Open brief aan bestuur en raad van de gemeente Amsterdam

Door: Levin Zühlke - van Hulzen - Geplaatst op: 7 oktober 2015

Vijf voormalige medewerkers van het Komitee Zuidelijk Afrika en de Werkgroep Kairos dringen er in een open brief bij het Amsterdamse stadsbestuur op aan om geen samenwerking aan te gaan met de Israëlische hoofdstad Tel Aviv.

Volgende zomer langs de Amstel?

De auteurs herinneren Amsterdam aan zijn zelfbenoemde status van ‘Anti Apartheids Stad’ en zijn lidmaatschap van de organisatie ‘Lagere Overheden Tegen Apartheid’. Daarmee wilde het stadsbestuur voorkomen om op enigerlei wijze betrokken te raken bij de Zuid-Afrikaanse Apartheid. Dat was 30 jaar geleden. Inmiddels is gebleken dat deze Amsterdamse stappen verre van symbolisch waren: het afzien van relaties met het Apartheidsregime bleek van doorslaggevende betekenis in de strijd voor gelijke rechten.

Op grond daarvan roepen de auteurs het Amsterdamse stadsbestuur op tot eenzelfde principiële stellingname met betrekking tot Tel Aviv en Israël: ‘Wij zeggen nu hetzelfde als we ten tijde van de apartheid in Zuid-Afrika zeiden: samenwerking met een overheid die systematisch basisrechten en het internationaal recht schendt, is onaanvaardbaar.’

Lees de brief.

 

Open brief aan het gemeentebestuur en de gemeenteraad van Amsterdam

T.a.v. De heer E. van der Laan, burgemeester

5 oktober 2015

Geachte heer Van der Laan,

Wij schrijven u, omdat wij apartheid verfoeien en daarom decennialang de strijd tegen de apartheid in Zuid-Afrika vanuit Nederland aktief hebben gesteund. Na het einde van de apartheid in Zuid-Afrika hebben wij onze aktiviteiten gericht op de ontwikkelingen in Israël en Palestina, en de Palestijnen waar mogelijk gesteund in hun strijd voor vrijheid, rechtvaardigheid en gelijkwaardigheid.

Wij hebben begrepen dat uw college deze week een besluit zal nemen over samenwerking tussen Amsterdam en Tel Aviv in Israël, een land waar apartheid nog steeds dagelijkse praktijk is. Vanuit onze gezamenlijke betrokkenheid bij de strijd tegen apartheid in zuidelijk Afrika willen wij u met klem vragen af te zien van een officiële samenwerking tussen Amsterdam en Tel Aviv.

Amsterdam heeft in de jaren ‘80 duidelijk stelling genomen tegen de apartheid door zich tot Anti-Apartheidsstad uit te roepen en zich aan te sluiten bij de organisatie Lagere Overheden Tegen Apartheid (LOTA). Het stadsbestuur wilde voorkomen dat het op enigerlei wijze de Zuidafrikaanse apartheid zou ondersteunen. De stad liet het niet bij woorden, maar maakte het – onder meer door financiële steun te verlenen – mogelijk dat in Amsterdam een officieel ANC-kantoor kon worden geopend. De brief die Farid Esack u zeer recent stuurde getuigt van de waardering voor de rol die Amsterdam heeft gespeeld in de strijd tegen de apartheid.

In het huidige Israël gelden 50 wetten waardoor Palestijnen op tal van terreinen achtergesteld worden ten opzichte van joodse Israëliërs. Er is hierbij sprake van institutionele discriminatie: dergelijke wetten zijn verboden onder de Conventie tegen de Apartheid van de Verenigde Naties. Al deze discriminerende wetten zijn dus ook van kracht in Tel Aviv, de stad waarmee u een samenwerkingsverdrag wilt aangaan.

Tel Aviv kent een trieste geschiedenis: het is indertijd aangebouwd tegen de Palestijnse stad Jaffa, die nu geheel door Tel Aviv is opgeslokt. Tegenwoordig is Jaffa een wijk van Tel Aviv. De stad Jaffa was vroeger een van grootste steden in Palestina. Er woonden 80.000 Palestijnen in de stad zelf en nog eens 40.000 Palestijnen in de steden en dorpen rond Jaffa. De stad was het centrum van de Palestijnse economie totdat Zionistische milities tijdens de Nakba van 1948 vijfennegentig procent van de inheemse Palestijnse bevolking met geweld verdreven. Sindsdien onthoudt Israël de gevluchte Palestijnen het recht op terugkeer – een onvervreemdbaar recht onder de internationale humanitaire verdragen –, en dus ook op terugkeer naar Tel Aviv. Veel vluchtelingen wonen sindsdien in Gaza, dat nu al bijna tien jaar in de wurggreep is van de Israëlische blokkade.

De Israëlische overheid schendt al decennialang de rechten van de Palestijnen die in de bezette gebieden, inclusief Oost-Jeruzalem, wonen. Zij beperkt onder meer hun recht op zelfbeschikking, hun bewegingsvrijheid, hun vrijheid van vergadering en hun vrijheid van meningsuiting, en geeft de Palestijnen doorgaans geen eerlijk proces. De overheid stimuleert de bouw van illegale Joodse nederzettingen op land dat van de Palestijnen gestolen is. Inmiddels wonen ruim 600.000 Israëliërs op de bezette Westelijke Jordaanoever. Dit, terwijl het overbrengen van de eigen bevolking naar bezet gebied een oorlogsmisdaad is volgens de Conventies van Genève.

De Verenigde Naties (zowel de Algemene Vergadering als de Veiligheidsraad en het Internationaal Gerechtshof) hebben Israël herhaaldelijk opgeroepen een einde te maken aan zijn schendingen van het internationaal recht. De Israëlische regering legt dergelijke resoluties en vonnissen naast zich neer, met als gevolg dat de situatie voor de Palestijnen steeds verder verslechtert.

Zuid-Afrikaanse leiders als Nelson Mandela en bisschop Desmond Tutu hebben daarom voorgesteld om Israël ter verantwoording te roepen via boycots, desinvesteringen en sancties. Deze aktiemiddelen bleken effectief bij de strijd tegen de apartheid in Zuid-Afrika. Nu kunnen ze een bijdrage leveren aan veranderingen in Israël en Palestina.

Ook als de gemeente goede bedoelingen zou hebben met deze samenwerking, is onze ervaring in de strijd tegen apartheid dat goede bedoelingen gemakkelijk misbruikt kunnen worden.

Wij zeggen nu hetzelfde als we ten tijde van de apartheid in Zuid-Afrika zeiden: samenwerking met een overheid die basisrechten en het internationaal recht systematisch schendt is onaanvaardbaar.

Wij verzoeken u met klem af te zien van de voorgenomen samenwerking tussen Tel Aviv en Amsterdam.

 

Sietse Bosgra, Trineke Weijdema en Adri Nieuwhof,
voormalig medewerkers Komitee Zuidelijk Afrika

Cor Groenendijk en Erik van den Bergh,
voormalig medewerkers Werkgroep Kairos (christenen tegen apartheid)