Nieuws van 12 december 2014

Door: Jan Schnerr - Laatst aangepast op: 12 december 2014

De ‘veiligheidssamenwerking’ ter discussie

De dood van de Palestijnse minister kan de druppel zijn. Binnen Israël zelf voert Haneen Zoabi een strijd tussen ‘joods’ en ‘democratisch.’

De dood van Abu Ein: de gevolgen

Mahmoud Abbas: woorden schieten tekort.

Terwijl de strijd om het autopsierapport over de dood van Abu Ein in volle gang is, wordt vandaag het koortsachtig overleg binnen PLO, Fatah en de Palestijnse Autoriteit (PA) voortgezet over de consequenties van de dood van de politicus-activist. Het gaat vooral over het wel of niet voortzetten van de ‘veiligheidssamenwerking’ tussen de PA en Israël. Verschillende hoge Palestijnse functionarissen hebben na de dood van de Palestijnse minister-zonder-portefeuille Abu Ein tijdens een demonstratie, gezegd dat die samenwerking gestopt moest worden. De Palestijnse publieke opinie staat steeds vijandiger ten opzichte van deze samenwerking met de Israëlische geheime diensten en politie.

Direct na het overlijden van Ziad Abu Ein beloofde Mahmoud Abbas, ‘to take all necessary action as soon as an investigation into the “brutal assault‘ was concluded. Zijn onderhandelaar in het vredesoverleg Saeb Erekat zei: ‘This new assassination will have severe consequences. The Palestinian leadership is currently weighing its response’ Deze uitspraken geven aan hoezeer de PA-leiding onder druk staat van de publieke opinie in de Westelijke Jordaanoever.

Abbas staat volgens Haaretz op dit moment onder zeer zware internationale druk om de samenwerking met de Israëlische veiligheidsdiensten voort te zetten. Deze druk komt van de VS (die eerder hebben gedreigd hun deel van de financiering van de PA stop te zullen zetten), van het Egyptische militaire regiem en van Jordanië. Allen vrezen dat alleen de PA in staat is om het Palestijnse verzet te beperken tot symbolische, vreedzame demonstraties en dat zonder die beperking het overleg over de Palestijnse staat definitief in elkaar zakt.

Zoabi: kruispunt tussen democratie en joodse staat

Het Israëlisch-Palestijnse Knessethlid Haneen Zoabi heeft gisteren haar zaak verloren voor het Hooggerechtshof. Zij werd onlangs door de ethische commissie van de Knesseth voor zes maanden geschorst. In 2012 werd Zoabi ook door de Knesseth geschorst in de nasleep van haar deelname aan de Mavi Marmara actie (‘flotilla’ voor Gaza). Zij wekte toen ook woede door de ‘joodse en democratische identiteit van de staat’ te verwerpen. Toen haalde het Hooggerechtshof de schorsing nog onderuit. Momenteel is in de Knesseth de zogenaamde ‘Zoabi Wet’ in discussie, die het voor de rechter moeilijker zal maken om het schorsen van een parlementslid ongedaan te maken. Zoabi pleit onder meer voor sancties tegen Israël in plaats van onderhandelingen.

Haneen Zoabi zei in een interview vandaag onder meer:

‘They didn’t act as judges, but as political figures … It was the role of the court to be the final barrier to tyranny of the majority, and they did not implement their role.’ Het gegeven dat Zoabi met dergelijke uitspraken veel Israëlische Palestijnen aanspreekt maakt haar onder veel Israëlische joden gehaat. Volgens een opiniepeiling in juli j.l. vond 89% van de joodse bevolking dat haar staatsburgerschap moest worden ingetrokken.

bron:

jpost. 12/12 en 11/12

haaretz, 12/12

achtergrond:

http://jaffadok.nl/israelische-palestijnen-2/