Christelijk zionisme

Dit is een uitgebreid achtergrond artikel. Klik hier voor korte versie.
Door: Jan Schnerr - Laatst aangepast op: 20 augustus 2013
Het meer van Galilea

Het meer van Galilea

Samenvatting

Christelijk zionisten zijn op grond van een bepaalde interpretatie van de Bijbel, vooral van het Oude Testament, voorstander van de “terugkeer” van alle Joden naar Israël. Daarom steunen zij de joodse staat krachtig, politiek en financieel. Zij verwachten het “Armageddon”, de vernietiging van miljoenen mensen waarna Christus op aarde terugkeert en overgeblevenen meeneemt (de Verlossing). Het moderne christelijk zionisme ontstond in Engeland rond 1810 en verbreidde zich van daaruit naar de Verenigde Staten. Engelse en Franse politici hebben destijds (als koloniale concurrenten) veel gespeculeerd over een joods bruggenhoofd in het Ottomaanse Palestina. Daarbij speelde bij een deel van de Engelse elite geloofsopvattingen ook een rol.

Met het na 1890 opkomende joodse politieke zionisme, had tot het begin van de twintigste eeuw het christelijk zionisme weinig uitstaande. Intellectueel en wetenschappelijk heeft deze vorm van zionisme zich altijd bewogen in de marge van de theologie. Het ontstaan van de staat Israël in 1948 was echter een grote stimulans voor het christelijk zionisme. De verovering van het bijbelse Judea en Samaria (de Westelijke Jordaanoever) in 1967 had dat effect in nog sterkere mate. Met name Likoed premier Begin vanaf 1977, slaagde erin banden te smeden tussen de Amerikaanse fundamentalistische christenen en Israël. Er is volgens veel “mainstream” christenen sprake van een monsterverbond tussen joodse en christelijke zionisten. Er wordt wel gesteld dat deze speciale, op religieuze teksten gebaseerde “vriendschap voor Israël” onderscheiden moet worden van sympathie voor joden in het algemeen.

Pas na de Tweede Wereldoorlog werden de fundamentalistische christenen in de Verenigde Staten politiek actief op een effectieve manier. De massale steun van conservatieve christenen voor presidentskandidaat Reagan in plaats van Carter, betekende politiek gesproken dat voortaan een christelijke presidentskandidaat ook pro Israël diende te zijn. De AIPAC, de belangrijkste strategische actor binnen de joodse pro Israël lobby heeft vanaf begin jaren ’80 nauwe relaties met de christen zionisten onderhouden. Deze relatie is sterker geworden door het sinds 2001 onafgebroken aan de macht zijn van Likoedregeringen die al decennia een goede band onderhouden met leiders uit de christelijk zionistische hoek.

 

HET CHRISTELIJK ZIONISME )*

Omschrijving

Een christen zionist zou men kunnen omschrijven als iemand die op grond van een bepaalde interpretatie van de Bijbel de “terugkeer” voorstaat van alle joden naar Israël en op diezelfde grond de claim van joden op het gehele “heilige” land Israël (Palestina) ondersteunt en dus de rechten van niet-joden (Palestijnen en anderen) daar ontkent. De christen zionist gaat vanuit die gedachte een verbond aan met de zionistische ideologie, verheft die tot theologie en wil bijdragen aan de verwerkelijking van het gemeenschappelijke doel. In religieuze termen wordt christelijk zionisme wel omschreven als: een geloofsopvatting die zich baseert op de verwachting van de komst van de Messias, waarbij deze zijn volk terugleidt naar het heilige land en het Koninkrijk van David hersteld (Paas).

Historie van het leerstuk

Er zijn oude vormen van christelijk zionisme, indien opgevat als de wens fysiek in het bijbelse land Israël te zijn: pelgrimages, kruistochten, vestiging (van kloosters, e.d. ) en religieus toerisme. De voorloper van het moderne christelijk zionisme (de term op zich is van recenter datum) ontstond in Engeland rond 1810 en verbreidde zich van daaruit naar de Verenigde Staten. In de tijd van het ontstaan van de stroming had deze niets te maken met wat joden geloofden of deden. De beweging ontstond rond het verlangen naar de verlossing van de zondigheid, door de terugkeer van Jezus aan het “Einde der Tijden”. Traumatische ervaringen zoals de Amerikaanse onafhankelijkheidsoorlog, de Franse revolutie en de daarop volgende oorlogen speelden daarbij een rol. Het sektarische karakter veranderde na 1830.

De zoektocht in het Oude Testament leidde naar profetieën over de terugkeer van de joden vanuit de Babylonische ballingschap naar hun Beloofde Land. De historische terugkeer van veel joden naar Palestina na de Perzische veroveringen in de zesde eeuw voor Christus werd niet beschouwd als vervulling van de voorspelling. Die vervulling werd gekoppeld aan een terugkeer van de joden, die nog moest komen.

De leer

Het geloof in voorspellende aanwijzingen voor het einde van de wereld en Christus’ wederkeer op Aarde impliceert dat de bijbel, zeker ook het Oude Testament, uitspraken doet over het heden en de toekomst. Tot die voorspellingen behoort de vernietiging van miljoenen mensen (“armageddon”: de eindtijd, het wereldeinde) waarna Christus op aarde terugkeert en de overgeblevenen meeneemt: de Verlossing. De oorsprong hiervan ligt in de theologische idee van het dispensationalisme. Dit is een vorm van premillennialisme, de gedachte dat de wereld tot de Wederkomst van Christus een tijd zal doormaken van steeds grotere rampen. Tot het begin van de twintigste eeuw had deze leer weinig uitstaande met het politieke zionisme van Theodor Herzl en andere joodse leiders.

Aan het dispuut tussen christelijk zionisten en het “mainstream” christendom ligt om te beginnen de vraag ten grondslag of de bijbel letterlijk moet worden genomen dan wel of bestudering van de letter van de Heilige Schrift slechts het begin is van het begrijpen van de geest van Gods Woord. Deze strijd is oud en gaat terug op onder andere de Hollandse Reformatie en zelfs op Augustinus, ten tijde van het Romeinse Rijk. Een verwant punt is het Verbond dat God heeft gesloten met “de mens” dan wel met “zijn volk”: de joden. Van dat laatste is in het Oude Testament op verschillende plaatsen sprake.

Volgens de letterlijke tekst op enkele plaatsen is exclusief sprake van een verbond met het “volk van Israël”. Andere, niet-zionistische theologen gaan ervan uit dat de Christusfiguur de intermediair is voor het verbond van God met de mensheid als geheel. Zij beschouwen de Christusfiguur en het Nieuwe Testament als de sleutel tot het begrijpen van de Heilige Schrift in zijn totaliteit. Op de achtergrond speelt hier een tribale versus een universele religieuze opvatting.

De evangelische christenen maakten de in de Bijbel beschreven terugkeer van het joodse volk naar het Beloofde Land (vanuit Babylonië, een half millennium voor Christus) tot een nog te vervullen profetie. Het werd de centrale voorwaarde voor “the Second Coming of Christ”. (Nb: Voor joodse religieuzen moet de Messias nog komen). Die wijze van interpreteren en construeren op basis van een historische en contextafhankelijke tekst als de Bijbel, maakte het centrale leerstuk van het christelijk zionisme vanaf het begin tot een “verhaal” dat zich aan omstandigheden zou kunnen aanpassen. Intellectueel en wetenschappelijk heeft dit christelijk zionisme zich altijd bewogen in de marge van de theologie. Politiek zou dat niet zo blijven.

De werkelijkheid bevestigt de leer

Het ontstaan van de staat Israël in 1948 was al een grote stimulans voor het christelijk zionisme. De verovering van het bijbelse Judea en Samaria in 1967 bracht de definitieve bevestiging dat de Wederkomst aanstaande was. De leerstellingen van het christelijk zionisme begonnen ook binnen de hoofdstroom van het christendom, waaronder het katholicisme, een zekere invloed te krijgen. “1967” versterkte tevens een andere trend die al in de jaren ’40 had ingezet en in 1948 een voorlopig hoogtepunt had bereikt. Namelijk, de toenemende verwevenheid tussen fundamentalistisch geloof en de politieke realiteit. De verovering van de Westelijke Jordaanoever bracht ook een nieuwe fase in het Israëlische zionisme: de toenemende invloed van het religieuze ten opzichte van het seculiere joodse zionisme. Met name Likoed premier Begin, mede door dat tij aan het bewind gekomen (in 1977), slaagde erin verbanden te leggen tussen de Amerikaanse fundamentalistische christenen en Israël.

Politieke geschiedenis van het christelijk zionisme

Engelse en (in mindere mate) Franse strategen hebben de gehele negentiende eeuw gespeculeerd over de mogelijkheid dat een joodse gemeenschap in het Ottomaanse Palestina een bruggenhoofd voor de eigen belangen zou kunnen zijn. Napoleon deed een oproep tot de “Israëlieten, de rechtmatige erfgenamen van Palestina” om met Frankrijk samen te werken. De strijd tussen de Fransen en de Engelsen om de macht in het “bruggenhoofd” Palestina escaleerde tijdens de anti Turkse Syrië-campagne van 1799. Bij verschillende Engelse leiders had het geloof iets meer gewicht in het compromis met de strategische belangen. Lord Shaftesbury pleitte reeds voor 1840 voor een joods nationaal tehuis (“in the land of their fathers”) onder Britse protectie. Ook Lord Palmerston, David Lloyd George en Lord Balfour bewogen zich op dit grensvlak van geloof en koloniaal machtsdenken. De invloed van Shaftesbury, onder andere bij het vertalen van de vroeg zionistische religieuze visie in praktische politiek ging echter ver uit boven die van laatstgenoemde figuren uit de sociaal-politieke elite.

Ten tijde van de eerste zionistische congressen eind 19e eeuw kon de anglicaanse priester en ijveraar voor de joodse zaak William Hechler, Theodor Herzl introduceren bij een reeks gelovige “Realpolitiker” uit de hoogste Engelse en zelfs Duitse kringen (zoals Keizer Wilhelm II). In de eerste twee decennia van de 20e eeuw is het contact tussen Chaim Weizmann en Lord Balfour, bij wie evangelische opvoeding en politiek-strategisch denken moeiteloos op elkaar aansloten, van groot belang geweest voor de uitkomst van de onderhandelingen aan het einde van de Eerste Wereldoorlog en de start van het Britse mandaat over Palestina.

In 1891 werd door William E. Blackstone in Amerika een opvallende religieus geïnspireerde campagne op nationaal niveau gestart ten gunste van een joods tehuis. Hij slaagde er niet in om het politieke centrum op deze lijn te krijgen maar het was een signaal voor het bestaan van een draagvlak binnen evangelische kringen voor dit denkbeeld. Pas na de Tweede Wereldoorlog en met name na de oprichting van de staat Israël raakte deze bevolkingsgroep in de Verenigde Staten politiek actief op een effectieve manier. Zoals gezegd waren de gebeurtenissen van 1948 en 1967 van doorslaggevend belang om de conservatieve evangelische Amerikanen te overtuigen van de “countdown to the return of Jesus”. De christelijk zionisten maken deel uit van de bredere groep politiek rechts georiënteerde christenen.

Het moderne monsterverbond

Volgens veel christenen binnen de hoofdstroom van het christendom inclusief de katholieke wereld, is sprake van een monsterverbond tussen joodse en christelijke zionisten. Dit gaat samen met een groeiend verzet binnen de gevestigde kerken tegen de bezetting. De organisatie Sabeel bijvoorbeeld, nauw verbonden met de Palestijnse christenen, belichaamt zulke kritiek. Joodse zionisten stellen dat Israël een veilige haven is of moet zijn voor joden overal ter wereld in verband met de dreiging die zou uitgaan van het “eeuwige antisemitisme”. Ook christelijk zionisten hopen dat alle joden zich “verzamelen in het Heilige Land”. Hun wachten daar echter uiteindelijk twee mogelijkheden volgens deze fundamentalistische interpretatie van de Bijbel: vernietiging (armageddon) of bekering tot het christendom. Er wordt op grond daarvan wel gesteld dat deze speciale, op religieuze teksten gebaseerde “vriendschap voor Israël” onderscheiden moet worden van sympathie voor joden in het algemeen.

Het politieke verbond van joodse en christelijk zionistische organisaties in de Verenigde Staten kreeg zijn moderne vorm eind jaren ’70. Volgens Donald Wagner speelden daarbij vijf factoren een rol. 1. De groei van de conservatieve christelijke organisaties begon die van de traditionele protestantse en katholieke verbanden te overstijgen. 2. De verkiezing van de “evangelical” Jimmy Carter tot president was een “wake-up call” voor nieuwe politieke mondigheid van christelijk Amerika. 3. Israël kreeg een belangrijker positie als bondgenoot van de VS in het Midden-Oosten, des te meer na de Iraanse revolutie in 1979. 4. De joodse pro Israël lobby begon afstand te nemen van de mainstream christelijke organisaties omdat die tendeerden naar een genuanceerde opstelling ten aanzien van het joods-Palestijnse conflict. 5. Het aan de macht komen in 1977 van de Likoed coalitie in Israël leidde tot een politiek en tot politieke symboliek die christelijk rechts zeer aansprak: annexatie, militarisering, versnelde kolonisatie van de bezette gebieden, de introductie van bijbelse geografische namen en aan de bijbel ontleende argumenten voor de Israëlische politiek.

De uitspraak van president Carter in maart 1977 (“Palestinians deserve a right to their homeland”) was de aanleiding voor de totstandkoming van een blijvende alliantie van rechtse pro Israël krachten en rechtse christenen rond een gezamenlijke opstelling met een belangrijke politieke ondertoon: “We would view with grave concern any effort to carve out of the Jewish homeland another nation or political entity” (verklaring in de Chicago Sun Times, 9 november 1977). De massale steun van conservatieve christenen voor Reagan in plaats van Carter, betekende dat voortaan een christelijke presidentskandidaat ook pro Israël diende te zijn.

Het huidige politieke krachtenveld

De omvang van de steun voor christelijk zionisme in de VS, in politieke discussies meestal aangeduid met christelijk rechts, wordt meestal geschat op enkele tientallen miljoenen Amerikanen. De politieke vertaling van hun opvattingen voor zover die fundamentalistisch zijn, vindt in toenemende mate plaats via de Republikeinse Partij. Gematigder christelijk zionistische opvattingen vinden ook hun weg via de Democratische Partij. Belangrijk is christelijk rechts binnen de pro Israël lobby vanwege het grote aantal te mobiliseren kiezers, zijn mediamacht, zijn ideologische gedrevenheid en zijn vermogen geldmiddelen te vergaren.

De AIPAC, de belangrijkste strategische actor binnen de joodse pro Israël lobby onderhoudt sinds begin jaren ’80 nauwe relaties met de christen zionisten. De AIPAC heeft nimmer eenzijdig voor de Republikeinse Partij gekozen, hetgeen bijvoorbeeld bleek tijdens de campagne van Clinton versus Bush (senior). De driehoek Republikeinen – Israël lobby – christelijk zionisme lijkt niettemin belangrijker te worden dan de netwerken met Democraten. Dat hangt mede samen met het sinds 2001 onafgebroken aan de macht zijn van Likoed regeringen die al decennia een goede band onderhouden met leiders uit de christelijk zionistische hoek. In protestants Nederland ligt de kwestie van steun voor Israël (en op de achtergrond interpretatieverschillen met betrekking tot bijvoorbeeld “het Verbond” en de betekenis van het woord “Israël“) gevoelig. Dat uit zich onder meer in een voorzichtige opstelling van de PKN (Protestantse Kerken Nederland).

* voor dit artikel is ruim gebruik gemaakt van Steven Paas, Christian Zionism Examined. De precieze verwoording en mogelijke interpretaties zijn voor rekening van de schrijver dezes.

 

Literatuursuggesties:

1. Sizer, Stephen. Christian Zionism. Road-map to Armageddon? Inter-Varsity Press, Leicester, 2004.

2. Paas, Steven. Christian Zionism Examined. VTR Publications/RVB, Nürnberg/Hamburg, 2012.

3. Ateek, Naim, Cedar Duaybis en Maurine Tobin (ed.). Challenging Christian Zionism, Theology, Politics and the Israel-Palestine Conflict. Melisende, Londen, 2005.

4. Wagner, Donald. From Blackstone tot Bush: Christian Zionism in the United States (1890-2004)

5. Merkley, P.C. The Politics of Christian Zionism 1891 – 1948. Londen, Frank Cass, 1998.

6. Van Bekkum, Koert en Michael Mulder (red.). Hoe leest u “Israel”. Barneveld: Nederlands Dagblad, 2010.

7. Armstrong, Karen. De strijd om God. De Bezige Bij, Amsterdam, 2000.

8. Glashouwer, W.J.J. Waarom Israël? Heerenveen: Barnabas, 2007.

9. Jong, de, H. De Landbelofte: Een Bijbelstudie over een gevoelig onderwerp. Baarn, Willem de Zwijger Stichting, 2011.

10. Lewis, Donald M. The Origins of Christian Zionism: Lord Shaftesbury and Evangelical Support for a Jewish Homeland. Cambridge University Press, 2009.

11. Herzl, Th. Der Judenstaat: Versuch Einer Modernen Lösung der Judenfrage. Leipzig/Wien, Breitenstein, 1896. of: The Jewish State, etc. Diverse uitgaven.

Sites en zoektermen:

1. Palmer Robertson christ covenant

2. Challenging christian zionism, christianzionism.org

3. Volker Gäckle neue testament Israel

4. Jeff Halper christian zionism antisemitism

5. Sabeel christian zionism

6. Millennianism

7. Christians United for Israel, CUFI

8. National Christian Leadership Conference for Israel

9. International Fellowship of Christians and Jews, IFCJ

10. Stand for Israel

11. John Hagees antisemitisme

CITATEN:

1. “A memorandum has been adressed to the Protestant monarchs of Europe on the subject of the restoration of the Jewish people to the land of Palestine. The document in question, dictated by (…) and other striking signs of the times, reverts tot the original covenant which secures that land to the descendants of Abraham.” Lord Shaftesbury in een advertentie in The Times op 4 november 1840.

2. [de christenzionisten] houden niet echt van het joodse volk. Ze houden van ons om te figureren in hun verhaal, in hun toneelstuk […] en dat betreft een stuk met vijf aktes, waarin de joden in de vierde akte verdwijnen.” Gershom Gorenberg, geciteerd door Mearsheimer en Walt, De Israëllobby, blz. 180, Uitg. Atlas, 2007.