waarde van $1,2 miljard. Op een persconferentie riep de Palestijnse boycotbeweging BDS op om van deze vorm van afhankelijkheid van Israël af te zien. In plaats daarvan zouden de Palestijnen het gas voor de kust van Gaza moeten gebruiken. Abbas Zaki, lid van het Centraal Comité van Fatah noemde de aankoop van Israëlisch gas ‘a big national and strategic mistake‘. De BDS-woordvoerder meldde dat in Palestina en Jordanië campagnes lopen om de met Israël gesloten overeenkomsten voor de levering van gas te annuleren.  Het hoofd van de Coalition for Accountability and Integrity (AMAN) Azmi Shuaibi, deelde mee dat de PA heeft geweigerd om een kopie van de overeenkomst van mei 2014 te geven. De PA is bij de deal betrokken via het Palestinian Investment Fund dat een semi-overheidsstatus heeft. Shuaibi pleitte ervoor om voor gas te zoeken naar alternatieven, bijvoorbeeld in Qatar, Turkije of Venezuela.

Onzekerheid op gasmarkt Middellandse Zee

De voorlopige overeenkomsten voor gaslevering door Israël aan Jordanië en Egypte lopen averij op. De oorzaak is een intern Israëlisch dispuut over de vraag of de exploratie van de Leviathan en Tamar gasvelden onder de Middellandse Zee niet leidt tot monopolistische verhoudingen in Israël. Verschillende niet-Israëlische bedrijven die erbij betrokken zijn, oriënteren zich als gevolg van de onzekerheid op mogelijkheden elders. Dat geldt onder andere voor British Gas en Noble Energy die nu (ook) met Cyprus onderhandelen. De Noorse maatschappij BW Offshore heeft het werk op het Leviathan veld gestopt. Ook de regeringen van Jordanië en Egypte studeren op alternatieven.

Rawabi: Palestijns modelproject zonder water

Rawabi verheugde zich in december 2013 in de aandacht van Mark Rutte.

Het Palestijnse luxe onroerend goed project Rawabi dreigt in moeilijkheden te komen. Rabawi is een nieuw gebouwde stad voor beter gesitueerde Palestijnen vlak bij Ramallah en Jeruzalem. Het ligt in zogenaamd ‘A-gebied’, gebied dat volgens de Oslo Akkoorden onder volledige jurisdictie valt van de PA. Binnen de Israëlische regering wordt de vergunning om de stad op water aan te sluiten sinds medio vorig jaar, toen de eerste huizen werden opgeleverd, tegen gehouden. De politieke achtergrond zijn de spanningen tussen de PA en de Israëlische regering, onder andere in verband met het achterhouden van Palestijnse belastinggeld door Israël. De bouw van de stad is inmiddels stilgelegd.

Rabawi geldt als een symbool van de ‘normalisatie’: het depolitiseren van de principiële strijd over de bezetting en de afhankelijkheid van de Palestijnen van de Israëlische economie en de politiek van de Israëlische regering. De grootste investeerder, de Palestijn Bashar al-Masri heeft er bij de ontwikkeling van het project op gestaan dat de bouwmaterialen in Israël zouden worden gekocht, ondanks dreiging vanuit de PA dat zij het project zou boycotten. De huidige gang van zaken roept ook in Israël kritiek op. De problemen illustreren dat ook aan investeringen van invloedrijke Palestijnse investeerders geen zekerheid kan worden geboden. (Meer over Rawabi: http://jaffadok.nl/columns/rawabi-investering-in-vrijheid/)

bronnen:

PIC, 18/02

Ynetnews, 18/02 en 17/02

Globes, 17/02

Haaretz, 18/02