De koninklijke weg naar Israël

Door: Jan Schnerr - Geplaatst op: 2 mei 2013

Afgelopen week was er nogal wat te doen over het Koninklijk Huis en Israël, respectievelijk de joodse gemeenschap in Nederland. Dat zijn twee verschillende dingen, dus het moet toeval zijn.

Op 26 april j.l. meldden de kranten dat er ergernis is ontstaan over de keuze van 14 september aanstaande als datum voor het afscheidsfeest van (koningin) Beatrix. Dit jaar valt die datum samen met Jom Kippoer, de belangrijkste dag in het jaar voor religieuze joden. Los van de vraag of deze groep massaal naar de Ahoyhallen zou zijn getrokken, lijkt mij deze keuze inderdaad niet zo handig. Wij zijn een multiculturele samenleving (ik geloof dat je dat weer mag zeggen) dus met zulke dingen houd je rekening. Anderzijds, een vergissing is menselijk. En het moet een vergissing zijn. Ik zie het Nationaal Comité Inhuldiging en al helemaal haar voorzitster, er namelijk niet voor aan om ooit bewust een politiek niet-correct besluit te nemen. Om dan te spreken van “een faux pas van het hof” lijkt mij sterk uitgedrukt. Opperrabbijn Benjamin Jacobs heeft natuurlijk het volste recht om daar anders over te denken en om te zeggen: “Joden worden met hun neus op de feiten gedrukt: we horen er niet bij. Dat doet best pijn.”

Eveneens op 26 april publiceert het Nieuw Israëlitisch Weekblad een hoofdartikel met scherpe kritiek op Willem-Alexander en Maxima. Maurice Swirc is teleurgesteld dat zij in het TV-interview geen afstand hebben genomen de vader van Maxima als betrokkene bij het Videla-regime destijds in Argentinië “en het antisemitisch karakter” daarvan. Hij betwijfelt nu of het paar zijn rol als “ultiem vrijheidssymbool” wel kan waarmaken. Dat gaat vrij ver. De NRC brengt deze informatie (nadat de krant eerst in hetzelfde artikel de kwestie van 14 september meldde) in een alinea die begint met: “Toevallig publiceert het NIW vandaag een hoofdartikel … etc.” Ik neem aan dat het inderdaad toeval is, want het een heeft met het ander niets te maken.

Op 29 april brachten verschillende kranten het bericht dat Willem-Alexander zijn naam gaf aan een bosaanplant in de Negev-woestijn. Het Jewish National Fund (JNF) is daar heel actief. Dat bos past in een traditie die loopt van Wilhelmina, via Juliana naar Beatrix. Het had op een bepaalde manier te maken met bijbelopvattingen binnen protestants Nederland en met de Tweede Wereldoorlog. Het is inmiddels 2013 en het lijkt mij dat Jaap Hamburger (Een Ander Joods Geluid) in de NRC van 29 april j.l. een interessant punt heeft als hij zegt dat de koning “zich (….) staatsrechtelijk ver [moet] houden van JNF Nederland”. Het bos van Juliana was in de toenmalige Nederlandse verhoudingen een a-politieke schaduwplek. Het bos van Willem-Alexander is politiek.

Er zijn twee vragen waar ik mee blijf zitten:

1. Was het werkelijke probleem van het Videla-bewind in Argentinië dat het antisemitisch was? Als je vindt dat dat zo is, dan zou ik willen zeggen: enige empathie met ook de rest van de Argentijnse bevolking zou op zijn plaats zijn.

2. Valt de symbolische verbondenheid van de koning met het JNF en langs die lijn toch ook een beetje met de Israëlische landpolitiek niet onder de ministeriële verantwoordelijkheid? Als het antwoord “ja” is dan zie ik met belangstelling uit naar de motivering daarvan door onze minister van Buitenlandse Zaken.

 

Noot:

Zie voor de achtergronden van de Israëlische landpolitiek en de historische rol van het JNF: Israël Etniciteit Landeigendom op deze site. In jaffadok zullen de komende maanden twee artikelen worden geplaatst die specifiek over de Negev-woestijn gaan.