Links en de vredesbeweging

Door: Jan Schnerr - Laatst aangepast op: 25 december 2015

Egalitair ideaal: collectieve vorming in Kibboets, onderwijs en leger (Kibboets Bet Alfa, jaren ’20).

Links Israël’. Met links Israël wordt meestal gedoeld op de progressieve stromingen binnen het joodse deel van de bevolking.

Sociaal-economisch links. Daarmee worden de politieke partijen bedoeld, die vooral opkomen voor de werknemers en de mensen die afhankelijk zijn van de voorzieningen van de verzorgingsstaat. Vergelijkbaar met sociaal-democratische partijen in Europa. De belangrijkste van deze partijen is de Arbeiderspartij, die sinds 2014 is opgegaan in de combinatie Zionist Union.

Zionistisch links. De meeste kiezers en partijen die tot sociaal-economisch links worden gerekend, zijn voorstander van de joodse staat, meestal inclusief de bezetting van de Westoever en de nederzettingenpolitiek en van de Gazapolitiek. Zij zijn ook loyaal aan het leger en hebben vrijwel altijd de gevoerde oorlogen gesteund. Zij kunnen hierdoor ook maar zeer beperkt als belangenbehartiger fungeren voor de 1,2 miljoen niet-joodse staatsburgers van Israël. Naast de Arbeiderspartij kan ook Meretz hiertoe worden gerekend. Deze partijen hebben weinig op met de religieuze partijen en met de kolonistenbeweging (de orthodoxen, de ultra-orthodoxen en de ‘settlers’).

Niet-zionistisch links. Deze stroming is altijd klein geweest en na 2000 binnen joods Israël marginaal. De Communistische Partij van Israël (CPI of Maki, vroeger Rakah) is hierbinnen de constante factor. Bekende activisten en publicisten als Jeff Halper en Gideon Levy nemen vergelijkbare standpunten in. De CPI heeft nauwe banden met de gemengd Arabisch-Joodse partij Hadash, Democratisch Front voor Vrede en Gelijkheid (DFPE).

Vredesbeweging (Peace Now). Staat ook bekend als “het Israëlische vredeskamp” (the Israeli peace camp) en is ontstaan in de jaren ’70 van de vorige eeuw, na de oorlog van 1973. Het herbergt een brede waaier van opvattingen, die twee dingen gemeen hebben: 1 Er moet vrede komen met de Palestijnen. 2 Daarvoor is een compromis nodig over land. Daarbinnen is een algemeen humanitaire invalshoek – joden en Palestijnen moeten elkaar als gelijkwaardige mensen behandelen – en een (progressief) zionistische invalshoek: het telkens weer oorlogvoeren is slecht voor de Israëlische joden. Deze verschillen in achterliggende visie hebben tijdens de neergang van het Oslo-vredesproces eind jaren ’90 geleid tot marginalisering van het ‘vredeskamp’.

Historie: collectivisme ca. 1920 tot 1948

De yishuv (joods Palestina vóór de oprichting van de joodse staat Israël) bestond voor een groot deel uit jonge, gezonde immigranten uit Rusland en Oost-Europa. Dat eerste was deels een gevolg van selectie. Deze gemeenschap groeide tussen 1882 en 1948 met 4,9 % per jaar en ontving zeer omvangrijke financiering en andere hulp uit de joodse diaspora. Voor een groot deel bestaande uit landbouw en kleine industrie groeide deze economie tussen 1919 en 1948 met 13.7 % per jaar. Het Britse Mandaatsgezag zorgde voor “law and order”. Joodse belangen en infrastructuur werden specifiek beschermd door de voorloper van het latere Israëlische leger, de Haganah.

Nederzettingen architectuur, 21e eeuw: niet links, wel collectivistisch.

.
De collectieve sector (overheid, onderwijs, zorg, uitkeringen, defensie, etc.) vormde de kern van de yishuv. Grond moest in de zionistische visie joods eigendom worden en arbeid op alle niveaus moest bij voorkeur joods zijn. Dat kan alleen door grondbezit af te scheiden van “de markt”: grond, eenmaal in joods eigendom, kon nooit meer (aan Arabieren) verkocht worden. De arbeidsmarkt werd gaandeweg gescheiden in joods/niet-joods. Zonder sterke collectieve besluitvorming in de jaren ’20, ’30 en ‘40, vooruitlopend op de organen en instellingen van de toekomstige joodse staat (in 1948), was zo’n beleid niet mogelijk.

Historie van ‘links’ na 1948. De sociaal-democratische beweging was tot midden jaren ’70 van de vorige eeuw allesoverheersend: de Arbeiderspartij, de multifunctionele vakbeweging Histadroet, de Kibboetsbeweging en het Joods Nationaal Fonds dat het land “van de markt” haalde en in joods bezit bracht. Zij stonden voor een seculier Israël, een min of meer geleide economie en een – binnen de joodse gemeenschap – egalitair waardenstelsel. Tussen 1977 en 2000 nam de invloed van de eerstgenoemde drie bewegingen aanzienlijk af. Het joodse karakter van de staat was gevestigd

Concurrerend waardenstelsel: religieus Israël. Sociaal-democratisch links heeft altijd impliciet erkend dat religie, in casu de joodse godsdienst, een onmisbaar element was in het zionisme. De oorlog van 1967 gaf aanleiding tot de doorbraak van de religie in het Israëlische zionisme. De bezetting van het joodse, “heilige” kernland Judea en Samaria (de Westelijke Jordaanoever) speelde daarin een sleutelrol.

Concurrerende economische orde: de markt

Welvaartsverschillen: de ‘goudkust’ van Tel Aviv.

Terwijl Israël tot 1990 weinig commerciële investeringen aantrok, veranderde dat in die jaren door enkele fundamentele ontwikkelingen, die elkaar ook onderling beïnvloedden. Dat waren: de liberalisering van de economie, de afslanking van de collectieve sector, de migratie van intellectuele arbeid van de defensiesector naar de private sector (“start ups”) en de instroom van ruim een miljoen immigranten uit de voormalige Sovjet-Unie van wie velen met een opleiding in de exacte vakken.
De behoefte aan goedkope Palestijnse arbeid nam af.

Onder de Labourregering van 1992 tot 1996 werd de uitvoering van het drastische liberaliseringsprogramma doorgezet. Histadroet verloor zijn greep op de economie en op sectoren als de gezondheidszorg. Het gemiddelde kwaliteitsniveau van zorg en onderwijs en andere collectieve dienstverlening begon af te nemen, met name voor de midden- en lagere inkomensgroepen.

Parallel met deze ontwikkelingen ontrolde zich het “vredesproces”: de conferentie van Madrid in 1991, in Oslo in 1993, vervolgovereenkomsten in 1995 (“Oslo-Plus”) en een Jordaans-Israëlisch vredesverdrag. De interne ontwikkelingen en de door het vredesproces toegenomen internationale legitimiteit van Israël, zorgden tezamen voor de opening van wereldmarkt, met name de westerse, voor het Israëlische bedrijfsleven. Het vredesproces leidde niet tot een noemenswaardige mate van integratie van de Israëlische economie met die van de omliggende landen.

Recente ontwikkelingen

Na 2000 stegen de inkomens en welvaartsverschillen. De geregelde oorlogen en de tweede Palestijnse volksopstand (2000 tot 2005) leidden tot een radicalisering van joods Israël en verdere marginalisering van niet-zionistisch links. De kosten van het defensie apparaat en van de kolonisatie gingen ten koste van de verzorgingsstaat. De spanning rond sociaal-economische kwesties nam toe en leidde in 2011 tot een grote protestbeweging. Deze spanningen komen tot nu toe zelden aan de oppervlakte en leidden niet tot versterking van sociaal-economisch linkse partijen. Waarschijnlijk heeft dat twee oorzaken: 1 Het toenemende mentale isolement van de joodse bevolking, waardoor de joodse staat en het zionisme het enige referentiekader is geworden. 2 Het permanente gevoel van bedreiging door de Palestijnen en de (Arabische) buitenwereld. Mogelijk speelt ook het besef een rol, dat integratie met de Palestijnse maatschappij in de huidige markteconomie, zou leiden tot drastische economische achteruitgang voor het economisch achtergebleven deel van de joodse bevolking.

Protest 2011: Vermeed iedere associatie met ‘links’ en met het Israëlisch-Palestijns conflict

.
Anno 2015-2016 is Haaretz de enige mainstream publicatie met een kritisch profiel. Haaretz heeft in Israël zelf weinig invloed op de publieke opinie. De regering zet kritische organisaties onder druk vanwege mede-financiering door buitenlandse (meestal Europese) overheden. Een voorbeeld is Breaking the Silence. Een opvallende ontwikkeling is sinds 2014 de politieke samenwerking tussen verschillende Israëlisch-Palestijnse politieke partijen. Deze stellen ook de sociaal-economische achterstelling van hun achterban aan de orde. Met niet-zionistisch joods links zijn er tot nu toe nauwelijks relaties.

 

Literatuursuggesties:

1. Bar-on, Mordechai. In Pursuit of Peace: A History of the Israeli Peace Movement. Washington, DC: United States Institute of Peace Press, 1996.

2. Kaufman, Edy, Walid Salem, and Juliette Verhoeven, eds. Bridging the Divide: Peacebuilding in the Israeli-Palestinian Conflict. Boulder, CO: Lynne Rienner, 2006.

3 Budeiri, Musa. The Palestine Communist Party, 1919-1948: Arab and Jew in the Struggle for Internationalism. London: Ithaca, 1979

4 Lockman, Zachary. Comrades and Enemies: Arab and Jewish Workers in Palestine, 1906-1948. Berkeley: University of California Press, 1996.

5 Smith, Barbara J. The Roots of Separatism in Palestine: British Economic Policy, 1920-1929. Syracuse, NY: Syracuse University Press, 1993.

6 Bar-on, Mordechai. In Pursuit of Peace: A History of the Israeli Peace Movement. Washington, DC: United States Institute of Peace Press, 1996.

7 Carey, Roane and Jonathan Shainin, eds. The Other Israel: Voices of Refusal and Dissent. New York: New Press, 2002.

8 Hermann, Tamar S. The Israeli Peace Movement: A Shattered Dream. Cambridge University Press, 14 sep. 2009

9 Norell, Magnus. A Dissenting Democracy: The Israeli Movement ‘Peace Now’. Routledge, 23 okt. 2013

Sites en zoektermen:

1. israeli-left-archive (https://socialhistory.org/nl/collections/israeli-left-archive)

CITATEN:

1. Iemand die het heeft over links in Israël of het vredeskamp liegt of is onwetend.  Links in Israël bestaat niet en heeft nooit bestaan. Alleen een handvol dissidenten. Ronnie Barkan in een interview door Adri Nieuwhof; Ned. vertaling: Jaffadok, 16 juni 2014

2. In the past, the Israeli Left used to boast that they carried two flags: Peace and Social Justice. Now we are left with two Lefts: one which carries the flag of Peace without Social Justice, and one which carries the flag of Social Justice without Peace. Uri Avnery, column Gush Shalom, 13/10/2012

3. Shalom does not mean peace, reconciliation or harmony. Its accurate English translation is “security for the Jews.” Israeli culture lacks a clear notion of “peace” as we know it—i.e., harmony and reconciliation. Gilad Atzmon, 13/03/12, in antwoord op kritiek van Ali Abunimah, e.a. (Wash, Report on Middle East Affairs, 14/03/12)