NRC, Volkskrant en het CIDI, een welkome normalisering

Door: Jan Schnerr - Geplaatst op: 27 januari 2021

Onder druk van Joodse organisaties heeft Abdelkader Benali zijn 4 mei-lezing moeten afzeggen.

Zo begint een ingezonden brief van Rosanne Herzberger, Yasha Lange en Natascha van Weezel die de NRC op 26 januari j.l. plaatste. De schrijfsters keren zich tegen de organisaties, waaronder in elk geval het CIDI, die met succes druk uitoefenden op Het Nationaal Comité 4 en 5 mei dat Benali had uitgenodigd om de lezing op 4 mei uit te spreken. Het Comité kwam volgens CIDI c.s. tot die uitnodiging omdat het zoals de briefschrijfsters dat formuleren, “zijn huiswerk niet goed had gedaan”. Dan zou immers een opmerking van Benali (over het grote aantal Joden in Amsterdam-Zuid), vijftien jaar geleden in een privégesprek gemaakt en vier jaar geleden door iemand verwerkt in een column, boven water zijn gekomen. En dan zou het Comité Benali zeker niet, … etc.

Pretentie: spreken namens Joods Nederland

Dit stormpje gaat vast weer liggen. Belangrijker zijn twee andere opmerkingen in de brief van de drie. “Helaas zijn er een paar – meestal kleine en luidruchtige – joodse organisaties die de neiging hebben om iedereen die een opmerking over Joden maakt direct tot antisemiet te bombarderen.” En: “Het is jammer dat deze organisaties pretenderen te spreken namens Joods Nederland.” Interessant is ook een column, eveneens in de krant van 26/01 van Karel Smouter die sinds 1 januari dit jaar chef Media is bij de NRC. Hij keert zich tegen collectieve hetzes gericht op een persoon die al dan niet iets verkeerds heeft gezegd of geschreven. Smouter geeft eerst een voorbeeld uit de VS waar werkgevers (in dit geval de New York Times) iemand al gauw laten vallen als de storm maar heftig genoeg is. Dan schrijft hij: “Dichter bij huis maakte schrijver Abdelkader Benali vorige week kennis met hetzelfde fenomeen” en hij rangschikt dit relletje onder de, “(…) kwaadwillige speurtochten door het digitale doopceel van een schrijver of journalist (…).”

Antisemitisme-functionarissen

Dit zijn belangrijke geluiden in het Europa van door de staat aangestelde ‘antisemitisme-tsaren’. Mensen als Felix Klein en Katharina von Schnurbein die in Duitsland en Oostenrijk en zelfs op het niveau van de EU ijverig naar antisemitisme speuren en daarbij de restanten van bruin gedachtengoed over het hoofd zien (eind vorig jaar leverde overigens ook de Volkskrant al een uitstekende bijdrage aan deze discussie. Deze antisemitisme-functionarissen beïnvloeden een publiek debat dat de vrijheid van meningsuiting onder druk begint te zetten. In Duitsland en Oostenrijk mogelijk gemaakt door opportunistische en – om historische redenen – nerveuze politici. Het door elkaar halen van de woorden ‘zionistisch’ en ‘Joods’ maakt het debat onzuiver. De Amerikaanse en Israël kritische organisatie Jewish Voice for Peace voert nu actie tegen een voornemen van Facebook dat het gebruik van de term ‘Zionisme’ in de gevarenzone plaatst. (But we are deeply concerned about Facebook’s proposed revision of its hate speech policy to consider “Zionist” as a proxy for “Jew” or “Jewish.”).

‘Zionist’ is niet ‘Jood’

‘Zionisten’ is wat anders dan ‘Joden’. Het is ook niet synoniem aan ‘Israëlische Joden’ en zelfs in de categorie Israëlische Joden die zich zionist noemen treffen wij zeer uiteenlopende opvattingen aan. Het is een goede zaak dat het sommige organisaties in Nederland niet te gemakkelijk wordt gemaakt om op zijn minst te suggereren dat zij namens de Nederlandse Joden spreken. Een welkome normalisatie.