Terwijl de Oekraïne in het nieuws is werkt de Knesseth door

Door: Jan Schnerr - Geplaatst op: 12 maart 2014

De media hebben de Oekraïne terecht al een week of twee als belangrijkste onderwerp. Sinds het weekend komt daar de raadselachtige verdwijning van het Maleisische vliegtuig bij. Ondertussen zit de Knesset niet stil. Maar liefst drie wetten tegelijk zijn bij de Israëlische volksvertegenwoordiging in behandeling. Op het eerste gezicht lijken ze niet zo spectaculair. Maar er zit een onheilspellend aspect aan. Er is een wet tot verhoging van de kiesdrempel (1), bedoeld om kleine partijen buiten het parlement te houden; een wet die bepaalt dat de regering pas gebied kan weggeven na een volksstemming (2) en een wet die bepaalt dat orthodoxe joden dienstplicht moeten vervullen (3).

Een wet ter verhoging van de kiesdrempel bestaat in veel Europese landen al jaren. Het lijkt dus niet een bijzondere stap. Maar Israël is een etnische democratie met een (Palestijnse) minderheid die op enkele kleine partijen stemt. Die partijen hebben nauwelijks invloed. Blijkbaar zijn er toch Knesset-leden die vinden dat er geen niet-joodse partijen in de Knesset zouden moeten zitten. De nieuwe kiesdrempelwet zal waarschijnlijk een extra barrière opwerpen voor de toegang van niet-joden tot het parlement van de joodse staat. Dat kan ertoe leiden, dat voor de Palestijnen het laatste restje herkenning en erkenning in het politieke systeem verdwijnt.

De impact van het tweede wetsontwerp, dat een referendum voorschrijft voor het overdragen van gebied, is sneller duidelijk. Het is een potentiële tijdbom onder de gesprekken die John Kerry in Israël voert over een vredesakkoord met de Palestijnen. In 2010 vormde de oude referendumwet het sluitstuk van de mislukte onderhandelingen met Syrie over de teruggave van de Golan Hoogvlakte. De nu voorliggende referendumwet is een steviger versie en is feitelijk een waarschuwing aan de Amerikanen: “zie de gang van zaken indertijd in het vredesoverleg met Syrië dat jullie ons toen wilden opdringen”. De regering Netanyahu zet zichzelf hiermee aan de zijlijn: “jullie (Amerikanen) kunnen ons wel iets laten tekenen maar daarna gaat de politieke discussie in Israël gewoon door”.

Dan is er de derde wet (dienstplicht voor ultra-orthodoxen). Het gaat op de achtergrond over de strijd tussen het religieuze en het niet-religieuze Israël. En over de enorme offers die niet-religieus Israël brengt vanwege de marginale economische bijdrage van de honderdduizenden “ultra’s”. Een fundamentele politieke stap lijkt het. Echter, het wetsontwerp is ten opzichte van de oorspronkelijke versie al vergaand uitgekleed. Dat het wetsontwerp überhaupt op tafel is gekomen, heeft te maken met coalitiepolitiek. De “Toekomstpartij” moest in de regeringscoalitie van Netanyahu worden gehaald om een meerderheid te krijgen voor de start van de, door de Amerikanen gewenste onderhandelingen over een Palestijnse staat. Maar wijd en zijd wordt voorspeld, dat het totaal verwaterde wetsvoorstel in de praktijk nauwelijks zal worden uitgevoerd. De wet is vanmorgen aangenomen.

Hoe verschillend ook qua inhoud en impact, de behandeling van deze drie wetten in de Knesset maakt één ding glashelder: de macht in de joodse staat ligt buiten de regering. De Israëlische regering bevindt zich in de greep van de rechtse partijen en de religieuze onderstroom, die breder is dan de ultra’s. Dit zal er waarschijnlijk toe leiden, dat iedere overeenkomst met een Israëlische premier de Amerikanen weer uit de handen zal glippen. Israëlisch belastinggeld blijft daardoor naar de kolonisten en de religieuze gemeenschappen stromen. Sociaal beleid voor de lage inkomensgroepen (binnen de overige joodse bevolking) zal op de lange baan worden geschoven. Een levensvatbare staat voor de Palestijnen zal er niet komen.
 

zie voor de actualiteit :
http://www.theguardian.com/world/2014/mar/12/israel-passes-law-conscript-ultra-orthodox-jews

voor achtergrond: jaffadok.nl/partijvisies