De Jihad en de europese Gasmarkt

Door: Levin Zühlke - van Hulzen - Geplaatst op: 25 juni 2013

SYRIË-column, deel II

De oorlog in Syrië leek de laatste maanden naar een ontknoping te gaan. Het Syrische leger krijgt de overhand, al moet de slag om de belangrijke stad Aleppo nog komen. Dat biedt mogelijkheden voor een politieke deal die een einde maakt aan deze slachtpartij. In deel I van deze Syrië-column werden de contouren van zo’n politieke overeenkomst geschetst. Basisveronderstelling voor dat betrekkelijk optimistische scenario is dat de Verenigde Staten oorlogsmoe zijn. Dat geldt echter vooral voor de bevolking. Maar niet voor de gehele politieke elite. Vanuit het Congres wordt druk uitgeoefend op Obama om militair actiever te worden. Welke belangen kunnen de stemming in Washington doen omslaan? Enkele commentatoren wijzen op een factor die in de Nederlandse pers vrijwel non-existent is: gas.

De VS zelf hebben op het eerste gezicht wat dit betreft geen probleem. De technologische ontwikkelingen op het gebied van de gaswinning en de maatschappelijke acceptatie van “fracking” (winning van schaliegas) zijn zodanig dat Amerika al zo ongeveer zelfvoorziend is. Belangrijkste bondgenoot Israël is bepaald niet zelfvoorzienend. Het land is anderzijds niet in een kritische energiesituatie. En belangrijker: er zijn enorme olie- en gasvoorraden aangetoond onder de Middellandse Zee. De race met Libanon, Egypte en Turkije om de exploitatie van die voorraden zal door Israël worden gewonnen met hulp van westerse bedrijven. De grote verliezer op de gasmarkt in tenminste het komende decennium is Europa. Dat is goed nieuws voor gasexporteurs die kans zien om de Europese markt te bereiken op een voordelige manier: via een pijplijn.

Qatar is zo’n land. De Qatarese heersers beschikken over honderden miljarden aan liquide middelen maar zij zijn bang voor de toekomst. Die zou er beter uit zien met een gaspijpleiding naar Europa. Wat houdt ze tegen? Syrië! Syrië, dat wil zeggen het huidige bewind van Assad, heeft een eigen plan. Een pijpleiding vanuit Iran, via Irak en Syrië. Turkije dat de brandende ambitie heeft om de olie- en gasrotonde naar Europa te worden, zou dan moeten meewerken. Maar in principe kan die leiding ook rechtstreeks van Syrië naar Europa. Wie zouden de winnaars zijn van dat plan? Iran met zijn shiitische regering en zijn bevolking die nu zucht onder door de VS doorgedrukte sancties. Europa doet mee met dat sanctiebeleid maar zou vroeg of laat wel zwichten voor de goedkope energie en onder de sancties vandaan kruipen. Irak, met zijn door shiiten overheerste regering die zich weinig aan Washington gelegen laat liggen. Syrië, met zijn politiek systeem dat al veertig jaar immuun is voor de druk van de westerse bedrijven in de olie- en wapensector. Hezbollah dat gebaat is bij een sterke as Iran – Syrië. En, althans op den duur Europa.

Wie zouden de verliezers zijn? Qatar om te beginnen. Ook Saoedie-Arabië dat deels dezelfde toekomstangst heeft als Qatar maar ook nog eens leeft van de reactionaire islam (het salafisme en de inheemse variant, het wahabisme). Het huidige Syrië is voor de Saoedische geestelijkheid de hel op aarde: een seculiere staat die bovendien multiconfessioneel is en zelfs christenen beschermt. Saoedie-Arabië en Qatar hebben hun ziel en zaligheid verbonden met de Verenigde Staten. Zij zullen hun knopen moeten tellen als er een machtige shiitische as loopt van Teheran tot aan de Middellandse Zee. Net als Turkije dat nu gokt op de val van het Assad-regiem. Maar Turkije is wendbaarder. Tel daarbij op de waarschijnlijkheid dat Europa en het Europese bedrijfsleven dan meer een eigen rol gaan spelen in het Midden-Oosten. Met andere woorden, voor de VS en zijn olie- en wapenindustrie staat er veel op het spel. De andere grote verliezer zou Israël zijn.

Israël kan zijn oude ambitie, de beheersing van Zuid-Libanon, vergeten als de “shiitische as” springlevend uit de Syrische oorlog komt. De “as” zou vroeg of laat een belangrijke energieleverancier van Europa worden en dat niet onder Amerikaans-Israëlische paraplu. Een economische succesvolle “as” zou beter dan nu in staat zijn om sectarische binnenlandse strijd tegen te gaan. Turkije zou zijn droom (de olie- en gasrotonde) kunnen waarmaken, los van de instemming van de VS. Turkse regeringen zouden gehoor kunnen blijven geven aan de anti-Israëlische gevoelens onder de eigen bevolking zonder vrees voor “straf” uit het westen.

Er is meer dat op de achtergrond speelt. De relatie tussen Turkije en de Navo. Het project van de VS om Turkije, Israël en het Arabisch onder de paraplu van een raketverdedigingssysteem te brengen (daar is een gezamenlijke vijand voor nodig). Het behoud van het atoommonopolie van Israël. De toenemende economische invloed van Iran in de Kaukasus. Ondanks speculaties over de Amerikaanse wens meer afstand te nemen tot conflicten in het Midden-Oosten (en die waarschijnlijk juist zijn), blijven er voldoende redenen voor Washington om daar een actieve politiek te blijven voeren.

Qatar is een piepklein landje maar zoals gezegd zijn de financiële middelen op dit moment nog vrijwel onbeperkt. Het land heeft vanaf 2011 de strijd in Syrië opgestookt met enkele miljarden aan wapenleveranties en andere betalingen. Daarbij wordt gewerkt via organisaties die (anders dan bijvoorbeeld Hezbollah) nauw verwant zijn aan die sectoren binnen de islamitische “jihad” die het Europese en Amerikaanse publiek als zeer bedreigend is gaan zien voor de eigen veiligheid. De inlichtingendiensten van de VS en Israël moeten daar al tenminste twee jaar van op de hoogte zijn. Een voorbeeld is het al-Nusra Front dat overlapt met het al-Qaida netwerk. Als de “opstandelingen” winnen, dan zullen dit de types zijn die achter de rug van meer representatieve figuren naar voren zullen worden geschoven op verzoek van het westen.

Wat doet de VS op dit moment? De Amerikanen houden twee ijzers in het vuur. Ten eerste houden zij de mogelijkheid open van conferentie met onder andere Rusland, waar een politieke oplossing moet worden gevonden. Maar tegelijkertijd worden wapens geleverd aan opstandelingen respectievelijk “representatieve” jihadstrijders en worden oorlogsvoorbereidingen getroffen in Jordanië en waarschijnlijk Turkije. Over afspraken met Israël is niets bekend maar de minister van Buitenlandse Zaken Kerry bezoekt Israël komende week voor de vijfde maal en dat zal niet alleen zijn vanwege het overleg met de Palestijnen. De Israëlische luchtmacht heeft in het verleden verschillende malen aangetoond dat het de Syrische luchtmacht kan uitschakelen. Uit reacties van de Jordaanse heersers (met handen en voeten gebonden aan de VS en Israël) blijkt dat men daar rekening houdt met een groot regionaal militair conflict.

Op een zijtoneel zijn Israël en de VS bezig Europa onder druk te zetten om Hezbollah tot “terroristische organisatie” te verklaren. Als dat lukt is een aanleiding om Zuid-Libanon aan te vallen niet ver meer weg. Achter de coulissen wachten de Koerden hun kansen af. Iran heeft aangekondigd dit hele spel niet lijdelijk te zullen aanzien. Een groot regionaal conflict is een scenario dat momenteel evenveel kans maakt als een politieke oplossing. De stand van het aantal doden in Syrië per heden: 100.000.

Jan Schnerr en Levin Zühlke – van Hulzen, 25 juni 2013

 

Bronnen:

Jaffadok; defenddemocracy.org (Testimony for House Foreign Affairs Committee, Subcommittee on Europe and Eurasia, 5th December 2012)