Haagse zorgen over Israël

Door: Jan Schnerr - Geplaatst op: 26 april 2013

De Adviesraad voor Internationale Vraagstukken is geen rebellenclub. De dames en heren die de regering en het Parlement van tijd tot tijd adviseren hebben hun sporen verdiend in de transatlantische samenwerking. Die sporen verdient men vooral door de internationale verhoudingen te bezien door de bril van het Nederlands belang. IJkpunten waren de afgelopen zestig jaar: de Navo, de VS, Engeland, de EU en Duitsland. Ongeveer in die volgorde. Een hechte band met Israël past daar naadloos in. Toch heeft deze AIV een advies uitgebracht dat aandacht verdient van ieder die begaan is met de toestanden in de bezette gebieden.
Maar eerst nog iets anders.

De Frankfurter Allgemeine Zeitung (FAZ) is geen revolutionair blaadje. Wie wil zien hoe de Duitse politieke en maatschappelijke elite nog steeds op dikke kousenvoeten door het mijnenveld van Tweede Wereldoorlog, antisemitisme en Israëlkritiek loopt, die kan ik de FAZ aanraden. Toch schreef de hoofdredactie een paar dagen geleden een kritisch commentaar over Israël dat er niet om liegt.
Dit hoofdredactionele stuk herinnert eraan dat bij de oprichting van de joodse staat een meningsverschil bestond over de vraag of Israël seculier moest zijn of religieus. Een duidelijke keuze werd niet gemaakt. Er kwam dan ook geen grondwet tot stand. De compromissen die onder leiding van Ben Goerion werden gesloten doen de joodse staat al decennia lang geleidelijk in religieuze richting glijden. 400 mannen waren er toen die geen dienst hoefden te doen en zich voornamelijk bezig hielden met Torah en Talmoed. Nu zijn het er 70.000. Het is een zware last voor de staat, die nog verzwaard wordt door de subsidiestroom naar de nederzettingen in de bezette gebieden. Een loodzware financiële last vormt ook het militaire apparaat. En nog steeds weigert Israël zijn eigen grenzen vast te (laten) leggen. De FAZ moppert en dat betekent dat de Duitse politiek zich ongemakkelijk begint te voelen.

Het AIV-rapport analyseert de situatie in de bezette gebieden. Onnederlands hard en duidelijk. In de conclusies staat onder meer (pag. 50):
“Voor de Europese Unie zou dat een beperking of bevriezing van haar betrekkingen met Israël kunnen betekenen (in elk geval geen opwaardering van de samenwerkingsrelatie) en (…) het afkondigen van een verbod op importen van producten uit de Israëlische nederzettingen in de bezette gebieden.” Diverse aanbevelingen die volgen zijn opvallend concreet.

Beide stellingnamen, van de AIV en van de FAZ zijn mijns inziens signalen van een onderaardse verschuiving die gaande is binnen de Europese politieke elite. Het zijn niet de eerste signalen. In 2010 en 2011 heeft de EU, maar ook de regeringen van Duitsland, Engeland en Frankrijk samen, posities ingenomen die tot ergernis en woede leidden in Washington en Jeruzalem. De oorzaak van de verschuiving is een zeer negatieve. Namelijk de groeiende vrees dat:
a) De kans op een levensvatbare Palestijnse staat aan het verdampen is.
b) Dat de VS een politiek voeren die het gaandeweg voor de Europese regeringen onmogelijk maakt om zich achter het gordijn van het “vredesoverleg” bijkans onzichtbaar te maken,
en
c) De hoge prijs die Europa daarvoor gaat betalen.

Over dat laatste lees je zelden iets. De angelsaksische media (waarop wij in Nederland eenzijdig georiënteerd zijn) interesseert dat nauwelijks. In een volgende column wil ik erop terugkomen.