Paisley is niet meer, zijn kalifaat nog wel

Door: Jan Schnerr - Geplaatst op: 15 september 2014

De haatprediker van Noord-Ierland stichtte in 1951 zijn eigen protestantse sekte. Afgelopen vrijdag, 3.600 doden later overleed hij.

Ian Paisley, mister “No”.

Ian Paisley kwam uit een oerchristelijke gezin. Zijn vader was dominee en Ian voelde al zeer jong een roeping. Op zijn vijfentwintigste kwam hij tot de conclusie dat zijn kerk, de Presbyteriaanse Kerk, niet fundamentalistisch genoeg was. Hij stichtte de Free Presbyterian Church. Een succesvolle kerk, of sekte met ook vandaag de dag goede verbindingen in Schotland en de evangelikalen in de Verenigde Staten.
.

Paisley en zijn kerk hebben een zeer belangrijke rol gespeeld in het aanjagen van sektarische spanningen in Noord-Ierland. Hij maakte van godsdienst en politiek één gevaarlijk brouwsel. Het protestantse proletariaat liet zich door deze rattenvanger meenemen. Paisley sloot zich officieel nooit aan bij de doorgeradicaliseerde vechters. Daar was hij te slim voor. Tot het allerlaatst verzette hij zich tegen een vredsakkoord, zelfs toen de protestantse terroristen daarin meegingen. Hij bleef een leider in het kwaad. Zijn kerk is nog ‘alive and kicking’. De stille etnische zuivering in Noord-Ierland is nooit voor 100% opgehouden.

De religieuze missie van de Free Presbyterians is gebaseerd op een zeer strikte uitleg van de hun Heilige Schrift, de christelijke bijbel. In die zin passen zij in een angelsaksische traditie en zijn zij verwant aan de Amerikaanse ‘evangelicals’ (zie bijvoorbeeld: Steven Paas, Israëlvisies in beweging: Gevolgen voor Kerk, geloof en theologie, 2014). Het aantal van deze fundamentalistische christenen in de VS wordt geschat op dertig tot veertig miljoen. Wie de Amerikaanse steun aan Israël en de militaire interventiepolitiek in het Midden-Oosten en de Hoorn van Afrika wil begrijpen, kan niet om deze christelijke groep heen. Zij vormen ook een belangrijke voedingsbodem voor de groeiende moslimhaat in de VS en een deel van Europa.

Aanslag in Omagh in 1998; 29 doden, 220 gewonden.

Of het nu gaat om Irak en Syrië of om Noord-Ierland, sektarische spanningen en geweld hebben nooit alleen een religieuze oorsprong. In Noord-Ierland speelde ook een identiteitskwestie (Engels versus Iers), sociaal-economische spanningen (de onderbetaalde protestantse staalarbeiders) en de belangen van een vroegere bezettingsmacht (Engeland). Bij velen in protestants Engeland en Schotland was Paisley populair. Hij werd opgenomen in het House of Lords.

De discussie over het verband tussen islam en geweld loopt in de media volop. Het aantal politici en media dat belang heeft bij die algemene associatie neemt toe nu Amerika weer voorop gaat in de strijd tegen het Kwaad, dat zich voornamelijk schijnt op te houden in het Midden-Oosten.

Mede tegen die achtergrond zou je de vragen kunnen stellen:

  • In hoeverre was het terrorisme in Noord-Ierland ‘christelijk geweld’?
  • Hadden christenen in de rest van Europa zich daarvan als christenen moeten distantiëren?
  • Zo nee, zou dan meer specifiek de relatie tussen fundamentalistisch christendom (ook in Nederland aanwezig) en verheerlijking van geweld meer aandacht verdienen?