De Israëlische onlinekrant Israel National News plaatste op tweede kerstdag een aanval door Manfred Gerstenfeld op de NRC en zijn Israël-correspondent. De nieuwsrubriek van Jaffadok wees er op 26 december al op. Er zijn twee redenen om dit microscopisch kleine nieuws-item uit te vergroten. 1 Het gebeurt niet vaak dat de krant van intellectueel wakker Nederland ervan langs krijgt, juist op het punt dat geldt als toetssteen voor integriteit: Israël. 2 De column van Gerstenfeld is een ‘Stolperstein‘ die ervoor zorgt dat je even stil staat bij de vraag naar de waarneming van de Europese werkelijkheid vanuit Israël.
Derk Walters, de NRC, Nederland en Europa op een dwaalweg?
NRC is een mainstream medium. Dat brengt met zich mee dat de redactie ten aanzien fundamentele vraagstukken een consistente lijn moet hebben. De krant kan over het nut van de Navo om maar iets te noemen, niet ieder jaar van mening veranderen. Soms is de lijn van de krant een beetje vastgeroest en teveel bestand tegen de realiteit. Bijvoorbeeld: ‘de transatlantische band, tussen de VS en Europa is de basis van onze vrijheid en veiligheid’. Een formulering die daarop neerkomt is al decennialang vastgelegd in een soort handvest voor de krant. De rigiditeit die de NRC heeft getoond in zijn berichtgeving over het Oekraïneconflict moet misschien uit dat gekke handvest worden verklaard.
De artikelen over het Midden-Oosten conflict werd lang beheerst door drie basale opvattingen. 1 Israël wordt bedreigd, zijn veiligheid heeft prioriteit. 2 De VS hebben de leiding en Europa moet bescheidenheid in acht nemen. 3 Er is maar één oplossing: een staat voor Joden en één voor Palestijnen. Een aantal jaren geleden trad Guus Valk aan als correspondent ter plaatse. Hij bracht feiten die nauwelijks meer in het drieledige framework waren in te passen. Daarna kwam Leonie van Nierop. Ik herinner mij artikelen die regelrecht in strijd waren met de mainstream opvattingen. Sinds vrij kort zit Derk Walters in Israël. Iemand van de sportredactie die zich opmerkelijk snel heeft ingewerkt.
Walters zet de lijn van van Nierop door maar lijkt daarbij wat meer context te gaan brengen. Opvallend was bijvoorbeeld een dubbelartikel met Toon Beemsterboer medio december. De relatie tussen het verwoesten van infrastructuur en de kolonisatie in ‘Area C‘ in de Westelijke Jordaanoever wordt uit de doeken gedaan. De verschillende opvattingen van de politieke elites in Europa en de VS, in elk geval voor wat betreft de timing, kwam aan de orde. En ook de afstand die is ontstaan tussen de publieke opinie in belangrijke Europese landen en de politiek verantwoordelijken. Twee parlementariërs van de PvdA kregen vorige week de kans hun ‘erken Palestina’ te motiveren. Dat laatste is iets buiten het puur journalistieke, maar ze kregen wel een forum.
Nu de aanval van Gerstenfeld. Een aanval die inhoudelijk heel zwak is. Het deels op de man spelen door iemand die boos is en gewend is om het goddelijk gelijk aan zijn kant te hebben. Boos vooral op Nederland en op Europa. Interessant is dat uitgerekend de keurige NRC wordt aangevallen. En dan: Walters. Ik zou, in eerste instantie, eerder hebben gekozen voor Caroline de Gruyter. Die schreef in de krant van 20 december dat al dat erkennen van Palestina wel ‘fijn’ is, maar te laat komt. Wat Palestina had moeten worden is al grotendeels gekoloniseerd of anderszins ingepikt. Of dat waar is of niet (ik denk het wel) is even een andere zaak. Waarom die fundamentele en onheilspellende stelling niet aangevallen? Misschien omdat die stelling ons Europeanen aan het schrikken maakt maar in Israël door gewenning niet eens opvalt.
Europa bekijken vanuit een glazen stolp
Waarom de NRC aangepakt? Omdat, denk ik, vanuit Gerstenfeld gezien het een veeg teken aan de wand is dat zo’n ‘keurige’ krant die het niet moet hebben van spektakel en provocatie en die een deel van de bevolking bedient dat goed is vertegenwoordigd in de politieke en economische machtsstructuur, Israël door een andere bril begint te zien. Gerstenfeld lijdt blijkbaar aan een bepaald soort blindheid die veel Israëlische leiders hebben. ‘Het Westen’ bestaat voor hen uit ontmoetingen met topmensen uit de politiek en het zakenleven. Mensen die de politiek correcte formuleringen uitspreken over het vredesproces en over Israël’s veiligheid. Het resulterende misverstand: ‘als het goed zit met de Europese elite dan zit het goed.’
Dat heeft wellicht ook te maken met de cultuur van de joodse staat, waarin de politieke, de religieuze en zeker ook de militaire leiders gezien worden als mensen die het volk (‘hun volk’) de goede kant op leiden. Misschien is dat wel het probleem van Israël met de Europese democratieën: vroeg of laat krijgt de meerderheid het voor het zeggen. Ook de krant heeft te maken met de context waarmee de meerderheid van zijn lezers is opgegroeid. Een goede krant kan die context beïnvloeden.