Boycot van Israël is urgenter dan destijds van Zuid-Afrika, zegt anti-apartheid veteraan

Door: Jan Schnerr - Laatst aangepast op: 9 april 2015

Door: Adri Nieuwhof Geplaatst op 9 april 2015

Farid Esack bestempelt het oproepen tot een boycot van Israël als progessief. (Meraj Chhaya/Flickr)

Farid Esack is hoogleraar Islamitische studies aan de Universiteit van Johannesburg. Zijn spreekbeurten over de parallellen tussen de Israëlische en de Zuid-Afrikaanse apartheid riepen heftige protesten op van de zionistische lobby in Frankrijk met als gevolg dat hij niet mocht spreken in Parijs en Toulouse.

Anti-racisme veteraan Esack heeft zich ook sterk gemaakt voor de rechten van vrouwen en mensen met AIDS. Nelson Mandela benoemde hem tot Commissaris voor Gendergelijkheid. Momenteel is hij voorzitter van BDS Zuid-Afrika, een groep die de Palestijnse oproep voor boycot, desinvestering en sancties tegen Israël ondersteunt.

Ik sprak met Esack over zijn spreekbeurten in Frankrijk.

Adri Nieuwhof: Je ging naar Frankrijk om spreekbeurten te geven en een aantal keren werd dit je verboden. Kun je ons vertellen wat er is gebeurd?

Farid Esack: Alle zeven universiteiten waar ik zou spreken zijn zwaar onder druk gezet. Alleen de Sorbonne Universiteit in Parijs legde mij een spreekverbod op. Deze universiteit voerde aan dat zij dit om technische redenen deden, omdat de formulieren voor het aanvragen van een ruimte onjuist waren ingevuld. De studenten probeerden een week lang met de universiteit te onderhandelen om de fout te herstellen, maar de universiteit weigerde dit.

Ik denk dat de Sorbonne het onjuist invullen van het formulier als voorwendsel gebruikte. De studenten betoogden dat de studentenvakbond deze formulieren al sinds jaren zo invulden; de universiteit heeft hen in het verleden nooit op enige gemaakte fout gewezen. De enige plausibele verklaring die wij konden bedenken was dat de druk van de Unie van Joodse Studenten in Frankrijk achter mijn verbanning zat.

De burgemeester van Toulouse heeft mij ook een spreekverbod opgelegd voor een openbare bijeenkomt in een lokale gemeentelijke zaal in Toulouse op basis van dezelfde claims die in de brieven aan universiteiten waren gebruikt. Deze kwamen er op neer dat ik anti-semitisch ben en dat ik, als voorzitter van BDS Zuid-Afrika, steun heb gegeven aan of heb aangezet tot gewelddadige protestacties in Zuid-Afrika.

AN: Wat er na het verbod gebeurd?

FE: Het bleek dat de Sorbonne stilzwijgend met de politie was overeengekomen dat ik buiten het hek bij de hoofdingang van de universiteit zou mogen spreken. Er stonden ongeveer twintig veiligheidsmensen voor mij die de toegang blokkeerden. Ik had activisten links van mij en activisten rechts van mij. Maar het was heel apart dat de plaatsvervangend Rector-Magnificus van de universiteit mij verwelkomde en betreurde dat de universiteit mijn openbare lezing had moeten verbieden. Hij bleef gedurende mijn lezing en bedankte me na afloop.

In Toulouse hebben we ons ook tegen het verbod verzet. Ik sprak buiten, voor de zaal.

AN: Pro-Israël en zionististische groepen vallen de BDS-beweging en haar activisten regelmatig aan. Dit keer was jij het doelwit. Hoe beoordeel jij zulke aanvallen?

FE: Ze hebben een enorme tactische blunder begaan door mij aan te vallen omdat BDS zeer betrokken is bij het verzet tegen alle vormen van racisme, inclusief anti-semitisme. Maar in dit bijzondere geval hadden ze te doen met iemand die zich zeer consequent had uitgesproken tegen anti-semitisme. De afgelopen 25 jaar heb ik over het anti-semitismevraagstuk gesproken, in het algemeen, maar ook in het bijzonder in de moslimgemeenschap. Daarom schoten zoveel collega’s mij te hulp.

Voor het gemak plaatst de pro-Israëllobby het BDS-verhaal in de geschiedenis van Europees anti-semitisme, waar de nazi’s voor het eerst met een oproep kwamen om joden te boycotten. Maar zij doet dit op een zeer berekenende, strategische en manipulatieve manier.

Diezelfde zionisten bijvoorbeeld, zowel in Europa maar in het bijzonder in Israël, zouden maar al te graag oproepen tot sancties tegen Iran. Dan zeggen zij geen woord over de schade die het veroorzaakt voor het Iraanse volk. Alleen als het om joden gaat wordt het verhaal van het anti-semitisme van de nazi’s erbij gehaald.

Dezelfde Europeanen die ons beschuldigen en zich op de redenering van het anti-semitisme van de nazi’s beroepen, deze zelfde Europeanen zullen graag santies opleggen aan Rusland vanwege de vermeende Russische manoeuvres in Oekraïene. Dezelfde landen zijn unaniem voor het instellen van sancties tegen bijvoorbeeld Noord-Korea en Zimbabwe. Dezelfde Verenigde Staten die het argument van anti-semitisme gebruiken hebben vijtig jaar lang sancties opgelegd aan Cuba.

Dus er is niets principieels aan hun argument. Het is gewoon een sluw, technisch instrument van de kant van de zionistische lobby om een beroep te doen op het schuldgevoel van de Europeanen en andere westerlingen voor een misdrijf dat is gepleegd door Europeanen tegen andere Europeanen. Dit heeft niets te maken met de Palestijnen.

Ons boycotverhaal, dat weten zij heel goed, valt in een linkse traditie, in een progressieve traditie.  Bijvoorbeeld, op een liberaal niveau, van het kiezen voor producten met een fair-trade label, waarbij je kiest voor het kopen van producten waar een maximaal bedrag van de winst naar de boeren gaat. Door voor fair trade te kiezen, boycot je een ander product waarvan de winst maximaal is voor de tussenhandel, kapitalistische uitbuiters en zakenlieden aan het eind van de voedselketen.

Of wanneer een vegetariër besluit geen vlees te eten, om vlees te boycotten, heeft de vegetariër niets tegen de boer.  De vegetariër maakt een ethische keuze om niet mee te doen aan de wreedheden die dieren worden aangedaan. De vegetariër is een boycot-, desinvestering- en sancties-activist rond de wreedheid die dieren wordt aangedaan.

Dus de BDS-beweging is in een progressief, humanistisch, links debat gepositioneerd. Het heeft niets te maken met het nazi-debat. De pro-Israël lobby weet dit verdomd goed. Het is gewoon een kwestie van opportunisme en het spelen van de schuldkaart bij Europa en de Verenigde Staten.

AN: Hoe beoordeel je de rol van de BDS-beweging tegen Israël in vergelijking met het BDS-activisme tegen het apartheidsregime in Zuid-Afrika?

FE: De Zuid-Afrikaanse strijd werd pas sexy in de laatste vijf jaar voor het einde van apartheid. En Mandela werd pas sexy toen hij vrij kwamen en de verzoener werd. Maar BDS was er al 25 jaar daarvoor. Dit jaar vieren we tien jaar BDS tegen Israël. Het is veel verder ontwikkeld, heeft veel meer overwinningen behaald dan wat de anti-apartheidsbeweging had bereikt toen die tien jaar oud was.

Een ander verschil is dat Zuid-Afrika nooit de import van alle witte rassen uit de wereld naar Zuid-Afrika als project had. BDS heeft nu te maken met een beweging die de invoer van andere kolonisten uit andere delen van de wereld als haar voornaamste project heeft. In Zuid-Afrika hadden we te maken met een gevestigd kolonialisme. In het geval van Israël heb je te maken met een kolonialisme dat maar doorgaat, dat elke dag weer meer wordt verankerd. De aard van de vijand wordt steeds erger; de omvang van zijn wreedheid en zijn vastberadenheid nemen elke dag toe.

Als BDS-beweging worden we met uitdagingen geconfronteeerd. Anders dan in Zuid-Afrika, waar we te maken hadden met een duidelijk gefocuste bevrijdingsbeweging, zijn de krachten voor bevrijding in Palestina meer opgedeeld. Je hebt er het equivalent van de Zuid-Afrikaanse thuislandregeringen die nog net doen alsof zij bevrijdingsbewegingen zijn, terwijl zij zich al verkocht hebben. Dan heb je zeer grote bevrijdingsbewegingen, het gehele maatschappelijke middenveld en in theorie de politieke partijen die tot BDS hebben opgeroepen.

Na de Arabische lente is de solidariteit van de frontlijnstaten met de Palestijnen volledig ingestort. In Zuid-Afrika konden wij op steun rekenen – in verschillende gradaties – van alle omliggende landen behalve Malawi. Palestina wordt omringd door collaborerende regimes die zich verkocht hebben aan het Westen. Niet alleen kunnen we van hen geen steun verwachten, integendeel, in sommige gevallen, bijvoorbeeld Egypte en Saoedi-Arabië, zijn ze in feite toegetreden tot de kampen van de vijand en werken zij actief samen met de Israëlische staat aan de vernieting van de verzetsbeweging.

Dit maakt de urgentie en de noodzaak van een BDS-beweging veel belangrijker dan het in het geval van apartheid Zuid-Afrika was.

Vanwege de BDS-successen heeft de Israeli lobby hun acties opgeschroefd. Met elke overwinning die we hebben bereikt, creëren we meer werk voor onszelf. Het is nu de uitdaging om de brede steun die we in de meeste landen hebben, kunnen omzetten in een uitbreiding van het aantal activisten die willen meehelpen aan de grotere taak en grotere urgentie die voor ons ligt.

 

Dit artikel verscheen eerder op The Electronic Intifada en is door de auteur vertaald voor Jaffadok.